Lidstaten kunnen wel een zogenoemd terugkeerbesluit vaststellen, maar dat mag pas worden uitgevoerd als in hoger beroep is vastgesteld dat de asielzoeker geen recht op internationale bescherming heeft. Gedurende de beroepsprocedure mag de betrokkene niet worden vastgezet.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft dat dinsdag bepaald in een zaak van een Togolees die in 2014 het bevel heeft gekregen om België te verlaten. Hij is tegen de beslissing in beroep gegaan. De Belgische Raad van State heeft daarna advies gevraagd aan het hof in Luxemburg.
Na de eerste afwijzing is het verblijf nog niet illegaal, aldus het hof. Een effectief verwijderings- en terugkeerbeleid moet gepaard gaan ''met volledige eerbiediging van de grondrechten en de waardigheid van de betrokkenen'', stellen de rechters.
België had in dit geval de regels niet juist toegepast, omdat de man werd verplicht het grondgebied te verlaten. De terugkeerprocedure had moeten worden geschorst.
Wil jij elke ochtend direct weten wat je 's nachts gemist hebt en wat er die dag gaat gebeuren? Abonneer je dan nu op onze Dit wordt het nieuws-nieuwsbrief!