Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Dividendbelasting, het meest kwetsbare dossier voor Rutte III

Shell en dividendbelasting Shell sprak in 2004 met de Belastingdienst af dat Britse aandeelhouders geen dividendbelasting hoefden te betalen. Is dat legaal?

Commissarissen en bestuurders van Shell tijdens de laatste aandeelhoudersvergadering.
Commissarissen en bestuurders van Shell tijdens de laatste aandeelhoudersvergadering. Foto David van Dam

De dividendbelasting wordt afgeschaft. Sinds de start van het nieuwe kabinet, acht maanden geleden, zorgen die vier droge woorden uit het regeerakkoord nog altijd wekelijks voor consternatie.

Er gaat bijna geen debat in de Tweede Kamer voorbij of het ‘D-woord’ valt. Waarom wil het kabinet de dividendbelasting toch afschaffen? Wie heeft het bedacht? Kunnen we het geld dat dit kost – inmiddels geraamd op 1,6 miljard euro – niet anders besteden dan aan buitenlandse beleggers?

Als de oppositie er niet over klaagt, duiken er wel publicaties op over het besluit, dat in geen enkel verkiezingsprogramma stond. Afgelopen weekend was het Trouw dat berichtte over een geheime afspraak tussen de Belastingdienst en Shell. Via een ingenieuze fiscale constructie blijkt dat een deel van de Shell-aandeelhouders al jaren überhaupt geen dividendbelasting hoeft te betalen. Onmiddellijk sloeg de oppositie erop aan, met een nieuwe serie vragen. GroenLinks dringt zelfs aan op een parlementaire enquête.

Drie vragen over een nieuwe episode in het meest kwetsbare dossier van Rutte III.

1 Wat hield die geheime afspraak van Shell met de Belastingdienst in?

Onder de kop Een oplossing voor Shell publiceerde dagblad Trouw zaterdag over een geheime afspraak tussen Shell en de Belastingdienst. Deze zogeheten ruling dateert van 2004. Dat was het jaar waarin het olieconcern na het schandaal over te hoog voorgespiegelde oliereserves besloot tot een aandelenfusie van de twee moederbedrijven, het Britse Shell Transport en de Nederlandse Koninklijke Olie. Omdat de nieuwe moedermaatschappij voor Den Haag koos als vestigingsplaats, viel Shell voortaan onder Nederlands belastingrecht.

Dat creëerde een probleem voor de oorspronkelijke aandeelhouders in het Britse Shell Transport. In het Verenigd Koninkrijk bestaat namelijk geen dividendbelasting, in Nederland wel (destijds nog 25 procent; nu 15 procent). Om die ‘Britse’ aandeelhouders mee te krijgen tuigde Shell, met toestemming van de Nederlandse fiscus, een constructie op met een duale aandelenstructuur.

Shell zou de toekomstige dividenduitkeringen aan de houders van de zogeheten aandelen B (in de oorspronkelijke Britse moeder) via een trust op het belastingvriendelijk Kanaaleiland Jersey gaan uitkeren. Daardoor zouden deze aandeelhouders verschoond blijven van (Nederlandse) dividendbelasting. Alleen de houders van ‘Nederlandse’ aandelen A zouden dividendbelasting moeten betalen. Al wordt die voor vrijwel alle beleggers verrekend met de inkomstenbelasting.

Volgens fiscaal onderzoeksbureau Somo heeft Shell – onder beleggers populair wegens een royaal dividendbeleid – aldus ruim 7 miljard euro aan belasting ontweken.

2 Is deze constructie legaal?

Volgens een woordvoerder van de Belastingdienst, die de deal met Shell niet wil bevestigen, is het maken van fiscale rulings met grote bedrijven niet ongebruikelijk en „altijd binnen de wet- en regelgeving”. Ook Shell, die het akkoord met de Nederlandse Belastingdienst wel bevestigt, zegt in een persbericht dat de gekozen constructie „volledig in lijn is met de fiscale wet- en regelgeving”. Het olieconcern noemt de berichtgeving in Trouw „tendentieus”.

De Amsterdamse hoogleraar Belastingrecht Jan van de Streek, die een artikel over deze specifieke constructie in het Weekblad fiscaal recht schreef, stelt dat de belastingafspraak met Shell „in strijd lijkt met de Wet Dividendbelasting 1965”. Hij zegt in een toelichting: „De Nederlandse moedervennootschap keert via haar Britse dochtermaatschappij en een trust dividenden uit aan de houders van de aandelen B. Daarmee is het een Nederlands dividend, zodat de aandeelhouders dividendbelasting zijn verschuldigd.”

PvdA-Europarlementariër Paul Tang zegt dat het er „alle schijn van heeft dat het hier gaat om staatssteun. Shell en zijn aandeelhouders worden oneigenlijk bevoordeeld ten opzicht van de concurrentie”. Tang heeft er vragen over gesteld aan de Europese Commissie, in de wetenschap dat de commissie andere rulings met multinationals als Starbucks en Amazon kraakte. Deze Amerikaanse concerns moesten vele miljarden aan ontweken belasting terugbetalen.

3 Hoe nu verder?

In Den Haag slijpt de oppositie opnieuw de messen om het voornemen van het kabinet om de dividendbelasting af te schaffen ongedaan te maken. Eerder al pleitte GroenLinks voor het inschakelen van de Algemene Rekenkamer om de toedracht van dit gewraakte besluit te onderzoeken – en wie er precies van profiteren. Een motie hierover die dinsdag in stemming komt, heeft alleen geen steun van de coalitiefracties.

GroenLinks-leider Jesse Klaver gaat in reactie op de geheime dividendafspraak in Trouw nog een stap verder. Hij wil een parlementaire enquête naar het besluit om de dividendbelasting af te schaffen. Volgens hem hangt rond dit dossier „de geur van vriendjespolitiek”. Hij wil nu eerst premier Rutte in een debat ter verantwoording roepen. „Er gaat iets helemaal mis als één bedrijf zo machtig is dat het zijn eigen regels mag maken.”

Shell heeft nauwe banden met het huidige kabinet; twee bewindslieden werkten er ooit (VVD’er Eric Wiebes en Wopke Hoekstra van het CDA). Het bedrijf voerde een zware lobby om de dividendbelasting geschrapt te krijgen.

Lees ook: Dit staat er in de memo's over de afschaffing van de dividendbelasting