Sluiten

Zoeken.

De giftige realiteit van antisemitisme in Europa

Door Melanie Philips - 

30 mei 2018

Auschwitz

Antisemitische grafiti op een muur in Litouwen. - Foto: Beny Shlevich/CC2.0 Wikimedia Commons

Het antisemitisme in Europa is trendy geworden en normaal. Op een niveau dat “sinds de Tweede Wereldoorlog niet eerder is gezien.” Dit zegt dr. Moshe Kantor, president van het Europese Joodse Congres. Hij verklaart: “Er is een toename van openlijke, onbeschaamde en uitgesproken haat gericht tegen Joden.”

Het is alsof een sluier die na de Holocaust over de samenleving viel nu omhoog getrokken is en bekend wordt dat maar weinig veranderd is. Polen zoekt haar eigen geschiedenis van antisemitisme te ontkennen met een nieuwe wet waardoor iedereen die Polen beschuldigt van medeplichtigheid aan de nazi-vernietiging van het Europese Jodendom, een misdaad begaat.

Dit interesseert me in het bijzonder omdat mijn eerste roman, The Legacy (De erfenis) die begin april 2018 uitkwam, gaat over antisemitisme in zowel Polen tijdens de oorlog als in het huidige Engeland.

Degenen die hun antisemitisme ontkennen, zijn ertoe veroordeeld het te herhalen. Zo is het in Polen: sinds de wet afgelopen februari is aangenomen, zijn antisemitische uitbarstingen in de media en onder politici beduidend toegenomen. Met wilde claims van Joodse samenzweringen en vergelijkingen van Joden met dieren.

De meeste bezorgdheid is echter gericht op de groei van nationalistische partijen door heel Europa. Kantor zegt: “Rechtse populistische partijen nemen zowel de toevlucht tot antisemitisch overleg als anti-immigrantenbeleid om daarmee politieke steun te winnen.”

Zo’n verklaring geeft echter niet de complexiteit van deze situatie weer. Want hoe weerzinwekkend de verklaring ook voor Joden is, in feite is dit ‘anti-immigrantendebat’ beslissend voor hun bescherming.

Joden staan instinctmatig sympathiek tegenover immigranten. Hoe kunnen we dat niet zijn, gegeven onze historische diaspora-ervaring van het vinden van een weg naar veiligheid die is afgesloten door wetten om vluchtelingen buiten de deur te houden.

Er bestaat echter een enorm verschil tussen toen en nu. Vandaag wordt Europa op zijn kop gezet door mensen die en masse vanuit het zuiden richting het noorden trekken. Sommigen zijn echte vluchtelingen die op de vlucht sloegen omdat hun levens bedreigd werden. De meesten zijn echter migranten die elders een beter leven zoeken. De meesten zijn moslims. En zij vormen een bedreiging voor Europa’s Joodse gemeenschappen.

Een recent rapport van het Israëlische ministerie van Diasporazaken over wereldwijd antisemitisme zegt dat meer dan de helft van de ‘vluchtelingen’ in West Europa antisemitische denkbeelden heeft.

In Zweden, Frankrijk, Duitsland en Nederland heeft de massale immigratie een toename van anti-Joodse aanslagen en intimidatie teweeggebracht.

Vorige maand stak in Parijs een jonge moslim een 85-jarige overlevende van de Shoah dood en verbrandde haar lichaam. Vorig jaar sloeg een man die ‘Allahu akbar’ schreeuwde, in op de Joodse lerares Sarah Halimi en gooide haar uit het raam van haar Parijse appartement naar haar dood. In de Parijse buitenwijken zijn Franse kinderen die een keppeltje droegen of hun Joodse schooluniform aanhadden, geslagen en met messen bewerkt; onlangs werden twee Joodse mannen aangevallen met een ijzerzaag in een plotselinge uitbarsting van antisemitische mishandelingen.

Naast Jodenhaat hebben moslimmigranten ofwel extremistische islamitische denkbeelden of vormen een bedreiging van sociaal geweld of wangedrag. Een studie van de Duitse regering gepubliceerd in januari van dit jaar gaf aan dat mannelijke migranten wellicht verantwoordelijk zijn voor meer dan 90% van de toename van gewelddadige misdaden in het land.

Uit een uitgelekt Zweeds rapport van vorig jaar werd bekend dat er nu 61 ‘no-go zones’ zijn waar islamitische extremisten het voor het zeggen hebben. De commissaris van de Zweedse nationale politie, Dan Eliasson, heeft dringend om hulp verzocht. Hij waarschuwde dat de politie niet langer de wet kan handhaven.

Door heel Europa heen heeft het gevestigde politieke bestel jaren achter elkaar een oogje dichtgeknepen voor de massale immigratie van moslims en de gestage opmars van islam. Als gevolg van deze politieke en culturele ‘uitlevering’, wenden de mensen in Europa zich tot partijen buiten de politieke gevestigde orde. Deze beloven een einde te maken aan de ongecontroleerde immigratie.

Degenen die op deze partijen stemmen, worden afgedaan als fanatiekelingen en vreemdelingenhaters. Echter het agressieve en antisemitische gedrag van veel migranten wordt over het hoofd gezien of ontkend. In plaats daarvan worden zij die deze migranteninvloed terug willen dringen, neergezet als racistisch en antisemitisch.

Viktor Orban, in april 2018 tot premier van Hongarije herkozen, wordt afgeschilderd als een racist en Jodenhater. Hij is racistisch omdat hij de moslimimmigratie wil tegenhouden; antisemitisch vanwege zijn woordkeus waarmee hij de Joods-Hongaarse miljardair- geldschieter George Soros beschuldigde van het promoten van ngo’s die open grenzen voorstaan om migranten Hongarije binnen te laten komen.

Maar er zijn gerechtvaardigde zorgen met betrekking tot Soros die geen gelegenheid voorbij laat gaan via zijn ngo’s een wereldwijde agenda van vijandigheid te financieren om de westerse culturele waarden en de nationale staat uit te hollen – ook Israël.

Peilingen laten zien dat bijna een op de vijf Hongaren openlijk de emigratie van Joden eist. Dus Orban kan gewetenloos antisemitische politieke toespelingen gemaakt hebben om zijn eigen politieke carrière te bevorderen. Sommige Hongaarse Joden hebben echter vorig jaar zijn ondubbelzinnige verwerping van het fascistische verleden van Hongarije toegejuicht toen Orban zei dat het land een “zonde begaan had” door zijn Joodse burgers tijdens de Tweede Wereldoorlog niet te beschermen.

Nadat een Joodse leider de antisemitische ondertoon onderkende van Orbans anti-Soroscampagne en de door de regering geleide campagnes om nazi-collaborateurs te rehabiliteren, zei hij desondanks: “…de (Joodse) gemeenschap wordt niet door deze dingen bedreigd maar wel door islamitisch geweld en het uitbannen van de rituele slacht; Orban is hier duidelijk tegen.”

In Frankrijk worden Joden vermoord door moslims; in Zweden, Nederland en elders worden Joden aangevallen, bedreigd en geïntimideerd. Wie vormt een grotere bedreiging voor Joodse veiligheid: de Europese regeringen die niets doen tegen de toevloed van immigranten die deze dreiging al deed toenemen, of Viktor Orban?

Verschillende ultranationalistische partijen die in Europa opkomen zoals de Oostenrijkse Vrijheidspartij, Gouden Dageraad in Griekenland of Jobbik in Hongarije, zijn inderdaad openlijk antisemitisch of hebben een nazi-verleden. En veel moslims zijn niet alleen gekant tegen islamitisch extremisme, maar zijn daarvan ook de meeste slachtoffers.

Maar degenen die moslim-antisemitisme of andere agressie niet willen zien of loochenen, laten oogluikend toe dat dit voortduurt en erger wordt. Onder hen zijn ook veel Joden die een dergelijke bezorgdheid als ‘islamfobie’ afdoen.

Zulke Joden wakkeren zelf de vuren van antisemitisme aan. Mensen die boos zijn en verontwaardigd dat massale immigratie hun nationale identiteit afbreekt, nemen bitter aanstoot aan wat Joden in de diaspora zeggen tegen hen die in Israël hun eigen land hebben: het is racistisch om tegen multiculturalisme te zijn.

Het is niet alleen gevaarlijk voor Joden om de Europeanen niet hun eigen nationale en culturele identiteit te willen laten behouden. Het is moreel verkeerd. Wij Joden hebben onze eigen identiteit. Waarom zouden zij niet de hunne mogen hebben?

Massale migratie naar Europa is een giftig onderwerp voor Joden. Maar nu we onlangs weer de Shoah herdacht hebben, hebben we zeker de plicht om antisemitisme niet te bagatelliseren door kleinere gevaren te overdrijven terwijl we de hoofdoorzaken van het vergif vandaag ontkennen of minder erg laten zijn.

De auteur

Melanie Philips

Doneren
Abonneren
Agenda