Direct naar artikelinhoud
ColumnBert Wagendorp

Het raadgevend referendum: beroerd in de steigers gezet – omvergetrokken door belletjetrekkers

Bert Wagendorp

Bart ‘Zou u haar doen?’ Nijman heeft de GeenStijl-campagne voor een raadgevend referendum over de donorwet afgeblazen. Maandagmiddag waren er 117.699 handtekeningen verzameld, 182.301 te weinig. Arjan Lubach is niet on-air om het initiatief op het laatste moment te redden en de ophef nu GeenStijl de handdoek in de ring gooit gaat er vermoedelijk ook niet voor zorgen dat referendumvoorstanders voor donderdag alsnog massaal gaan tekenen.

Dat nog geen 1 procent van de kiesgerechtigden het donorwet-referendum steunde, zal de Eerste Kamer sterken in de overtuiging dat het raadgevend referendum in zijn huidige vorm kan worden geschrapt. Zo komt er een eind aan een driejarige hype. Van alle verklaringen voor de mislukking was die van Nijman zelf het grappigst. Hij zei dat de tegenstanders van het referendum er niet hard genoeg tegen van leer waren getrokken, en GeenStijl gewoon lekker lieten doormodderen om niet alsnog een handtekeningentsunami te veroorzaken. Dat vond Nijman kwalijk.

Volgens mij ligt het anders en is GeenStijl – GeenPeil – zelf de oorzaak van het echec van het raadgevend referendum. Overigens wel nadat de bedenkers ervan –PvdA, D66 en GroenLinks – in 2015 een degelijke basis hadden gelegd. In hun flodderwet was de mislukking al ingebakken.

Dat werd meteen duidelijk, toen GeenPeil de mogelijkheden die de wet bood gebruikte voor een raadgevend referendum over het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne. Onder leiding van Peppi de Roos en Kokki Baudet trokken ze ten strijde. De campagnevoerders gaven toe dat het ze helemaal niet om het verdrag ging, maar om iets anders – ik ben even kwijt waarom dan wél precies.

Ondanks die vage toestand ging iets meer dan de minimaal vereiste 30 procent van de kiezers braaf naar het stemhok. 60 procent van die 30 procent bleek tegen, zodat 18 procent opeens een meerderheid tegen vormde – tegenstemmers met een onbestemd gevoel van onvrede met alles in het algemeen inbegrepen.

Premier Rutte wist nog een A4’tje met een paar kanttekeningen aan het verdrag vastgeniet te krijgen, en dat was het dan. Op dat moment was het raadgevend referendum al ten dode opgeschreven – beroerd in de steigers gezet en omvergetrokken door belletjetrekkers. Die zou je nog kunnen nageven dat ze een nuttige taak hadden verricht: het lekschieten van een ondeugdelijke poging tot vernieuwing – al was dat dan ook niet direct hun bedoeling.

Het tweede raadgevend referendum ging dit voorjaar over de nieuwe wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de Wiv. Die was zo gecompliceerd dat hij ongeschikt was om met een simpel ja of nee te worden beoordeeld – dat was in de referendumwet even niet voorzien.

Nijman kreeg voor poging drie alle ruimte zich te afficheren als een redelijk denkend mens – een opmerkelijke gedaanteverwisseling van het platte scheldkanon ‘Van Rossem’, zijn alias op GS. Hij verklaarde schijnheilig dat de donorwet zich nou juist wél leende voor een referendum. Dat was wellicht inderdaad zo, maar helaas bleek 99 procent er wel klaar mee. Zelfs de laatste reaguurders lieten op het uitgebluste shockblog weten dat ze het wel hadden gehad met die serieuze grappenmakerij – tieten, graag.

Er zijn genoeg argumenten voor democratische hervorming, maar deze poging was even ondoordacht als armzalig. Hopelijk komt de staatscommissie democratische vernieuwing onder leiding van Johan Remkes binnenkort met betere ideeën op de proppen.