Direct naar artikelinhoud
OpinieEnergiebeleid

Energiebeleid: een ‘Grote Sprong Voorwaarts’ zonder veel realiteitszin

Dit kabinet streeft lovenswaardige doelen na in zijn energiepolitiek maar de resultaten kunnen desastreus uitpakken, betoogt oud-PvdA-Kamerlid Jan Vos.

Medewerkers aan het werk tijdens de officiële herstart van de aluminiumproductie.Beeld ANP

De Nederlandse energiepolitiek vertoont tekenen van de Chinese ‘Grote Sprong Voorwaarts’. Van 1958 tot 1961 stond Mao Zedong grote veranderingen in de Chinese economie voor die uitmondden in chaos, hongersnood en miljoenen doden. Hoewel de doelen in China lovenswaardig waren, was het resultaat desastreus.

Het gaat te ver om te stellen dat onze energiepolitiek zal leiden tot hongersnood en doden. Maar dit kabinet kan leren van de gemaakte fouten bij een politiek gestuurde economische paradigmaverschuiving, minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat voorop.

Natuurlijk is de minister een lovens­waardig democraat, in tegenstelling tot Mao. Maar hij zou wel beter kunnen luisteren naar kritiek. Een gebrekkige kennis van zaken, weinig aandacht voor de uitvoering en een verkeerde visie op de realiteit kunnen ons behoorlijk opbreken. De oorzaken van het mislukken van de ‘Grote Sprong Voorwaarts’ zijn interessant voor onze energiepolitiek.

Unieke infrastructuur

De Nederlandse energie-infrastructuur is uniek in de wereld. In weinig landen is de energievoorziening zo stabiel. Dat is het gevolg van grote investeringen in onze netwerken en een goed doordachte mix van moderne productiefaciliteiten. Bovendien is onze industrie energie-intensief. Dat komt door het beleid na de vondst van aardgas in ons land: het goedkope gas maakte zeer concurrerende energie-intensieve industrie mogelijk en dat zorgde voor werk­gelegenheid. Maar dat goed functionerende systeem wordt nu wel heel snel aan heel veel druk onderworpen.

Nederland moet van het gas af. Heel Groningen blij, en terecht. Maar wanneer? In 2030, ongeveer dan. En wat betekent dat in de praktijk? Kan dat eigenlijk wel? Is het de meest effectieve methode? Nou, dat is een stuk lastiger. In 2013 is bijvoorbeeld aluminiumfabriek Aldel, ook in Groningen, gered van de ondergang. Aldel is zo’n typisch energie-intensief bedrijf; aluminiumproductie kost heel veel energie. Dat kan niet zonder aardgas. Dat geldt ook voor kunstmestfabrikant Yara in Zeeland, of de staalproductie van Tata Steel in Noord-Holland. Als die fabrieken moeten sluiten omwille van beleid van dit kabinet is leiden in last. Het is waanzin om te denken dat deze bedrijven overleven zonder gas.

Niet goed voor de economie, niet goed voor het klimaat

Dus de brief van Wiebes aan de industrie waarin hij vraagt of de bedrijven binnen een paar jaar van het aardgas af willen gaan, die lijkt een beetje op wat Mao deed in de late jaren vijftig: veel visie, weinig realiteitszin. Dat levert werkloosheid op in ‘krimp­regio’s’ en het verlies van cruciale industrie. Als de plannen al doorgaan, wat we zeer kunnen betwijfelen, want zoiets ligt politiek niet lekker. Het is ook niet goed voor het klimaat. Want in andere landen wordt minder efficiënt geproduceerd en dus meer CO2 uitgestoten.

Hoe moet het dan wel? We waren aardig op weg. Het voorlaatste regeerakkoord heeft het mogelijk gemaakt dat in Nederland het grootste windmolenpark ter wereld wordt gebouwd op de Noordzee. Dat was echte visie. De kostprijs van ‘Wind op Zee’ ging nog tijdens die kabinetsperiode van 24 naar 4,5 cent per kWh en vele generaties zullen de schone energie kunnen gebruiken, waarschijnlijk nog lang nadat de economische levensduur van de parken is verstreken. Het allermooiste is dat niet alleen in Nederland, maar wereldwijd de prijzen van ‘Wind op Zee’ zijn gedaald, voor een belangrijk deel door de Nederlandse successen. Ook mooi meegenomen is dat onze industrie daar wereldwijd van kan profiteren. Waar zijn dergelijke echte prestaties van dit kabinet? Waar is er zicht op?

Kansen

Kansen te over. Nederland zou groot kunnen zijn in waterstof, omdat de windenergie kan worden omgezet in waterstof en zelfs kan worden ingevoerd op ons gasnet. Deze week kwam er een interessant rapport uit van onderzoeksbureau CE Delft. Het rapport concludeert dat een belangrijke rol is weggelegd voor waterstof en benadrukt nog eens de grote investeringen en risico’s die het ontwikkelen van een nieuwe energieketen met zich meebrengen. In de studie staan kosten en belemmeringen voor de ontwikkeling van drie typen waterstofketens centraal: blauwe waterstof (uit aardgas), groene waterstof (uit groene energie) en import waterstof (uit zon). De studie wijst uit dat er in eerste aanleg vooral kansen liggen voor de blauwe route, met name in de industrie en elektriciteitsvoorziening. Rond 2030 doet zich een omslagpunt voor waar ook de hernieuwbare vormen van waterstof concurrerend worden.

Nederland is groot in de zeevaart, waar waterstof de toekomst is. Ook voor onze industrie is het de oplossing. We kunnen fantastisch grootschalig experimenteren met zelf­rijdende elektrische auto’s, omdat we zo’n mooi klein land hebben met een super wegennet. Getijdestroom is ook heel Nederlands. De crux van de oplossingen ligt in wereldwijd toepasbare, exponentieel schaalbare technologie met sterk dalende kostprijzen. Dat helpt het klimaat en onze economie. Maar de visie, aandacht voor de uitvoering en de bijbehorende financiële middelen ontbreken: de waan van de dag regeert.

In 1961 zette Mao de ‘Grote Sprong Voorwaarts’ stil, omdat hij inzag verkeerde uitvoering te hebben gegeven aan zijn plannen voor meer welvaart. Het zou tot de late jaren zeventig duren voordat China het pad naar economische groei terugvond. Die tijd hebben we niet als het gaat om onze energiepolitiek en het klimaat.

Jan Vos is ondernemer en voormalig Tweede Kamerlid en energiewoordvoerder namens de PvdA