Direct naar artikelinhoud
ColumnTurkse rellen

Rechtszaak om de Turkse rellen in Rotterdam: ze zeggen alle vier sorry

Rechtszaak om de Turkse rellen in Rotterdam: ze zeggen alle vier sorry
Beeld De Volkskrant

Niemand heeft het meer over Erdogan, of over de Nederlandse trots

De slag om Rotterdam is alweer vergeten, de verkiezingen daar en hier voorbij. Dit is wat overblijft: vier mannen in een rechtszaal, plus twee minderjarigen achter gesloten deuren. Meer niet.

Ze zeggen alle vier sorry.

Had ik ook gedaan in deze positie, hoewel: voor de echte Erdoganfan is de rechtszaal een prima podium, de media onder handbereik. Maar zijn naam valt niet. Terwijl het daar toch over ging.

Demonstranten uiten in 2017 hun woede na de uitzetting van de Turkse minister Kaya.Beeld Freek van den Bergh

Het regende bakstenen en stukgeslagen stoeptegels die nacht, rood van Turkse vlaggen en Nederlandse verontwaardiging. Dit waren politieke rellen, geen voetbalrellen. Een Turkse minister werd het land uitgezet door een Nederlandse politiemacht, de woede bij de Nederlandse Turken uitgelegd als opnieuw een teken van een gebrek aan loyaliteit. Politieke hooligans: dit was nog niet vertoond in de stad die wat hooligans betreft van wanten weet.

Opening de Telegraaf: ‘Wij zijn hier de baas’.

Het waren onnodige rellen. Had de Turkse minister haar propagandapraatje kunnen houden, was het kalm gebleven. Ze kwam stemmen halen voor het referendum dat Erdogan meer macht moest geven. Vier dagen voor de Nederlandse verkiezingen.

Het werd een diplomatieke oorlog, niks voor Nederland, waar diplomatie heilig is. Maar dat nu dus even een statement maakte – ‘Blijf van mijn land af’, zei premier Rutte later stoer. Het Openbaar Ministerie begon groots een strafonderzoek naar de politieke hooligans en dit is het residu: vier mannen en hun ongemak in de extra beveiligde zittingszaal.

Turkse minister Kaya wordt tegen gehouden door de politie als ze naar het consulaat wil lopen.Beeld Freek van den Bergh

Ze kennen elkaar niet. Ze zijn naar de kapper geweest. Ze roken buiten sigaretten en Burak vertelt dat hij een week geleden trouwde. Zijn vrouw weet niet dat hij hier is. Hij heeft geen advocaat. Ik leg hem uit wat een maand voorwaardelijk betekent. Hij zocht vertier die avond, zegt Burak, hij werkt hard in de groentewinkels van zijn ouders en heeft verder niet veel omhanden. Alleen zijn moeder weet het, die is boos. Wat moeten de Nederlandse klanten er niet van denken. ‘Het imago is wel een dingetje.’

Gokhan is de lange leraar Turks met een bijna vrouwelijke stem, die sinds hij zes jaar geleden een Nederlandse trouwde hier als steigerbouwer werkt. Twee kinderen. Er kwamen berichten op zijn telefoon dat de minister onderweg was, hij naar Rotterdam, waar we hem op camerabeelden in de voorste linies zien. Probeert de boze massa te bedwingen, krijgt een klap van een wapenstok, draait zich om, ziet een ME’er vallen en schopt hard tegen zijn voorhoofd, zo hard dat de agent achterblijft zonder helm en met een hersenschudding. ‘Spijt en verdriet’, zegt Gokhan, die geen Nederlands spreekt.

Mehmet uit Enschede, ook al zo timide, in een witte polo en met een toekomst als eerste monteur bij Kwikfit aan de horizon. We zien hem met iets gooien. ‘Ik weet zelf niet waarom. Wat ik zeker weet, is dat ik spijt heb.’

Ahmet was ook nieuwsgierig naar ‘het grote nieuws’ dat knalde uit alle Turkse mediakanalen, werd meegezogen met de massa, gooide een baksteen. Heeft een groothandel. ‘Zit me echt diep te schamen.’

De rechtszaak tegen de mannen die meededen aan de Turkse rellen in Rotterdam in 2017.Beeld RV

De rechters vragen niet naar politiek. De officier van justitie begint er niet over. De verdachten weten wel beter. Of dit georganiseerde rellen waren, in welke vorm dan ook, blijft buiten de orde. Zo lijkt dit een gewone strafzaak. Wat het niet is. Dit gaat niet over waar het over ging.

Als ik er in de pauzes met ze over praat, zegt Burak: ‘ik heb niet eens voor het referendum gestemd.’ Mehmet: ‘Ik wist niet eens dat er een minister was.’ Ze zijn vandaag vooral met zichzelf bezig, en met de gevolgen van hun straf. Ze voelen zich figuranten in een steekspel dat boven hun hoofden wordt opgevoerd. Dat is waarschijnlijk bij alle politieke rellen zo: de deelnemers doen er nauwelijks toe.

Dan maakt advocaat Cen Kekic uit het niets een statement. ‘Deze zitting’, zegt hij, ‘verloopt anders dan sommige aanwezigen hebben vermoed’. Hij bedoelt mij en mijn collega’s (‘Er zijn mensen in deze zaal die dingen opschrijven’) op de perstribune. ‘Maar dit is geen politieke zaak, dit is geen politieke kwestie, dit zijn jongens die Nederlands zijn en Nederlands willen blijven’.

Dat hadden we begrepen.

Eerder had de officier ook al iets over ‘de media’ gezegd.

Dit is een politieke zaak, keurig ontdaan van het politieke. Teruggebracht tot de gewone levens van zes verdachten, waarvan twee achter gesloten deuren.

De slag om Rotterdam kent twee winnaars: de president van Turkije en de premier van Nederland. Zij wonnen hun verkiezingen. De rest verloor.