In elk glas zitten twee soorten water, dankzij de kwantumfysica (en ze gedragen zich anders) (vrt.be)

Er is ook nog zwaar water met deuterium atomen i.p.v. waterstof atomen, maar misschien is dat niet relevant.

Dus down-down en up-up zijn hetzelfde in deze eigenschappen evenals up-down en down-up.
En daarom vriest het ijs vanaf de oppervlakte en niet vanaf de bodem. Ik kan daar wel meer redenen voor bedenken. De gemiddelde temperatuur is boven nul en koude lucht raakt het oppervlakte het eerste,. (bijvoorbeeld).

Interessant dat spin van atomen in een molecuul invloed hebben op het gedrag van het molecuul. Wat ik dan weer niet snap is dat spin in quantumflux zit en dus onbepaald zou moeten zijn totdat iemand het gaat meten. Hoe kunnen al die eigenschappen dan optreden als niemand heeft gekeken wat de spin is?

@2 Onbepaaldheid treedt alleen op in volledig geïsoleerde kwantumystemen voor zover ik weet. Deze moleculen zijn dat niet, ze 'zien' elkaar. Onbepaaldheid wordt opgeheven door iedere interactie tussen deeltjes. Als dat niet het geval zou zijn zouden ze ook niet met elkaar kunnen reageren.

@3 Misschien is het iets dat statistisch wel gebeurt maar per deeltje alleen kan worden bepaald door het te meten. Ik weet er helaas niet genoeg van om het goed te begrijpen, maar ik denk niet dat superpositie wordt opgeheven door interactie tussen twee ongemeten deeltjes.

Zoals ze wel zeggen. Niemand begrijpt quantum mechanica maar het werkt wel.