Europa: te veel ongelukken, dus geen prijs voor verkeersveiligheid

De afgelopen vier jaar is het aantal verkeersdoden met een magere 3 procent teruggelopen, veel te weinig om het aantal tegen 2020 te halveren en tegen 2050 vlakbij nul te krijgen, zoals de beleidsmakers in Brussel voor ogen hebben. ,,Als in Europa elke week twee volle passagiersvliegtuigen op elkaar zouden knallen en niemand zou het overleven, dan zou daar een ingrijpend antwoord op komen. Op de weg gebeurt een vergelijkbare ramp, we moeten ook daar voor zo’n antwoord zorgen'', aldus Antonio Avenoso, de directeur van de Raad.

Vorig jaar, zo meldt hij in een noodkreet, verloren opnieuw 25.500 mensen hun leven op de weg. Alleen Estland en Griekenland lagen toen met de afname van hun aantal verkeersdoden op schema. Voor al langer redelijk of goed presterende landen zoals Nederland, met relatief weinig verkeersdoden per miljoen inwoners, wordt de uitdaging om het aantal verder te beperken natuurlijk wel steeds groter.

Avenoso en zijn Raad roepen de Europese lidstaten op snel werk te maken van nieuwe Brusselse voorstellen om zowel auto’s als wegen veiliger te maken. Auto’s moeten door technische foefjes die slecht rijgedrag corrigeren worden verbeterd, maar ook bij de aanleg van wegen moet rekening worden gehouden met zwakke weggebruikers en dienen gevaarlijke punten te worden weggewerkt. Eenmaal uitgevoerd, aldus Brussel, zou dat elk jaar alweer zo’n 2.000 mensenlevens sparen.

Voor veel lidstaten is er ook nog werk aan de winkel op het vlak van handhaving. De meeste verkeersslachtoffers vallen door hoge snelheid, rijden onder invloed van drank en/of drugs, onoplettendheid door oververmoeidheid of sociale media achter het stuur en het niet dragen van de veiligheidsriem.