Direct naar artikelinhoud

Turkse restaurants blijken rol te spelen in drugswereld

Een paradijsje aan de Sloterplas moest het worden. Maar verdenkingen van drugshandel en witwassen leidden tot een spookzaak en een leeg terras op een prachtige plek in de stad.

Het inmiddels gesloten restaurant Ada aan de Jan de JonghkadeBeeld Dingena Mol

Grote plannen hebben de bestuurders van de stad en stadsdeel Nieuw-West in 2014 met het gebied rond de Sloterplas. De plas moet een 'metro­politaan stadsmeer' worden, waar jong en oud kunnen verpozen. Het plan met de prachtige naam Stadsmeer van de 21ste eeuw moet Nieuw-West meestuwen in de vaart der volkeren.

Bewonderend kijken de bestuurders naar Hamburg, Minneapolis en Peking, waar stadsmeren een belangrijke functie hebben. Groeit de wandelroute langs de plas dan eindelijk uit tot 'de Copacabana van Amsterdam'?

Achmed Baâdoud, dan stadsdeelvoorzitter, is enthousiast over de plannen. Hij wil Nieuw-West al langer naar een hoger plan tillen. De wijk moet mondainer. Met een nieuw, soepeler horecabeleid in de hand zorgt Baâdoud voor meer kansen voor horecaondernemers in Nieuw-West. Vooral rond het Osdorpplein en Plein '40-'45 moet het gebeuren.

Ook in de plannen voor de Sloterplas is horeca belangrijk. Een levendig restaurant op de kop van de plas, aan de Oostoever, zal ervoor zorgen dat recreanten uit de hele stad naar Nieuw-West komen, denken de bestuurders. In het grote, witte gebouw aan de Oostoever huist dan nog het verouderde Café Oostoever, dat op zaterdag is gesloten omdat de eigenaar wil voetballen.

Het 'stadsmeer van de 21ste eeuw' verdient meer, menen de bestuurders. Een levendig terras vanwaar de zonsondergang is te zien. Verlangend durft wethouder Udo Kock te dromen van 'zomerse salsafeesten op het terras van het café'.

Bezoek van de politie
Vijf jaar later staat het pand van Café Oostoever al tijden leeg.

Restaurant SuAda, dat aan de Sloterplas de droom van de bestuurders moest vervullen, is nog tijdens de opstartfase gesneuveld.

Een politiemacht van de Landelijke Eenheid valt 26 juni 2017 om 07.00 uur binnen bij SuAda. Uit rechercheonderzoek is aannemelijk geworden dat het restaurant is gefinancierd met drugsgeld. Met winsten uit drugssmokkel zou de huur van zo'n 100.000 euro per jaar worden betaald, vermoeden de opsporingsdiensten.

Ook zusterrestaurant Ada op Plein '40-'45, dat deels van dezelfde eigenaar is, krijgt die ochtend bezoek van de politie, tot verontwaardiging van de eigenaren (zie kader).

Nu, een jaar na de invallen, zijn beide restaurants van de baan. Het ponton bij Plein '40-'45 waar voorheen restaurant Ada huisde, staat leeg. Een swingend terras aan de Sloterplas is er ook niet. Wat is er gebeurd?

Goede Turkse keuken
Mürsel G., in 1966 in een klein stadje in Oost-Turkije geboren, is de grote kracht achter restaurant Ada, dat hij in 2011 met een compagnon op Plein '40-'45 opzet. Begin 2017 doet hij de zaak over aan zijn zoon, maar op de achtergrond blijft hij een grote rol spelen. De weelderig ingerichte zaak is een verzamelplek voor de Turkse en Marokkaanse inwoners van Nieuw-West. Het is er druk: de waterpijpen roken en de zaak is befaamd vanwege de goede Turkse keuken.

G., die in Rotterdam nog een koffiehuis heeft, is ook de initiator van megaproject SuAda aan de Sloterplas, dat in 2017 de deuren moet openen. Met twee verdiepingen, honderden zitplaatsen en een groot terras aan het water moet de zaak het vlaggenschip van G.'s horeca-imperiumpje worden.

Volgens zijn familieleden is G. dertig jaar lang ondernemer in Nederland, maar de restauranteigenaar heeft ook contacten in minder reguliere bedrijfstakken: G. kent veel mannen die vanuit Nederland actief zijn in de internationale handel in cocaïne en heroïne. Ze komen geregeld bijeen in zijn restaurants. Soms zit hij bij hen aan tafel.

In 2017 komen Mürsel G. en zijn restaurants in het vizier van de Landelijke Eenheid, in twee grote opsporingsonderzoeken naar grootschalige drugssmokkel. De Amsterdamse horeca­zaken spelen een bijrol in de onderzoeken, maar de dossiers tonen hoe de georganiseerde misdaad doordringt in Amsterdamse wijken. Bovenal blijken in de onderzoeken de grimmige mores in de drugshandel, waar conflicten héél snel, héél hoog kunnen oplopen.

In het ene onderzoek is Mürsel G. verdachte, in het andere is hij slachtoffer van ernstige bedreigingen.

G. is verdachte in het onderzoek met de codenaam Bloomington, waarover justitie de kaken op elkaar houdt omdat het nog loopt. Volgens betrokkenen wordt G. verdacht van het voorbereiden van de smokkel van chemische stoffen voor de bewerking van heroïne. Ook waste hij volgens justitie misdaadgeld wit in zijn restaurants. Daarbij zou het in elk geval gaan om een zogenaamde loanbackconstructie. In zo'n constructie wordt zwart geld naar het buitenland getransporteerd en vervolgens teruggesluisd in de vorm van ogenschijnlijk legitieme leningen.

Smokkel in bloemen
Hoewel onduidelijk is wie justitie nog meer op de korrel heeft in onderzoek Bloomington, is één verdachte reeds veroordeeld. Dat is de Antilliaans-Nederlandse crimineel Hensley J., die al meerdere keren was veroordeeld voor de smokkel van partijen drugs. In 2016 en 2017 komt hij geregeld in de restaurants van Mürsel G.

Of dat de reden is dat hij bij de opsporingsdiensten opvalt is niet duidelijk, maar de recherche besluit J.'s telefoon af te luisteren. Ze horen hoe hij bezig is met de smokkel van 19 kilo cocaïne in een lading bloemen uit Colombia. Hoewel justitie vermoedt dat J. meer drugstransporten organiseert, ontbreekt daarvoor bewijs. Terwijl de rest van het onderzoek doorloopt, wordt J.'s zaak voor de rechter gebracht. Hij krijgt 3,5 jaar cel.

Mürsel G. is in het ene onderzoek verdachte, in het andere slachtoffer van ernstige bedreigingen
Het nooit geopende SuAda aan de OostoeverBeeld Dingena Mol

Als het onderzoek loopt, komt er begin 2017 informatie dat er meer speelt. Mürsel G. wordt ongewild meegesleept in een hoogoplopend conflict in het drugsmilieu.

Dat blijkt in de nacht van 21 op 22 april 2017, als G. volgens justitie een belletje krijgt van een Engelse crimineel uit Liverpool. De Brit is in Nederland om een kwestie op te lossen: binnen een Nederlandse groep vermoede drugssmokkelaars van Turkse komaf zijn grote problemen ontstaan: een partij van 1100 kilo Iraanse heroïne, verstopt in een lading bakovens uit Dubai, is in februari bij de politie 'weggetipt'.

Binnen de groep die de drugs zou hebben gesmokkeld wijzen de beschuldigende vingers al snel naar groepslid Murat I. (44). Dat blijkt te kloppen: hij heeft dubbelspel gespeeld en de zending drugs bij de Belgische of Nederlandse opsporingsdiensten verraden, zo vertelt hij later zelf. Hij zegt te zijn gedwongen tot de smokkel. De politie arresteert een aantal van I.'s voormalige kompanen en ook I. komt vast te zitten.

Murat I. zit in een lastig parket, want zijn groep houdt hem ook al verantwoordelijk voor het stelen van een eerdere partij drugs, een zending van 1300 kilo cocaïne die vanuit Colombia via Nederland op weg was naar een groep criminelen in Engeland. I.'s kompanen zijn woedend, de Colombianen zijn woedend én de Engelsen zijn woedend.

I.'s voormalige medesmokkelaars zetten een strafexpeditie op, denkt justitie, met hulp van Engelse criminelen. Er moet 12 miljoen euro worden betaald. Volgens justitie plakt de groep peilbakens onder auto's van I.'s familieleden en worden plannen gemaakt een boerderij met kelder te huren, waarin de groep I.'s vrouw en kinderen kan opsluiten, 'door een professionele Marokkaanse groep'. Mannen in zwarte kleding staan 's nachts in de tuin van de familie. Het gezin duikt onder.

Als de strafexpeditie de druk opvoert, krijgt ook restauranthouder Mürsel G. problemen. Hij kent niet alleen de groep die door het verraad is gedupeerd, hij spreekt ook geregeld met Murat I. Die zit vaak in G.'s Rotterdamse koffiehuis. En dus krijgt Mürsel G. een niet mis te verstane waarschuwing van de Engelse crimineel: als G. niet vertelt waar 'verrader' I. is, zal een hand­granaat bij een van zijn restaurants naar binnen worden gegooid.

Twee maanden later valt de recherche van de Landelijke Eenheid binnen bij de restaurants van G. Ook in Amersfoort, Barendrecht, Rotterdam, Den Haag en Almere doet de politie invallen. Acht mensen, onder wie G., worden aan­gehouden. Bij een van de andere verdachten vindt de politie een vuurwapen en in totaal 70.000 euro. Kort daarna trekt de gemeente de vergunningen van de restaurants in.

Sleutelplaatsen
De affaire is een gevoelig deukje in het plan om van Nieuw-West een mondaine wijk te maken, met bijzondere horeca op de sleutelplaatsen. Op Plein '40-'45 is het stil waar restaurant Ada was gehuisvest. Meer hoop is er voor de Sloterplas: in het al jaren leegstaande pand aan de Oostoever moet restaurant SoulTable de deuren openen, van drie ondernemers van Turkse komaf.

Sinds zij in januari in het pand trokken, is er nog weinig zichtbare activiteit. Mehdap Bozdag, een van de eigenaren, vertelt: "We zijn vrienden die heel graag samen een restaurant wilden beginnen. Een van ons is politieagente, ik ben juriste en de derde is ondernemer." In maart dienden zij een vergunningsaanvraag in, waarover het stadsdeel zich nog altijd buigt. Bozdag: "Als we een go krijgen, kunnen we binnen een maand open."

Komt het dan toch nog tot 'zomerse salsafeesten' op een terras aan de Sloterplas?

Als hij niet vertelt waar de verrader is, zal een granaat worden gegooid in een zaak van hem

'Klanten van allerlei allooi'

Taner Sen is de advocaat van Mürsel G. en diens voormalige compagnons bij restaurant Ada en SuAda. De raadsman zegt: "Justitie behandelt mijn cliënt alsof het een kopstuk is, maar het gaat om de relatief kleine verdenking van witwassen. Daarbij gaat het niet om drugsgeld, het is een boekhoudkundige kwestie. Het verlies van de restaurants staat niet in verhouding tot de verdenkingen."

"Mijn cliënt is absoluut geen verdachte in het onderzoek naar de vermeende drugsorganisatie waarin ruzie is uitgebroken. Hij heeft niets te maken met de inhoud van het conflict. Hij is in die zaak als getuige opgeroepen. Mijn cliënt kent veel mensen, er kwamen nu eenmaal lieden van allerlei allooi in zijn zaken."

Kort na de inval in restaurant Ada sprak deze krant met de uitbaters van de zaak, de compagnons van G. Zij vertelden toen dat er geen sprake was van criminele geldstromen in het restaurant. "Deze zaak is met keihard werken opgebouwd, met heel veel zweetdruppels. Er zit spaargeld in, wat leningen, een beetje financiering van de bank. Maar drugsgeld? Nee."

De gemeente heeft restaurants Ada en SuAda (dat feitelijk nooit open was) inmiddels op basis van de Bibob-wet­geving gesloten.