Koning Willem-Alexander en Johan Remkes in 2013.
NOS NieuwsAangepast

Commissaris van de koning zwijgt over de koning

  • Piet van Asseldonk

    redacteur Koninklijk Huis

  • Piet van Asseldonk

    redacteur Koninklijk Huis

De Staatscommissie Parlementair Stelsel onder voorzitterschap van Johan Remkes (VVD), commissaris van de koning in Noord-Holland, bracht onlangs een tussenrapport uit over de mogelijkheden "om democratie, rechtsstaat en parlement te versterken". Daarin wordt met geen woord gerept over de monarchie.

De commissaris van de koning en zijn commissie zwijgen over de koning. Omdat ergens over zwijgen ook "veelzeggend" kan zijn, dringt de vraag naar het waarom hiervan zich op. In het recente verleden beval onder anderen Eerste Kamerlid Tiny Kox (SP) juist het instrument van een staatscommissie aan om een meer "logische samenhang tussen monarchie en democratie" te realiseren.

Bovendien maakt D66, in de commissie-Remkes aanwezig via ex-staatssecretaris Jacob Kohnstamm, zich al jaren sterk voor een "modernisering van de monarchie".

Zo gering en verwaarloosbaar?

Het onbesproken laten van de monarchie door Johan Remkes en de zijnen kan te maken hebben met de brede waardering, zoals die steeds weer blijkt uit opinieonderzoeken, voor onze monarchale staatsvorm in het algemeen en de 'apolitieke' ambtsuitoefening van Willem-Alexander in het bijzonder.

Het kan echter ook betekenen dat de staatscommissie de macht van het koninklijk staatshoofd in ons bestel zo gering en zo verwaarloosbaar vindt dat onderzoek daarnaar niet nodig is. Die opdracht luidt: "onderzoeken of er veranderingen nodig zijn in het parlementaire stelsel en de parlementaire democratie" om zo de burgers "meer te betrekken bij beleid en politiek" en de rechtsstaat toekomstbestendig te maken.

Nu de koning geen rol van betekenis meer speelt bij kabinetsformaties, is een belangrijk zichtbaar deel van zijn politieke macht verdwenen. De begin vorig jaar ingestelde staatscommissie van Remkes verwijst daarnaar in de "probleemverkenning" die ze afgelopen oktober publiceerde.

Daarin staat te lezen: "Er is sprake van een gestaag afnemende koninklijke macht (zowel in formele als in feitelijke zin), met als meest recente voorbeeld de herziening van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer in 2012, waardoor de rol van de koning in de kabinetsformatie sterk werd geminimaliseerd." Vervolgens wordt door de staatscommissie over koning en monarchie verder gezwegen.

Lastig om aan monarchie te morrelen

Het is vanwege de grondwettelijke verankering van alles wat met de koning te maken heeft ook lastig om aan de monarchie, om welke reden dan ook, te gaan morrelen. De staatscommissie realiseert zich naar eigen zeggen hoe omslachtig en tijdrovend de procedures voor grondwetsherzieningen zijn. Zij schrijft eveneens weet te hebben van de kritiek daarop, maar wenst die procedures niettemin "aan te merken als een voordeel" en ze "op een enkele verbetering na" te willen handhaven, omdat ze "de nodige waarborgen" bieden tegen "overhaaste en ondoordachte ingrepen".

Uitkering voor prinses Amalia

Er is desondanks al meermalen geopperd, in het bijzonder door D66 en SP, om ten aanzien van de monarchie alvast een paar grondwettelijke blokkades weg te nemen waardoor (eventuele) hervormingen in de toekomst gemakkelijker zouden worden. Daarbij werden met name genoemd het voorzitterschap van de koning van de Raad van State, zijn lidmaatschap van de regering en de toekenning van wettelijke uitkeringen aan leden van het Koninklijk Huis onder wie de prinses van Oranje (Amalia) zodra ze achttien jaar wordt. De staatscommissie van Johan Remkes is deze weg niet ingeslagen. Zij zwijgt over koning en monarchie. Tot nu toe. Aan het eind van dit jaar komt er nog een slotrapport.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl