Direct naar artikelinhoud

Giftige brandstof wordt gemengd in haven Amsterdam

In de haven worden reststoffen uit raffinaderijen en de chemische industrie 'geblend' tot zwaar vervuilende benzine, speciaal voor de West-Afrikaanse markt. Daarbij worden milieuregels overtreden, concludeert de toezichthouder.

Giftige brandstof wordt gemengd in haven Amsterdam
Beeld Shutterstock

Brandstofhandelaren maken optimaal gebruik van de lage eisen die in West-Afrika worden gesteld aan benzine en diesel. Dat concludeert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) uit de lading van 44 olietankers die de afgelopen jaren naar Afrika vertrokken vanuit vier Amsterdamse tankopslagbedrijven. Aan boord was volgens de ILT diesel die tot driehonderd keer meer zwavel bevatte dan in Europa is toegestaan.

Meer gif in brandstof
In West-Afrikaanse landen als Nigeria, Benin en Ivoorkust mogen autobrandstoffen veel meer kankerverwekkende en giftige stoffen bevatten dan in de EU. Brandstofhandelaren spelen daarop in.

Volgens de ILT worden diesel en benzine 'scherp geblend', zodat ze binnen de Afrikaanse brandstofnormen blijven en toch zoveel mogelijk bestaan uit goedkope reststromen van olieraffinaderijen en de chemische industrie.

Het gaat om bestanddelen die zonder extra behandeling niet bruikbaar zijn in Europese benzine of diesel. Omdat ze veel fijnstof en kankerverwekkende  uitlaatgassen veroorzaken, botsen brandstoffen hier dan meteen op milieunormen. Andere door ILT gevonden risicostoffen zijn slecht voor de motor. ILT spreekt verder van 'wezensvreemde stoffen' en goedkope 'volumevergroters' uit de chemie.

Afval wegmengen
ILT stelde een onderzoek in na een geruchtmakende studie naar het blenden in de havens van Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen van de Zwitsere pressieorganisatie Public Eye in 2016. Verontwaardigde politici trokken daaruit de conclusie dat rommel of zelfs gevaarlijk afval wordt 'weggemengd', iets dat ook al sinds de jaren negentig wordt gezegd over stookolie voor zeeschepen.

Hiervoor heeft ILT geen aanwijzingen gevonden. Dat verbaast de toezichthouder op zich niets - bewust illegale bijmenging van afval zou natuurlijk buiten de boeken worden gehouden. Bovendien:  raffinaderijen en chemiebedrijven zien hun reststromen niet als afval, maar als grondstoffen.

Maar dan moeten ze die reststromen wel netjes registreren en daar ontbreekt het nu aan. Het merendeel van de onderzochte bedrijven voldoet volgens de ILT niet aan de Europese stoffenregelgeving die sinds 2007 geldt. Daardoor is het 'moeilijk, zo niet onmogelijk' om te bepalen wat in de brandstofmengsels zit. Volgens de papieren gaat het bijvoorbeeld soms om raffinaderijbenzine, terwijl er na het blenden een veel langere lijst met bestanddelen moet zijn.

Inhoud lastig te bepalen
De documentatie is ronduit schimmig over de chemische samenstelling en de herkomst van de bestanddelen, concludeert ILT. Het blenden gebeurt bij het laden van de olietankers.

Omdat deze brandstoffen veel fijnstof en kankerverwekkende uitlaatgassen veroorzaken, botsen ze hier dan meteen op milieunormen.

Ook worden ze gevuld vanuit binnenvaartschepen met bestanddelen die soms van heinde en verre naar Amsterdam komen. Als de olietanker eenmaal vertrekt komt de lading gemiddeld uit dertig 'blendstromen', zo heeft ILT vastgesteld uit onder meer monsters die bij de tankopslagbedrijven zijn gevorderd.

Bij het blenden van brandstoffen voor de Afrikaanse markt gaat het overigens om internationaal gangbare praktijken. Public Eye noemde oliehandelaren als Gunvor en Vitol. ILT stelt vast dat ook de handelsdivisies van grote oliemaatschappijen als Shell, BP en Chevron de blends produceren voor Afrika. 

Tankopslagbedrijven zoals in de Amsterdamse haven ziet ILT als 'faciliterend'. Het zijn de producenten van de reststromen en de brandstofhandelaren die 'aan de knoppen' zitten.

Toezicht verscherpen
ILT kondigt aan het toezicht te verscherpen en richt zich daarbij op de registratie, vooral van de in brandstoffen gevonden risicostoffen. Op die manier kan ILT het gebruik van voor brandstoffen ongeschikte bestanddelen beter aanpakken. 

Raffinaderijen en chemiebedrijven moeten hun verantwoordelijkheid nemen, vindt ILT, door alleen reststromen te verkopen waarvan ze hebben aangetoond dat die geen risico's opleveren voor het milieu of de gezondheid. Volgens de  Europese stoffenregelgeving zijn ze ook verplicht om dit soort risico's te beschrijven.

Verbod controleren
ILT gaat daarnaast onderzoeken of brandstoffenhandelaren zich houden aan het verbod om op zeeschepen chemische processen uit te voeren. Tijdens het onderzoek stuitte ILT op een olietanker naar West-Afrika waar dit verbod mogelijk is overtreden. 

Het verbod moet voorkomen dat gevaarlijk afval dat onderweg ontstaat illegaal wordt geloosd. Dat verbod werd ingesteld na de ramp met de Probo Koala, het schip dat in 2006 Amsterdam verliet met tonnen giftig afval dat weken later gedumpt bleek op stortplaatsen in Ivoorkust. Volgens de Ivoriaanse regering vielen daar toen zeventien doden en duizenden mensen kregen gezondheidsklachten.

Bij het blenden van stookolie, wat vooral vanuit de haven van Rotterdam gebeurt, heeft ILT wel twee brandstofhandelaren betrapt op het verwerken van afvalstoffen. Meerdere zaken zijn overgedragen voor eventuele strafrechtelijke vervolging.

ILT kondigt aan het toezicht te verscherpen en richt zich daarbij op de registratie.

Reacties vanuit politiek
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Milieu) noemt de bevindingen van toezichthouder ILT 'zorgwekkend'. Scherper toezicht op de stoffenregelgeving moet producenten en handelaren van dit soort blends aan het denken zetten. 

'Ik vind het belangrijk dat de brandstofsector zich meer bewust wordt van de noodzaak om stil te staan bij de milieuhygiënische gevolgen van de producten die hij op de markt brengt. Dit rapport stimuleert de bewustwording.'

De staatssecretaris stipt wel aan dat schonere normen voor brandstoffen alleen mogelijk zijn vanuit de Afrikaanse landen zelf. Het gaat om een legale praktijk, schrijft zij over het blenden. 

Na de zomer volgt nog wel een onderzoek naar de vraag of de brandstofsector met de extra vervuilende blends zijn boekje te buiten gaat als het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarbij wordt bekeken of de export van brandstoffen voor de Afrikaanse markt botst met Oeso-richtlijnen.

'Uitkomst rapport onverteerbaar'
Vanuit de Amsterdamse gemeenteraad worden grote vraagtekens gezet bij de handelwijze van de brandstofsector. "Dit rapport laat zien dat die vuile diesel wordt gemengd in de Amsterdamse haven. Dat is onverteerbaar," zegt GroenLinksraadslid Jasper Groen. "Ik ga de wethouder vragen wat we als gemeente kunnen doen om de havenbedrijven te wijzen op hun verantwoordelijkheid bij het mengen en bij het vragen van volledige transparantie over de herkomst van de stoffen."

Dit rapport laat zien dat die vuile diesel wordt gemengd in de Amsterdamse haven. Dat is onverteerbaar

Tip Het Parool
Heb je een nieuwstip of nieuwsfoto? Voeg ons toe op Whatsapp. Liever mailen of anoniem tippen? Bekijk hier hoe dat kan.