Direct naar artikelinhoud

'Voor de buitenwereld ben en blijf je een Turk'

De Sultan Ahmet Moskee in Delft.Beeld Phil Nijhuis

Mesut Özil stelt zich niet meer beschikbaar voor het Duitse voetbalelftal, zolang hij het gevoel heeft 'van racisme en disrespect'. Ook in Nederland kampen jongeren van Turkse komaf met dit soort gevoelens, tekende Trouw eerder deze maand op.

en

Ömer Kocak (24) stond laatst bij het stoplicht te wachten. Toen het licht groen werd, liet hij een naderende auto die geen voorrang had, tóch voorgaan. “Dat deed ik om hem goed over mij te laten denken.” Kocak weet dat als hij of een andere Turks-Nederlandse jongen de fout in gaat, alle goede daden niets waard zijn. Dan hebben de Turken het weer gedaan.

Kocak zit in een zaaltje bovenin de Sultan Ahmet Moskee in Delft, met andere bestuursleden van de jongerenvereniging van het gebedshuis. Zij maken vergelijkbare dingen mee. Emre Erdil (21) ziet vaak mensen over hun schouder kijken als hij ’s avonds van de moskee naar huis loopt. “Dan ga ik maar langzamer lopen, zodat ze niet meer zenuwachtig van me worden.”

Opgefokt

In diezelfde Sultan Ahmet Moskee dook in 2012 een groepje jongeren op, dat zich later zou aansluiten bij jihadistische strijdgroepen in Syrië. Radicalisering is anno 2018 geen probleem meer in de moskee, zeggen de jongeren en bevestigt de gemeente Delft. Maar de onderliggende oorzaken zijn volgens de jonge mannen allerminst verdwenen.

Erdil vindt het ‘jammer en treurig’ dat mensen op straat zo angstig op hem reageren

Erdil vindt het ‘jammer en treurig’ dat mensen op straat zo angstig op hem reageren. Hij ‘snakt naar adem’, is het beu zich keer op keer te moeten bewijzen. Als goed mens en als goede moslim. “Ik zou dat helemaal niet moeten hoéven. Ik ben gewoon in Delft geboren.” De jongeren in het zaaltje studeren, zijn getrouwd, hebben goede banen en eigen ondernemingen. “Maar voor de buitenwereld ben en blijf je een Turk.”

De jonge mannen voelen zich ‘opgefokt’, ze vinden dat er in Nederland altijd met twee maten wordt gemeten. Het nikaabverbod, dat onlangs na een jarenlang debat werd ingevoerd, is er volgens hen alleen om moslims te discrimineren. Wat komt er hierna, een verbod op djellaba’s? Het geeft ze het gevoel niet geaccepteerd, buitengesloten te worden. Als dat keer op keer gebeurt, klinkt het, ontstaat vanzelf radicalisering.

Hasan Karadirek was voorzitter van de moskee toen het groepje dat zou afreizen naar Syrië over de vloer kwam. “Ze waren niet van Turkse afkomst, in principe is iedereen welkom in de moskee. Het viel op dat hun gesprekken stilvielen als de imam of iemand van het bestuur langskwam. Ook kwamen ze vaak laat binnen bij het gebed.” Het moskeebestuur probeerde het gesprek aan te gaan. Tevergeefs.

Ineens was Delft een ‘jihadgemeente’. Wat had de gemeente over het hoofd gezien?

Niemand besefte toen hoe ernstig het was. Hoe ver hun afwijzing van de Nederlandse samenleving al was gevorderd. In totaal zou een twintigtal jongeren vanuit Delft naar het kalifaat afreizen. Daarmee is de stad van ruim 100.000 inwoners voor zover bekend de gemeente met relatief de meeste Syriëgangers.

Donderslag

De jonge uitreizigers kwamen ook in het Delftse stadhuis als een donderslag bij heldere hemel, blikt burgemeester Marja van Bijsterveldt in haar werkkamer terug. Ineens was Delft een ‘jihadgemeente’. Wat had de gemeente over het hoofd gezien? Hoe groot was de veenbrand die woedde in Buitenhof en Tanthof, dichtbevolkte wijken met hoge torenflats uit de jaren zestig en zeventig? Hoewel de oud-minister (CDA) toen nog niet burgemeester was, heeft Van Bijsterveldt haar lessen getrokken uit die periode. “In 2010 schreef de gemeente in een beleidsnota dat er helemaal geen sprake was van radicalisering, twee jaar later had Delft ineens een pittig aandeel. Jongeren kunnen in hun denkbeelden heel snelle slagen maken.”

In 2013 moest er in allerhaast beleid komen tegen radicalisering. Na 2004, de tijd van de Hofstadgroep en de moord op Theo van Gogh, werd Nederland internationaal geroemd voor een fijnmazig antiradicaliseringsbeleid waarbij wijkagenten, jongerenwerkers en docenten werden betrokken. In de daaropvolgende jaren werd dat stap voor stap weer wegbezuinigd. Toen met de oprichting van het kalifaat in Syrië opnieuw de nood aan de man was, maakte de rijksoverheid vanaf 2015 miljoenen vrij, zogeheten ‘versterkingsgelden’, die naar de twintig gemeenten met uitreizigers gingen.

Veel moeders zaten met pijn, ze wilden hun kinderen terug. Vaders distantieerden zich van hun zonen.
Hasan Karadirek, oud-moskeevoorzitter

Delft kreeg dat eerste jaar 535.000 euro en legde zelf 175.000 euro bij, om een programma tegen ‘polarisering en radicalisering’ op te zetten. Opdracht één: onderzoeken hoe het kon dat plots twintig jongeren waren uitgereisd. Wat was de voedingsbodem? Ook was er behoefte aan nazorg bij de ouders van vertrokken jongeren, zegt oud-moskeevoorzitter Karadirek. “Veel moeders zaten met pijn, ze wilden hun kinderen terug. Vaders distantieerden zich van hun zonen.”

Ouders kregen trainingen, zodat ze radicalisering bij hun zonen en dochters zouden opmerken. “Er kwamen vragen als: waarom gaan kinderen daarheen? Wie is de ronselaar?”, zegt het Delftse CDA-fractielid Touraj Ghadimkhani die als mede-oprichter van een multiculturele vereniging meewerkt aan het antiradicaliseringsbeleid in de stad. “De bijeenkomsten met moeders en vaders zijn vooral preventief bedoeld. Het is moeilijk om te erkennen dat je zoon of dochter is geradicaliseerd. Je moet er al wat mee doen als de eerste signalen er zijn.”

CDA-fractielid Touraj Ghadimkhani (l) en Mehmet Taskir van de Turkse Culturele Vereniging Delft.Beeld Phil Nijhuis

Strategisch netwerk en contactcirkel

Om signalen dat een jongen zich afkeert van de maatschappij voortaan beter te herkennen, werd een nieuw netwerk gevormd. In totaal trainde de gemeente 250 personen – jeugdwerkers, leraren, wijkagenten – die radicalisering leerden herkennen, bespreken en aankaarten bij de gemeente. Er kwamen een strategisch netwerk en een contactcirkel met vertegenwoordigers van verschillende wijken en bevolkingsgroepen, zodat signalen niet meer in het luchtledige terechtkwamen. Toen er begin 2017 een aanslag werd gepleegd op een Canadese moskee, kwam de contactcirkel bij elkaar om de ­lokale gevolgen te bespreken.

Delft wil nu een volgende stap zetten. Het programma draait niet langer alleen om radicalisering, ook de polarisering komt nu aan bod.

Als het strategisch netwerk er al in 2012 was geweest, waren er waarschijnlijk niet zoveel jongeren uitgereisd vanuit Delft, denkt oud-moskeevoorzitter Karadirek. “Achteraf hoorden we pas dat die jongens waren geweigerd in een andere moskee. Er was wel bestuurlijk contact, maar dat ging niet daarover. Inmiddels hadden we veel makkelijker contact kunnen leggen. Je hebt een vertrouwensband.”

Vraag je betrokkenen naar het nut van het strategisch netwerk, dan hoor je dingen als: bruggen slaan tussen Delftenaren met verschillende achtergronden. Van de Zuid-Hollandse stad een tolerante plek maken, waar iedereen zich gehoord voelt. Zo moet een nieuwe schok als in 2012 uitblijven.

Inmiddels, zou je kunnen zeggen, is het grootste lek boven. Doordat IS grotendeels verslagen is, reist er niemand meer af, de gemeente krijgt geen signalen meer van grootschalige radicalisering. Delft wil daarom de volgende stap zetten. Het programma draait niet langer alleen om radicalisering, ook de ‘polarisering’ uit de programmatitel komt nu aan bod.

Haal radicalisering los van het geloof

Mehmet Taskir, de voorzitter van de in de moskee gevestigde Turkse Culturele Vereniging Delft, vindt het belangrijk dat radicalisering los wordt gezien van geloof. Als het altijd alleen over moslims gaat, en niet over bijvoorbeeld extreem-rechts, zegt hij, stigmatiseer je moslims. En dan ben je averechts bezig. “Jongeren moeten zich dan constant te verdedigen voor een geloof waarmee ze zijn opgegroeid.” Zij moeten het gevoel krijgen dat ze erbij horen, zegt hij. Met een baan en het gevoel dat ze aan hun toekomst werken, hou je ze op het juiste pad. Er is in Delft bijvoorbeeld een buddy-project: voor het vinden van stage of werk worden jongeren gekoppeld aan professionals.

Van Bijsterveldt hoopt daarom dat de TU Delft zich aansluit bij het netwerk. “Voor die studenten is geen zee te hoog. Het zijn generatiegenoten van de jongeren in een wijk als Buitenhof. Hoe mooi zou het zijn als ze samen optrekken?” Zo haal je werkloze jongeren uit het risicovolle isolement waarin ze verkeren. “Als je de hele dag in je eentje achter de computer zit, ben je heel beïnvloedbaar voor wat je op internet tegenkomt.”

Tijdens de nazit van het theaterstuk ‘Jihad de Voorstelling’, sprak de burgemeester met Marokkaans-Nederlandse jongeren. Die voorstelling is óók onderdeel van het antipolariseringsprogramma. De scholieren vertelden Van Bijsterveldt dat ze het gevoel hebben dat ze ‘er niet mogen zijn’. Er was ook een jongen die een ‘onversneden extreem-rechts’ geluid liet horen. Hij kwam uiteindelijk niet opdagen bij een tweede gesprek dat de burgemeester had met zijn klasgenoten, maar de bijeenkomst heeft haar wel verder gesterkt in haar overtuiging dat gesprekken in de stad onmisbaar zijn.

Aandacht geven aan het goede

De afgelopen jaren is in Delft daarom het aantal buurtinitiatieven opgeschroefd. Zo was er begin mei een ‘dag van de verbinding’. Alle culturen in de stad maakten gerechten, of speelden muziek uit hun eigen herkomstland. Touraj Ghadimkhani zat in de organisatie: “Binnenstadbewoners en mensen uit de buitenwijken hebben er kennisgemaakt. Op het hoogtepunt waren er zo’n veertig, 45 man.”

Ik geloof heel erg dat je aandacht moet geven aan het goede. Mooie, zachte, liefdevolle dingen benoemen.
Marja van Bijsterveldt, burgemeester van Delft

Ook Van Bijsterveldt beleeft veel plezier aan zulke initiatieven. “Ik was laatst op het Buitenhoffestival. Iedereen liep er rond, alle culturen, jongeren, vrouwen, kinderen. Ik geloof heel erg dat je aandacht moet geven aan het goede. Mooie, zachte, liefdevolle dingen benoemen.” Ze hoopt dat die tolerantie zich als een olievlek verspreidt.

Het zijn goedbedoelde projecten, waar mensen uit het netwerk veel tijd aan besteden. Ghadimkhani zou graag wat meer ondersteuning van de gemeente ervaren. “Geef jongeren die bezig zijn met het organiseren van een jongerendag een computer en een ruimte om te werken. Zo krijgen ze het gevoel dat zij aan zet zijn.” Karadirek merkt dat de projecten heel erg leunen op vrijwilligers, wat hem betreft zou er een betere mix moeten zijn met professionals. “Ik haal de buddy’s tot nu toe vooral uit mijn eigen netwerk. Het kost veel tijd ze te vinden en aan de juiste jongeren te koppelen.”

Meer vrijwilligers in Delft zeggen dat ze worstelen met tijdgebrek. Is antiradicaliseringsbeleid niet te belangrijk om aan vrijwilligers over te laten? Van Bijsterveldt draait het om. “Radicalisering is te belangrijk om alleen aan de overheid over te laten. De samenleving is zoveel meer.” De overheid alleen kan nooit in alle wijken voelsprieten hebben, zegt zij.

'Theedrinker' van Bijsterveldt

Critici kunnen Van Bijsterveldts pleidooi voor gemeenschapszin afdoen als ‘theedrinken’. Sinds burgemeester Job Cohen in Amsterdam moskeeën en buurthuizen afging om kopjes thee te drinken, is die methode synoniem geworden van ‘soft’ en ‘wegkijken’. Van Bijsterveldt waakt ervoor dat er een beeld van haar ontstaat als ‘theedrinker’. “Soft is juist heel erg hard. Ik geloof erin dat allerlei kleine dingen uiteindelijk het verschil maken.” Bovendien doet Delft ook aan repressie. “We treden hard op tegen mensen die een bedreiging vormen voor de veiligheid en democratische orde.” Jongeren die dreigen te radicaliseren krijgen een persoonlijke aanpak opgelegd, een combinatie van ‘dwang en drang’. 

Het optimisme dat de burgemeester uitspreekt, heeft de jongeren in de Sultan Ahmet Moskee nog niet aangestoken. De Turks-Nederlandse jongeren voelen zich in de hoek gezet. Sinds de mislukte coup in Turkije en campagneactiviteiten van Turkse politici in Europa, liggen Turkse Nederlanders onder vuur. Ligt hun loyaliteit hier of in Turkije? Ze zien het daarom weinig rooskleurig in. Als het zo doorgaat, zullen hun broertjes en zusjes, of hun kinderen het later nog zwaarder krijgen. Een paar jaar terug lagen de Marokkanen en eerder de Antillianen onder vuur, nu zitten Turken in het verdomhoekje, zegt Emre Erdil . “Toen voelde ik me niet echt aangesproken. Ik kan me voorstellen dat Marokkanen zich nu relaxter voelen, nu het steeds over ons gaat.”

Ik kan me voorstellen dat Marokkanen zich nu relaxter voelen, nu het steeds over ons gaat
Emre Erdil

Toch merken ook de jongeren dat de banden zijn aangehaald in de wijk. Veel organisaties, van kerken tot bejaardenhuizen, vragen de Turkse vereniging om samen te werken. In de kapsalon en de supermarkt van de moskee komt ook de witte autochtone Delftenaar. Dankzij onder meer een voetbaltoernooi tijdens de ramadan, groeit ook het contact met Somalische en Marokkaanse jongeren. De huidige bestuurders van de jongerenvereniging denken na over hun opvolging. Ze hopen dat bij de nieuwe gezichten, toekomstige bestuurders zitten. Wat Emre Erdil betreft hoeft het jongerenbestuur van de Turkse moskee straks niet meer exclusief Turks te zijn. “Het zou mooi zijn als we ook Somalische of Marokkaanse jongeren in het bestuur krijgen.”

Door het project verlaten de jongeren van Buitenhof en Tanthof de wijk wat vaker, zegt Touraj Ghadimkani. “Ze komen nu ook weleens op het stadhuis, praten met ambtenaren over hun wensen. Sommigen hadden het stadhuis nog nooit van binnen gezien.”

'Theedrinker' van Bijsterveldt
Beeld Trouw L&F

Niet elke stad is even open over uitreizigers

Sinds 2012 vertrokken in totaal zo’n 300 mensen uit verschillende Nederlandse gemeenten naar IS-gebied in Syrië en Irak. Van de 300 uitreizigers kwamen er zestig om het leven, ruim vijftig keerden terug. De rest is waarschijnlijk nog daar.

Uit Delft (100.000 inwoners) vertrokken zo’n twintig mensen, in vergelijkbare steden als Maastricht (ruim 120.000 inwoners) en Zoetermeer (kleine 125.000) ligt dat aantal lager: respectievelijk zes en vijftien. Uit Den Haag (500.000 inwoners) vertrokken in absolute zin de meeste mensen: 57. Niet elke gemeente is open over het aantal uitreizigers. Rotterdam, Hilversum en ­Leiden houden bijvoorbeeld de lippen op elkaar.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het antiradicaliseringsbeleid. Tot 2020 stelt het Rijk hiervoor geld beschikbaar. Ook dit jaar gaat er weer 6 miljoen euro naar twintig gemeenten.

Lees ook:

Topvoetballer Özil zet integratiedebat in Duitsland op scherp

Hij trad 92 keer aan voor het Duitse elftal, maakte 23 doelpunten en werd in 2014 met Duitsland wereldkampioen. Maar nu wil middenvelder Mesut Özil (29) niet meer voor zijn land spelen.

Mesut Özils vlammende brief is de slotakte van een Europese tragedie

De open brief van Mesut Özil aan Duitsland leest als een afrekening met de halfslachtige waardering van migranten in Europa, schrijft Abdelkader Benali. 

Onduidelijk of aanpak van radicalisering werkt

Het beleid tegen radicalisering en de controle daarop zijn een lappendeken. Daardoor is het onduidelijk of er een aanpak is die werkt. Gemeenten zijn verantwoordelijk, maar deskundigen pleiten ervoor dat het Rijk de regie in handen neemt.