Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Arm zijn in een van de rijkste landen ter wereld

Wat is arm? In Nederland hoeft niemand van de honger te sterven. Toch zijn zoveel Nederlanders arm dat je hele steden met hen zou kunnen bevolken. Wat betekent armoede in Nederland?

scroll

Gedachtenoefening

Verwijder de inwoners uit de grote Nederlandse steden, en probeer ze weer op te vullen met alleen de arme mensen. Je komt een eind, met de bijna 1,1 miljoen armen die dit land telt.

Amsterdam kun je volledig opvullen, en nog blijven er ruim 200.000 armen over. Met hen kun je Tilburg geheel bevolken. Of overzichtelijker: vul Groningen en Almere met de ruim 400.000 langdurig armen, dan past de rest precies in Rotterdam. Kinderen apart kan ook. Een kleine 300.000 arme kinderen zijn er. Die passen met een beetje proppen in Haarlem en Zwolle.

Steden vol gebrek zouden het zijn. In de woonkamers van heel Amsterdam en Tilburg zouden versleten stoelen en tafels staan. Bewoners zouden familieleden mondjesmaat uitnodigen, uit schaamte voor het gebrek aan lekkers bij de koffie. In de straten van Groningen en Almere passeren bijstandsontvangers in tweedehandskleren gesloten restaurants op weg naar voedselbanken die overuren draaien. En in Haarlem en Zwolle geen kinderen meer die zich na een dagje weg verstoppen onder de stoelen van de bus: het schoolreisje is afgeschaft.

Zelfs nu de economie weer groeit, neemt het aantal langdurig armen in Nederland toe. In een special besteedt NRC aandacht aan dit doorgaans onderbelichte thema. Wat betekent armoede in ons land? Hoe is het om in armoede te leven? Hoe hangen armoede en gezondheid samen? Alle verhalen en een video zijn te vinden op nrc.nl/armoede

Hoezo armoede

De cijfers over armoede in Nederland zijn indrukwekkend. Zelfs nu de economie weer een paar jaar groeit, daalt het aantal huishoudens met een inkomen onder de armoedegrens nauwelijks. Het aantal mensen dat langdurig arm is, groeit zelfs.

Het woord gebruiken is vragen oproepen. Want hoezo armoede? Welke armoede? Mogen we daar wel van spreken, als een van de rijkste landen ter wereld?

Afgezet tegen het leed in de armste landen lijkt de term misplaatst. Elke drie seconden sterft ergens op de planeet een mens aan de gevolgen van honger.

Dat gebeurt altijd elders. Nooit in Nederland.

In 2011, midden in de economische crisis, leeft bijna 8 procent van de Nederlandse huishoudens in armoede.

Als op lunchtijd Nederlanders in kantoorkantines hun dienbladen volladen met boterhammen en kroketten, als kort na het middaguur in de voedselbanken Nederlanders hun tassen vullen met hele broden en met pakken fusilli tricolore, staat de dagteller van wereldwijde hongerdoden op ruim 15.000.

Dan zou er hier armoede zijn?

Ambigu en onwennig, zo valt de Nederlandse relatie met armoede als binnenlandse aangelegenheid te typeren. Het woord was lang weggebleven uit Haagse beleidsnota’s en wetteksten toen het in 1995 een comeback maakte. Wim Kok, leider van Paars I, deed via de Troonrede een beroep op de samenleving om „sociale uitsluiting en stille armoede […] eensgezind en met kracht aan te pakken”. De Algemene Bijstandswet (1965) had ondanks wensdenken en sympathieke idealen de armoede tóch niet uitgeroeid, was de conclusie na de bezuinigingen van de jaren tachtig en de laagconjunctuur van de vroege jaren negentig.

Op verzoek van het kabinet-Kok I gingen het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vanaf 1995 de armoede in Nederland in kaart brengen. Zo meldden ze in 2011, midden in de economische crisis, dat het aantal huishoudens in armoede was toegenomen naar bijna 8 procent. Waarna een late opvolger van Kok, Mark Rutte, als premier van díéns eerste kabinet het hele bestaan van armoede weer ontkende. „Omdat dat klinkt alsof we in een situatie zitten waar ontwikkelingshulp nodig is.”

Voedselbank Den Bosch en omstreken. Paulien van de Loo/Hollandse Hoogte

De definitie

Over ambiguïteit gesproken: zelfs de brengers van de armoedecijfers zélf – CBS en SCP – zijn het niet eens over wat armoede is. Sterker, het Centraal Bureau voor de Statistiek gééft geen definitie. „We mijden de term zoveel mogelijk”, zegt hoofdeconoom bij het bureau Peter Hein van Mulligen. Hij noemt armoede in Nederland een „subjectief begrip”. „Het is hier meer een sociaal-maatschappelijk probleem dan een gebrek aan eten of onderdak.” Het CBS hanteert een ‘lage-inkomensgrens’ die verschilt per type huishouden: 1.030 euro netto per maand voor een alleenstaande, 1.560 euro voor een eenoudergezin met twee kinderen, enzovoort. Val je een jaar lang onder die grens, dan heb je volgens het CBS „kans op armoede”.

Als je, ten minste een jaar lang, niet het geld hebt voor spullen en voorzieningen die in de eigen samenleving „als minimaal noodzakelijk gelden”. Een alleenstaande heeft daar € 1.063 netto per maand voor nodig.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau spreekt wél ronduit van armoede. „Armoede is niet ‘subjectief’”, zegt Cok Vrooman, al jaren armoede-onderzoeker voor het SCP, en tevens bijzonder hoogleraar sociale zekerheid en participatie aan de Universiteit Utrecht. „Armoede verschilt wel naar plaats en tijd – maar dat is iets anders.” Hij legt uit: „In het Nederland van nu kun je niet wonen in een lemen hut, je móét betalen voor een gangbare woning, voor gas, water, licht. Net zoals je, om mee te kunnen komen, internet en een mobieltje nodig hebt. Kun je je dat niet veroorloven, dan ben je naar Nederlandse maatstaven arm, in absolute zin.” Het SCP kwam mede tot die conclusie door veertig willekeurig gekozen burgers in groepjes uren te laten discussiëren over geldgebrek in Nederland. „Ook zij concludeerden: er is sprake van armoede in Nederland.”

Volgens het SCP ben je arm als je, ten minste een jaar lang, niet het geld hebt voor spullen en voorzieningen die in de eigen samenleving „als minimaal noodzakelijk gelden”. Een alleenstaande heeft daar volgens het SCP nu 1.063 euro netto per maand voor nodig. Inbegrepen in dat bedrag zijn de kosten voor een paar sociale activiteiten, zoals incidenteel cafébezoek of het ontvangen van visite. Trek je die sociale kosten eraf, dan blijft er een basisbudget nodig van 971 euro netto. Onder die grens ben je in Nederland zonder meer arm, zegt het SCP.

Vanwege hun verschil in benadering publiceren CBS en SCP sinds 2015 hun armoederapporten afzonderlijk. Daarin ontwaren ze overigens, grosso modo, dezelfde trends.

Selwerd , uit de serie “Twee gezichten van de stad”. Kees van de Veen/Hollandse Hoogte

De werkelijkheid

Het effect van de crisis is nog steeds voelbaar. De groep ‘langdurig armen’ – zij die al vier jaar een laag inkomen hebben – groeide in 2016 met 16.000 naar ruim 400.000 personen. „Veel mensen zijn tijdens de crisis in de bijstand terechtgekomen”, zegt Van Mulligen van het CBS. „En hoe langer je in de bijstand zit, hoe moeilijker het is een baan te vinden.”

Bijstandontvangers zijn met stip oververtegenwoordigd in de armoedecijfers. Bijna driekwart van de huishoudens die voornamelijk moeten rondkomen van die uitkering – à 943 euro netto voor een alleenstaande – zit onder de armoedegrens. Ook oververtegenwoordigd, in vogelvlucht: werklozen en arbeidsongeschikten, eenoudergezinnen met minderjarige kinderen, 55- tot 65-jarigen en gezinnen met een niet-westerse ‘hoofdkostwinner’.

Eerst gaat het spaargeld op. Dan het vervangen van meubels en kleding. Vervolgens gezelligheid. De verwarming lager in de winter. Een warme maaltijd overslaan.

Bij blijvend geldgebrek tekenen zich vaste patronen af. Eerst gaat het spaargeld op. Dan schiet het vervangen van meubels en kleding erbij in. Vervolgens bezuinigen mensen op gezelligheid. Daarna draaien ze de verwarming ’s winters lager, slaan ze weleens een warme maaltijd over of stellen ze het betalen van de huur uit. In het ergste geval wacht huisuitzetting, gevolgd door crisisopvang of dakloosheid.

Maar armoede is meer dan een eurokwestie. Mensen onder de armoedegrens zijn vaker lager opgeleid, minder tevreden over huis en buurt, maken minder vaak deel uit van het verenigingsleven, zijn vaker verdachte én slachtoffer van een misdrijf. Ook kampen ze vaker met gezondheidsproblemen.

Reden genoeg om armoede te willen bestrijden. Ook premier Rutte lijkt inmiddels die mening toegedaan. In het regeerakkoord van Rutte II duiken voor het eerst woorden als ‘armoedebeleid’ en ‘armoedeval’ op. En in het akkoord van Rutte III debuteert ‘armoede’ als afzonderlijk woord. „Het kabinet”, zo zegt de tekst, „zal extra middelen beschikbaar stellen voor het voorkomen van schulden en de bestrijding van armoede – in het bijzonder onder kinderen.”

Over deze productie

Zelfs nu de economie weer groeit, neemt het aantal langdurig armen in Nederland toe. Dit weekend besteedt NRC aandacht aan het doorgaans onderbelichte thema van armoede in Nederland.

Wat betekent armoede in ons land? Hoe is het om in armoede te leven? Hoe hangen armoede en gezondheid samen? Op deze vragen wordt een antwoord gezocht in een reeks verhalen. We spraken met Berend en Aaltje uit Wielenpôlle, een van de armste wijken van Nederland, wier dochter Bea naar het gymnasium ging. We maakten ook een video over de invloed van geldgebrek op sociale relaties. Tot slot is er ook een stuk over de oplossingen van gemeenten.

  1. Arm zijn in een van de rijkste landen ter wereld
  2. Als het geldgebrek je niet nekt, dan wel de stress
  3. Die mensen kijken op ons neer. Blijf bij ze weg
  4. Zo proberen gemeenten armoede tegen te gaan
  5. Video: Hoe voelt het om in Nederland te moeten rondkomen van 35 euro per week? Waar vind je dan steun? Welke vooroordelen krijg je over je heen? En wat betekent het voor je sociale leven? Zes mensen gaan in gesprek over armoede.
Tekst
Ingmar Vriesema.
Video
Elze van Driel, Benjamin Kat en Nina van Hattum.
Foto’s
Paulien van de Loo en Kees van de Veen voor Hollandse Hoogte.
Beeldredactie
Miriam ’t Hek.
Videoplayer
Tim Hoogendijk.
Vorm
Koen Smeets.