Haagse lobby-club ‘thinc’ ondermijnt status internationaal recht

Een nieuwe loot van de Israël-lobby bevecht de status van het internationaal recht in het Palestijns-Israëlische conflict. De rechtsorde wordt opgeofferd aan het ideaal van een Groot-Israël.

De illegale Israëlische kolonisering van Palestina in beeld. Volgens lobby-organisatie thinc zijn ‘de meeste, zo niet alle, Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem’ legaal.

Haagse bronnen melden dat een pro-Israëlische lobbyclub bezig is de Tweede Kamer te bewerken. Het zogeheten ‘The Hague Initiative for International Co-operation’, afgekort als ‘thinc’, is een lobby-organisatie die beoogt de internationale consensus over de toepassing van het internationaal recht in de kwestie-Palestina/Israël te ondermijnen.

Wereld is ‘partijdig’, zegt thinc

Thinc werd in mei 2017 opgericht en is gevestigd in Den Haag. Anders dan zijn neutrale naam doet vermoeden, richt het zich uitsluitend op de kwestie-Palestina/Israël. Uit het mission statement van de organisatie:

[…] het internationaal recht wordt vaak in de VN, de EU en andere instanties ingezet voor militaire en politieke doeleinden (‘lawfare’). Het meest duidelijke voorbeeld is het Israël/Palestina conflict. Een dergelijk partijdig gebruik van het recht is een obstakel voor de geweldloze oplossing van internationale conflicten, en dat willen we veranderen.

Thinc stelt dus dat het uitblijven van een geweldloze oplossing van het ‘conflict’ te wijten is aan de uitleg die de internationale gemeenschap geeft aan het internationaal recht. De wereld zou het internationaal recht ‘partijdig gebruiken’ om Israël te dwarsbomen, luidt de klacht.

Met de term ‘lawfare’ omarmt thinc het jargon waarmee de Israëlische regering mensenrechtenorganisaties zwartmaakt die schendingen van het internationaal recht aankaarten.

Tegen tweestatenoplossing

In zijn business plan 2017-2020 zegt thinc dat de internationale bejegening van Israël ‘het meest in het oog springende geval van misbruik van het recht is’. Uit het plan blijkt dat thinc vooral het standpunt van de internationale gemeenschap aanvecht dat Israël geen soevereine claims kan doen gelden op Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever.

In dat verband keert thinc zich ook tegen de doelstelling van de Nederlandse regering en de Europese Unie (EU) om, in het kader van de tweestatenoplossing en op basis van de grenzen van 1967 (de zogenoemde Groene Lijn), te komen tot een Palestijnse staat naast Israël.

Thinc wil ‘leiders, beleidsmakers en opiniemakers wereldwijd, in het bijzonder de besluitvormers in de EU’, ertoe brengen dat doel te herzien. Daartoe dient slechts het internationaal recht creatief geïnterpreteerd te worden – een klus waarbij thinc graag behulpzaam is.

SGP bij thinc-conferentie

In juni 2017 organiseerde thinc een conferentie in het Vredespaleis, waaraan juristen uit twaalf landen deelnamen. Opmerkelijk in dat gezelschap was de aanwezigheid van twee politici: SGP-leider en Tweede Kamerlid Kees van der Staaij, en Diederik van Dijk, Eerste Kamerlid voor diezelfde partij.

Tijdens de conferentie zochten de deelnemers naar aanknopingspunten om de juridische en politieke status van twee belangrijke documenten te ondermijnen: resolutie 2334 van de VN-Veiligheidsraad van 24 december 2016 over het Israëlische nederzettingenbeleid, en de ‘advisory opinion’ van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) uit 2004 over de ‘Afscheidingsmuur’ die Israël in bezet Palestijns gebied heeft gebouwd (en bouwt).

De conclusies van de conferentie werden in oktober 2017 gebundeld in een verklaring, getiteld The Hague Statement of jurists on the Israel-Palestine conflict (kortweg Hague Statement). Daarin presenteert thinc een negental ‘juridische stellingen’ die een alternatieve uitleg geven van fundamentele juridische regels en ijkpunten. Zo wordt bijvoorbeeld betwist dat Israël de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, bezet houdt.

‘Israël omvat hele Mandaatgebied’

Een ander bizar standpunt betreft Israëls grenzen. De internationale gemeenschap, waaronder Nederland en de EU, erkent Israël binnen de grenzen van 1967. Volgens thinc omvat Israël echter het hele territorium van het voormalige Britse Mandaatgebied, en beslaat het dus ook de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en de Gazastrook.

Dat onnavolgbare standpunt maakt ook deel uit van de kritiek van thinc op een resolutie over Jeruzalem van de Algemene Vergadering van de VN uit november 2017. In die kritiek onderbouwt thinc zijn claim als volgt:

We should point out the principle of uti possidetis juris, determining that the borders of a new State on becoming independent are the pre-existing administrative borders. As a consequence, the entire Mandate territory, including Jerusalem as a whole, became the territory of Israel.

‘Nederzettingen zijn legaal’

Het Hague Statement bevat ook een opmerkelijke visie op Israëls illegale kolonies (‘nederzettingen’). Zo zouden Israëlische kolonisten zich moeten kunnen vestigen in bezet Palestijns gebied. Volgens de verklaring bestaat er namelijk geen juridische grond om alle nederzettingen in Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever als illegaal aan te merken. Dat zou een grove simplificatie zijn van artikel 49 (6) van de Vierde Conventie van Genève, aldus de verklaring. Artikel 49 (6) luidt:

The Occupying Power shall not deport or transfer parts of its own civilian population into the territory it occupies.

Op zijn website gaat thinc nog een stap verder. In een position paper over het nederzettingenbeleid stelt het dat ‘de meeste, zo niet alle, Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem onder het internationaal recht legaal zijn, alsook het beleid van de Israëlische regering dat de nederzettingen faciliteert’.

Kabinet verwerpt Hague statement

Vermoedelijk op voorspraak van de SGP heeft de Vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken het kabinet onlangs om een reactie op het Hague Statement gevraagd. In zijn reactie distantieerde het kabinet zich van de verklaring. Aan de Kamer schreef het:

Voor het kabinet is het internationaal recht, in het bijzonder het bezettingsrecht, dat onderdeel uitmaakt van het humanitair oorlogsrecht, en mensenrechten leidend voor de Nederlandse inzet ten aanzien van het Israëlisch-Palestijnse conflict.

Het kabinet houdt daarbij onverkort vast aan resolutie 2334 van de VN-Veiligheidsraad:

Het kabinet [verwelkomt] VN Veiligheidsraadresolutie 2334, die in lijn is met het Nederlandse en Europese beleid en waarin de twee-statenoplossing centraal staat. Het kabinet deelt dan ook niet het standpunt van de deelnemers aan bovengenoemde bijeenkomst dat de juridische overwegingen die ten grondslag liggen aan deze resolutie herziening behoeven.

Directeur Christians for Israel in bestuur

Een van de drie bestuursleden van thinc is Andrew Tucker, directeur van Christians for Israel International, een koepel van christen-zionistische organisaties waartoe ook de Nederlandse tak Christenen voor Israël (CvI) behoort. CvI ontkent dat de Palestijnse gebieden door Israël bezet worden gehouden en steunt de Israëlische nederzettingen.

Tucker, die de (eventuele) ontmanteling van illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestina heeft aangemerkt als ‘etnische zuivering’ van joden, is tevens juridisch adviseur van de European Coalition for Israel (ECI), een fanatieke christen-zionistische lobby-organisatie in Brussel.

Een ander bestuurslid dat zijn sporen als Israël-activist heeft verdiend is Pieter Hoogendoorn. Hoogendoorn is voormalig voorzitter van Missing Peace, een organisatie die tussen 2010 en 2016 Israëlische hasbara (propaganda) in Nederland heeft verspreid en versterkt.

Een van de twee Senior Fellows van thinc is Matthijs de Blois, voormalig docent rechten aan de Universiteit Utrecht en in pro-Israël-kringen een geliefd spreker om recht te praten wat juridisch krom is. Zo staat De Blois bekend om zijn vergoelijkende beschouwingen van het Israëlische nederzettingenbeleid – een beleid dat in het oprichtingsstatuut van het Internationaal Strafhof (Statuut van Rome) tot de oorlogsmisdaden wordt gerekend.

Pleidooi voor een koloniaal Groot-Israël

Deze maand lanceerden Andrew Tucker en Matthijs de Blois in Jeruzalem een nieuw wapen in de vorm van hun boek Israel on trial – How International Law is being misused to delegitimize the State of Israel. Het boek, uitgegeven door thinc, is een proeve van onverantwoorde juridische interpretatie, dat gelezen moet worden als een pleidooi voor een koloniaal Groot-Israël.

Veelzeggend is dat de boekpresentatie mede werd georganiseerd door NGO Monitor, de Israëlische organisatie die de politiek en de publieke opinie in Israël en Europa ophitst tegen mensenrechtenorganisaties die de Israëlische bezetting en schendingen van het internationaal recht aan de kaak stellen.

‘VN ondermijnt Joodse staat’

Het boek vormt een nieuwe aanval op de internationale rechtsorde, en gaat binnen dat genre extreem ver. Tucker en De Blois verwijten de EU dat die eraan heeft bijgedragen dat de VN is verworden tot ‘een platform voor lawfare tegen Israël: beleid en resoluties die gebruikmaken van de taal van het internationaal recht, maar feitelijk het bestaan van de Joodse staat ondermijnen en een twijfelachtige basis hebben in het internationaal recht’.

Hoe het wél zou moeten vertellen de auteurs er ook bij. Terwijl de ‘Joodse staat Israël’ aanspraak maakt op ‘territoriale integriteit, veiligheid en politieke onafhankelijkheid’, moeten de ‘Palestijnse Arabieren’ genoegen nemen met ‘politieke autonomie en economische en sociale vooruitgang’. Aldus het pleidooi voor ‘rechtvaardigheid’ van Tucker en De Blois.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy