Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Reportage

Asscher wil kabinet gedogen, PvdA-leden niet

Rutte III is “niet ons kabinet”, zei PvdA-leider Lodewijk Asscher zaterdag op het partijcongres. Maar hij staat wel open voor samenwerking. Veel leden kijken liever naar links.

Lodewijk Asscher in De Kromhouthal tijdens het jaarlijkse partijcongres van de PvdA.
Lodewijk Asscher in De Kromhouthal tijdens het jaarlijkse partijcongres van de PvdA. Foto Jeroen Jumelet/ANP

Alsof de PvdA nog niet genoeg geleden heeft. Jans Hoving is geschrokken dat Lodewijk Asscher zaterdag op het partijcongres aankondigt dat hij na de Eerste Kamerverkiezingen volgend jaar best de regering wil gaan gedogen. „Dat is vragen om nóg een afstraffing van de kiezer”, zegt Hoving, voorzitter van de PvdA-afdeling op Goeree-Overflakkee. „Bijstand, Groningen, de dividendbelasting: de PvdA heeft daar hele andere ideeën over dan het kabinet.” En toch, Asscher opende zaterdag de deur naar samenwerking met het kabinet.

De PvdA was bijeen om een nieuw partijbestuur te kiezen en te praten over de koers van de partij. Bijna vijfhonderd leden deden dat in een oude, industriële hal in Amsterdam-Noord, met uitzicht op dure appartementen aan het IJ aan de ene kant en sociale huurwoningen aan de andere kant. Er hangen oude kranen, als museumstukken uit een tijd dat hier nog scheepsmotoren werden gemaakt, en een tijd waarin arbeiders bijna vanzelfsprekend op de sociaaldemocraten stemden.

Maar dat was voordat de socialistische veren werden afschud, voordat de PvdA campagne voerde tégen Rutte en daarna met hem ging regeren, en voordat de partij 29 Kamerzetels verloor bij de verkiezingen vorig jaar.

In de Tweede Kamer zoekt de partij nu de samenwerking met de SP en GroenLinks, samen goed voor 37 zetels – één minder dan de PvdA alleen al had in de vorige kabinetsperiode. In zijn speech noemde Asscher voorbeelden van linkse samenwerking: gezamenlijke wetsvoorstellen, initiatiefnota’s en een tegenbegroting.

Veel leden snappen hem niet en hebben liever dat Asscher de deur naar het kabinet helemaal dichtgooit.

Tegelijkertijd zoekt Asscher ook de samenwerking met het kabinet, kondigde hij aan in zijn toespraak. In mei volgend jaar wordt, via de Provinciale Staten, een nieuwe Eerste Kamer gekozen. De kans is aanzienlijk dat de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie de krappe meerderheid van 38 (van de 75) zetels daar verliest. De PvdA heeft nu 8 senatoren, maar op basis van de huidige peilingen, zou dat aantal kunnen halveren. Het is maar de vraag óf de PvdA het kabinet overeind zou kunnen houden. Als de coalitiepartijen al aan Asschers eisen tegemoet kunnen komen. Steun is niet gratis, zei hij zaterdag. Asscher wil dat het plan om arbeidsgehandicapten onder het minimumloon te betalen van tafel gaat, het eigen risico in de zorg daalt, en de bezuiniging op de huurtoeslag geschrapt wordt.

Waarom Asscher bij coalitieverlies liever het – door hem zelf ‘rechts met den bijbel’ genoemde – kabinet zou willen steunen dan oproepen tot nieuwe Tweede Kamerverkiezingen, wordt zaterdag niet duidelijk. Misschien schat hij in dat de PvdA zelf nog niet toe is aan nieuwe verkiezingen in 2019. Veel leden snappen hem niet en hebben liever dat Asscher de deur naar het kabinet helemaal dichtgooit, blijkt zaterdag.

Nationaal kiezersonderzoek Kiezers, zo blijkt uit onderzoek, willen vooral dat partijen duidelijk maken waar ze voor staan. Bij de PvdA was dat onduidelijk. Lees daarover: Verlies PvdA kwam niet door Rutte II

Nogal wat PvdA’ers blijken resistent geworden voor het „verantwoordelijkheidsvirus”, zegt Bart van Bruggen, een twintiger, maar al jaren actief voor de partij. Dick Reitsma, voorzitter van de afdeling Heemskerk, „snapt dat Asscher als oud-minister vooral aan besturen denkt”. En Jans Hoving uit Goeree, lid geworden toen Joop den Uyl in het Torentje zat, waarschuwt voor een nieuwe afstraffing van de kiezers. Jan Visser, actief in Hilversum, snapt Asscher wél: „Als het gaat om Europa of klimaat, dan is er genoeg wat we met het kabinet delen.” Maar ja, verzucht hij. „Ik sta nu eenmaal dichter bij D66 dan de SP.”

Veel leden kijken liever naar links. Een motie om bij de Eerste Kamerverkiezingen samen te werken met GroenLinks en de SP, misschien zelfs één lijst te vormen, wordt door ongeveer 60 procent van de leden gesteund. Als Toon Geenen, tot voor kort raadslid in Amsterdam, Keerpunt ’72 – het stembusakkoord van linkse partijen in 1972 – als voorbeeld noemt, klinkt er applaus vanuit de zaal. Als partijvoorzitter Nelleke Vedelaar zegt niets in de motie te zien omdat ze het liever over linkse inhoud dan linkse vorm heeft, blijft het stil.

„Ik begrijp niet waarom de PvdA een kabinet zou steunen waar we tegen zijn”, zegt Geenen even later. „Het signaal moet zijn: als de coalitie volgend jaar haar meerderheid in de Eerste Kamer verliest, dan staat links klaar om te regeren.”

Asscher presenteerde zijn eigen koers. Die gaat over „een ontspannen samenleving waarin centraal staat wat belangrijk is”, en vooral: bestaanszekerheid. „Met de PvdA valt te praten over ieder voorstel dat mensen weer vaste grond onder de voeten geeft”, zei Asscher. „Dit is niet ons kabinet. Maar dat betekent niet dat we langs de zijlijn blijven staan.”