Uit het jaarverslag van het Openbaar Ministerie blijkt dat het streefaantal van verdachten van cybercrime die door de politie aangeleverd zouden moeten worden voor verdere vervolging niet gehaald is. Er werd gestreefd naar 230 verdachten die in 2017 door de politie aangeleverd hadden moeten worden, maar dit werden er 223. Het Openbaar Ministerie geeft aan dat dit komt doordat er te weinig capaciteit is en te weinig kennis op het gebied van cybercriminaliteit.
Jaarverslag
De norm voor het aantal complexe opsporingsverzoeken op het gebied van cybercrime is wel gehaald in 2017. Er moesten 40 complexe opsporingsverzoeken uitgevoerd worden en uiteindelijk zijn dat er 43 geworden. In 2014 waren het er 19, in 2015 nog 21 en 2016 nog 34.
Het aantal aangeleverde reguliere zaken voor verdere vervolging lag dus op 223. In 2016 waren dat er nog 171 en in 2015 125.
Capaciteit en expertise vergroten
Het Openbaar Ministerie is al sinds 2016 bezig met het vergroten van de capaciteit en expertise op het gebied van cybercrime. Dat blijkt onder andere uit een interne nota die in 2016 door het OM verstuurd werd, waarin stond dat het miljoenen euro’s tekort komt voor het aanpakken van verschillende vormen van criminaliteit, waaronder cybercrime. Het OM moet echter toegeven dat er in 2017 nog steeds niet voldoende capaciteit en expertise aanwezig was om internetcriminaliteit te bestrijden.
