Direct naar artikelinhoud
ColumnJonathan van het Reve

Het verhaal van de griend gaat vooral over hoe stom de mens is

Het verhaal van de griend gaat vooral over hoe stom de mens is

In Thailand is een griend gestorven. Een team van dierenartsen heeft dagenlang geprobeerd hem te redden, maar vrijdag spuwde hij vijf plastic zakken uit en vlak daarna zijn laatste adem. De griend, dat is een soort grote dolfijn, zwom volledig uitgeput in een kanaal toen ze hem vonden. Na zijn dood bleek dat hij acht kilo plastic had opgegeten. Volgens Thon Thamrongnawasawat, ­marien bioloog van dienst, is dat hem fataal geworden: ‘Met 80 plastic zakken in je buik ga je dood’, verklaarde hij.

Het is nooit leuk om een griend te verliezen, maar aan de andere kant: er sterft wel vaker een dier. En grienden zijn als soort niet met uitsterven bedreigd. Toch was dit bericht vorig weekend groot nieuws: NOS, RTL, NRC, AD, Telegraaf, Metro, Nu.nl – iedereen nam het over. Het verhaal van de griend gaat namelijk niet over hoe dom of blind sommige zeezoogdieren zijn, maar vooral over hoe stom de mens is. Wij hebben die tasjes in het water gegooid, wij hebben dit dier vermoord. Op bijgeleverde foto’s is de maaginhoud bestraffend uitgestald: het zijn inderdaad erg veel tasjes.

Plastic soep 

Het kan natuurlijk toeval zijn, maar een paar dagen voor het nieuws over de griend sprak Frans Timmermans tot het Europese volk. Er moet nu echt iets gebeuren aan de soep van plastic in de oceanen, vertelde hij, en dus moet er een Europees verbod komen op plastic wattenstokjes, bordjes, ­vorken en lepels. Tot voor kort zou zo’n voorstel geen kans hebben ­gemaakt, maar inmiddels is ‘plasticsoep’ een begrip: of hij nou zo groot is als Gelderland, Texas of de voormalige Sovjet-Unie, we maken ons er allemaal grote zorgen over.

Een minipeiling in mijn eigen omgeving wijst dan ook uit dat de meeste mensen zo’n verbod op klein wegwerpplastic wel prima vinden. Frans Timmermans is uiteraard hartstikke stom, maar blijkbaar zijn we aan plastic wattenstaafjes nóg minder gehecht. Bovendien heeft plastic die spreekwoordelijke onnatuurlijkheid tegen zich: een verbod op hout of paddestoelen zou ongetwijfeld op veel weerstand stuiten, maar plastic, tja, dat hóórt er niet echt te zijn.

Pas toen ik het bericht over de griend zag, begon ik zelf te twijfelen. Dat verhaal werd steeds maar verbonden met het komende EU-verbod, maar die griend stikte in Thailand. In een kanaal. Nu hebben de oceaanstromen onnavolgbare wegen -- vorige week spoelde in Frankrijk nog een makelaarsbord aan dat door de orkaan Sandy (2012) uit de VS was weggeblazen -- maar je maakt mij niet wijs dat die griend in Kruidvat-wattenstokjes is gestikt.

En als je cijfers bekijkt over de hoeveelheid plastic in de oceanen, blijkt verreweg het meeste uit Azië en Afrika te komen. Daar wonen ook de meeste mensen, maar het is wel meer dan dat: alleen al de Yangtze spuugt meer plastic uit dan alle andere rivieren ter wereld bij elkaar. Want naast bevolkingsaantallen en hoeveel zinloos plastic per persoon er wordt geproduceerd, is vooral ook cruciaal wat je ermee doet. Chinezen gooien het blijkbaar in de rivier, wij verbranden het of gooien het op een grote hoop. Ook niet leuk, maar geen soep.

Wennen

En nee, je kunt moeilijk van Frans Timmermans verwachten dat hij de vuilnisophaaldienst in Shanghai op orde krijgt. Hij gaat over Europa. Maar een Europees verbod ligt wel heel ver weg bij de werkelijke oorzaak van die oceaansoep. Ook hier komt er weleens plastic in zee terecht, maar moeten wij onszelf, omdat een klein deel van ons er niet mee kan omgaan, dat hele materiaal laten afpakken? En zijn er geen nadelen? Een tijdje geleden was CO2-uitstoot nog het leidende principe, en toen bleek plastic vaak een stuk efficiënter dan alternatieven van hout of katoen.

Toch gaan we dit allemaal accepteren, dankzij die griend, en uiteindelijk wordt plastic helemaal verboden. Het zal wennen, zoals we ook aan het rookverbod zijn gewend. Dat wordt binnenkort uitgebreid naar terrassen, wat echt gestoord is, maar ik betrap mezelf er al op dat ik denk: ach, het is de toekomst.

Alleen het verplichte betalen voor plastic tasjes vind ik nog steeds ongemakkelijk. Vroeger nam ik bij de kassa altijd van die dunnetjes, en nu hebben ze alleen nog maar van die luxe dikke, waardoor ik inmiddels met zeker acht kilo superduurzame bewaartassen in mijn maag zit.