Spring naar de content
bron: ANP/EPA

De Amerikaanse atheïst is geloviger dan de Europese christen

Amerikanen zijn strenggelovig en hun atheïsten vormen geen uitzondering. Europeanen zijn diep seculiere mensen en hun gelovigen vormen geen uitzondering. Deze twee generalisaties vormen de basis van nieuw Amerikaans onderzoek, maar het wordt vooral spannend wanneer twee vergeleken worden. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Door Postma

Het Amerikaanse Pew Research Center heeft namelijk grootschalig onderzoek gedaan naar de rol van religie in vijftien West-Europese landen. De onderzoeksresultaten zijn vergeleken met eerder verkregen data uit religieonderzoek in Amerika. Hieruit zijn opmerkelijke verschillen te herleiden. Zo gelooft 23 procent van de Europese christenen met absolute zekerheid in God terwijl 27 procent van de Amerikanen niet-religieuzen dit doet.

Voor het onderzoek werden bijna 25 duizend mensen uit vijftien West-Europese landen ondervraagd. De bevinding dat religie in de Verenigde Staten dieper geworteld is dan in West-Europa is niet nieuw. Wel komt het gegeven dat de Amerikaanse atheïst geloviger is dan de Europese christen als verrassing voor hoofdonderzoekster Neha Sahgal. “Het resultaat blijft me fascineren,” zegt ze tegen het Amerikaanse tijdschrift The Atlantic.

De tekst loopt hieronder door. 

Cultuurverschil

Volgens Alain Verheij, theoloog en auteur van God en ik, zegt dit heel veel over het verschil tussen religie in West-Europa en Amerika. “Het cultuurverschil wordt al duidelijk wanneer je naar de televisie kijkt. In Nederlandse talkshows en entertainment hoor je zelden een positief geluid over iets religieus. Oprah Winfrey kan daarentegen bijvoorbeeld een dominee op het toneel zetten en een verhaal laten vertellen. Haar kijkers zijn echt niet allemaal christelijk, maar ze zijn wel vertrouwd met het taalgebruik en ze kunnen het goed hebben als het over religie gaat.”

Niet alleen op televisie wordt dit verschil zichtbaar, ook in de politiek zijn grote verschillen, legt Verheij uit. “In de Amerikaanse politiek is het een positieve feature om te geloven. Hier zegt Rutte dat hij half-gelovig is, maar daar zal je hem nooit over horen praten. Dat heeft geen positieve uitwerking op het minister-presidentschap.”

Relatief veel Amerikanen die zichzelf niet-religieus noemen en niet verbonden zijn aan een kerk geloven nog wel in een god en bidden regelmatig. De Europese ongelovigen geloven meestal ook niet in iets hogers en bidden zelden tot nooit. Volgens Verheij bestaat er een groot verschil tussen ‘de evolutie van geloof’ in Amerika en Europa. “In Europa komt er weinig voor in de plaats wanneer mensen hun religie afvallen. In Amerika blijft er een spiritualiteit bestaan en blijven mensen het woord god gebruiken.”

Het onderzoek van het Pew Research Center wijst uit dat in alle vijftien West-Europese landen sprake is van afvalligen – mensen die christelijk zijn opgevoed en dat nu niet meer zijn. De meeste afvalligen zeggen dat dit geleidelijk is gegaan. Ook is een belangrijke reden om van het geloof af te stappen geweest dat ze het niet meer eens waren met de sociale uitgangspunten van het geloof, zoals homoseksualiteit.

Nederland meest atheïstisch

In Nederland wonen volgens het onderzoek de meeste ongelovigen. 48 procent van de ondervraagden geeft aan atheïst of agnost te zijn of zeggen geen specifieke religie te hebben. Het verzuilingstrauma – zoals Yvonne Zonderop ook in haar recent verschenen boek Ongelofelijk schrijft – is hiervoor de meest plausibele verklaring, meent Verheij. “De verzuiling is een expliciet Nederlands verschijnsel. Zoals Zonderop zegt was het zo strak ingedeeld met elk een eigen krant, omroep, slager en noem maar op. Daar hebben we een trauma aan overgehouden.”

Ook lijken Nederlanders weinig kennis te hebben van godsdiensten. Van het jodendom zegt 78 procent niks af te weten. Over de islam weet 71 procent niks en 28 procent van de Nederlanders heeft geen benul van het christendom. Bij de nieuwe generatie, die geen last heeft van het verzuilingstrauma, merkt Verheij weer een zekere onbevangen interesse voor religie. Hij hoopt dat deze trend voortzet daar ‘het wel belangrijk is dat Nederlanders kennis hebben over hoe mensen die wel gelovig zijn denken’. “De meeste immigranten zijn bijvoorbeeld religieus en wereldwijd gezien groeit het aantal gelovigen.”

Tolerantie

Het merendeel van de christenen in Europa die wel regelmatig naar de kerk gaan gelooft in god zoals omschreven in de Bijbel. De niet-praktiserenden geloven vaker in een andere soort hogere macht. Zowel de meeste praktiserende als de meeste niet-praktiserende christenen menen dat de kerk een positieve bijdrage levert aan de maatschappij. Op het gebied van gedachtes over het homohuwelijk, abortus en rol van religie in de politiek lijken de niet-praktiserende christenen in Europa meer op de seculieren.

Verheij schrok van de uitkomst dat hoe christelijker mensen zijn, hoe minder tolerant ze zijn naar bijvoorbeeld homoseksuelen, joden en moslims. “Wat mij betreft is het hoe christelijker hoe verdraagzamer, maar dat is niet wat de statistieken zeggen. Er is dus werk aan de winkel voor mij.”