Direct naar artikelinhoud
opinie

Goed burgerschapsonderwijs is persoonsvorming

Minister Arie Slob voor basis- en voortgezet onderwijs en media (ChristenUnie) heeft een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd met inhoudelijke eisen aan het Nederlandse burgerschapsonderwijs.Beeld ANP

Het gaat bij burgerschapsonderwijs niet om een lesje maatschappijleer of staatsinrichting, maar om actief en betrokken nadenken over een rechtvaardige samenleving, betoogt Martin Slagter, docent en oprichter Hogeschool voor Toegepaste Filosofie. 

Het nieuwe wetsvoorstel dat minister Slob naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, stelt voor het eerst inhoudelijke eisen aan het Nederlandse burgerschapsonderwijs en biedt de overheid handvatten om deze eisen te handhaven. Volgens socioloog en leerkracht Alan Varkevisser is zo'n wet helemaal niet nodig (Opinie, 12 juni). Hij wil gewoon zijn werk doen en verder met rust worden gelaten. Volgens Varkevisser gaat het al heel goed met de burgerschapsvorming in Nederland en is er geen enkele behoefte aan een 'beschavingsoffensief' in het onderwijs.

Ik weet niet op welk cultureel eiland de school van Varkevisser staat, maar zijn waarneming klopt in ieder geval niet met de recente bevindingen in 'De Staat van het Onderwijs', waarin een hard oordeel wordt geveld over de burgerschapsvorming van Nederlandse jongeren (april 2018). En zou het hem nu echt zijn ontgaan dat de waarden van de Verlichting, waarop de westerse democratieën zijn gebaseerd, in toenemende mate onder druk staan? Dat is toch niet alleen een kwestie van perspectief?

Goed burgerschapsonderwijs betekent dat jongeren de waarden waarop onze democratie en rechtsstaat zijn gebaseerd, internaliseren: zich daadwerkelijk eigen maken

Burgerschapsvorming vindt ook buiten de school plaats, merkt Varkevisser terecht op. Maar te stellen dat het onderwijs er daarom geen aandacht aan hoeft te besteden, is hetzelfde als het vak Nederlands afschaffen omdat taalverwerving ook buiten het onderwijs plaatsvindt.

Net als elk ander vak kun je ook burgerschapsvorming op een slechte manier geven, zoals onder meer de praktijk in het mbo bewijst. In het mbo is burgerschap al meer dan tien jaar een verplicht vak, dat daar letterlijk door iedereen wordt gegeven, maar zelden door een bevoegde docent. Eisen stellen aan het vak burgerschap betekent in de eerste plaats: eisen stellen aan de docent die het vak geeft. Onderwijs is nooit beter dan de docent die het verzorgt. Zorg ervoor dat alleen hoogopgeleide, bevoegde docenten burgerschapsonderwijs geven, dat wil zeggen: docenten die over voldoende inhoudelijke kennis beschikken omtrent de basisprincipes van onze democratie en rechtsstaat, en de waarden waarin deze zijn geworteld. In de opleiding van de docenten moet ruim aandacht worden besteed aan filosofie en filosofische vaardigheden.

Volgens minister Slob moeten bij burgerschapsonderwijs de universele rechten van de mens en de Grondwet leidend zijn. Daarmee bedoelt hij natuurlijk niet dat de inhoud van die documenten als kennis moet worden overgedragen, laat staan door leerlingen uit het hoofd geleerd.

Het gaat bij burgerschapsonderwijs niet om een lesje maatschappijleer of staatsinrichting, maar om actief en betrokken nadenken over een rechtvaardige samenleving. Goed burgerschapsonderwijs betekent dat jongeren de waarden waarop onze democratie en rechtsstaat zijn gebaseerd, internaliseren: zich daadwerkelijk eigen maken. Ze moeten niet alleen weten wat democratie inhoudt, maar daadwerkelijk democraat wórden.

Een goede manier om dat effect te bereiken is de socratische gespreksmethode. Hierin dient de docent burgerschap bij uitstek bedreven te zijn. In een socratisch gesprek gaat het niet om debat en discussie, maar om een dialoog: een gezamenlijk intellectueel onderzoek naar onderliggende waarden, waarbij hardop wordt nagedacht en foute antwoorden niet bestaan.

Om zo'n gesprek in goede banen te leiden, dient de docent burgerschap niet alleen over voldoende intellectuele bagage te beschikken, maar ook over voldoende overwicht om zijn leerlingen - volgens het adagium van Bordewijks 'Bint' - te laten 'klimmen' en tot volwaardige burgers te laten uitgroeien.

Lees ook: Burgerschapsonderwijs is leerlingen motiveren de wereld iets beter te maken

Volgens columnist James Kennedy weet Nederland niet hoe burgerschap vorm zou moeten krijgen in het onderwijs.