"Het is buitengewoon zorgwekkend. De buien die in 2050 voorspeld waren, vallen nu", zegt Patrick van der Broeck, dijkgraaf van het waterschap Limburg. "Als we kijken naar Zuid-Limburg dan vallen die zware regenbuien niet incidenteel. In 2012, 2014, 2016 en nu ook weer zorgde de regen voor veel overlast."
Zuid-Limburg, de regio die binnen het waterschap van Van der Broeck valt, kreeg zondag te maken met wateroverlast door stevige regenbuien. Er vielen hagelstenen van twee tot vier centimeter groot, straten stonden blank en kelders liepen onder. Op de A79 in Zuid-Limburg stopten automobilisten op de vluchtstrook vanwege de hevige regenval.
"Die heftige regenbuien in de zomer zijn een tendens die we al duidelijk in onze metingen terugzien", vertelt Rob Sluijter, klimatoloog van het KNMI. "Vanaf begin vorige eeuw meten we de hoeveelheid neerslag op 325 locaties in Nederland. De grens waarbij je lokaal wateroverlast kunt krijgen ligt op 50 millimeter per vierkante meter. In de jaren vijftig gebeurde dat elke zomer een dag of zes op verschillende locaties in Nederland. Inmiddels is dat opgelopen tot negen tot tien dagen. Dat is een duidelijke stijging."
Energie
Volgens klimatoloog Sluijter zal die frequentie de komende jaren verder toenemen. "De maand mei was de warmste in drie eeuwen tijd. Hoe warmer het wordt, hoe meer energie er in de lucht komt. Die energie is een van de factoren die nodig is om zo'n zware bui te krijgen. Daarnaast is ook een vochtige lucht nodig. Als het heel warm is, maar geen vochtige lucht, dan krijg je een woestijnachtige lucht waarbij het warm en zonnig blijft."
"Ik heb zelf altijd geleerd dat er 750 millimeter per vierkante meter per jaar valt, maar inmiddels is dat toegenomen tot 900 millimeter per jaar", aldus Van der Broeck. "Wat ook niet meehelpt is dat de tuin de afgelopen jaren steeds meer is gezien als verlengstuk van de woonkamer. Daardoor is het verharde oppervlak flink toegenomen en wordt het water niet opgenomen in de grond", aldus Van der Broeck.
Laagjes
Ruimte voor beplanting in de tuin en de tuin niet helemaal vol te leggen met tegels is een manier om wateroverlast te beperken. Maar het is lang niet voldoende, zegt Hugo Gastkemper, directeur van stichting RIONED. De stichting is de overkoepelende organisatie voor riolering en stedelijk waterbeheer.
"Bij een hevige regenbui neemt de bodem veel te weinig water op en het riool en de sloot kunnen het water ook niet tegelijk afvoeren. Het helpt om laagjes in de tuin aan te leggen, die als een soort badkuipjes dienen en het water zo een plek geven om te staan. Bij extreme situaties betekent het dat er een grote plas staat in de tuin. Veel planten kunnen daar tegen en in een dag is de plas weg."
Gastkemper denkt verder dat er een taak ligt bij de bouwsector. Nieuwbouwwoningen moeten volgens hem op verhogingen worden gebouwd. "Een beetje zoals we vroeger terpen hadden. Dat betekent niet dat de verhogingen zo hoog zijn dat je ze herkent in het landschap, maar als huizen wat hoger liggen, loopt het water ook minder makkelijk naar binnen."
Volgens de directeur van RIONED is het ook nodig dat huizen en gebouwen worden beschermd tegen wateroverlast. "Een drempel voor de oprit die als een soort dam fungeert kan bijvoorbeeld helpen."
De dijkgraaf Van der Broeck herkent dat vanuit zijn eigen regio. "In Meerssen, dat wat lager ligt, hebben bewoners al schotjes van twintig tot dertig centimeter hoog gemaakt om het water te keren. Ik heb er zelf bijgestaan dat het water in de beek aan de achterzijde van mijn tuin zo hoog stond dat het via de tuin mijn huis binnenkwam. Via de achterdeur liep het water door het huis naar de voordeur, zo de straat op. Mijn huis fungeerde als het ware als doorgang voor de overstroomde beek."
Opvangen op dak
Ook bedrijven kunnen volgens Van der Broeck hun bijdrage leveren aan het voorkomen van wateroverlast. Nu is het nog zo dat veel regenpijpen aangesloten zijn op de riolering. Bij hevige regenval zorgt dat ervoor dat het afvoersysteem nog meer belast wordt. "Als het regenwater op het dak wordt opgevangen, dan zorgt dat voor een buffer. Een dak moet dat gewicht aankunnen, want die zijn ontworpen om twintig centimeter sneeuw aan te kunnen. Dan moet tien centimeter water ook wel lukken."
Volgens Gastkemper kan de gemeente "veel doen met groen en bermen" om water op te vangen. "Daarnaast kan wateropvang gecombineerd worden met andere functies van de buitenruimte. Denk aan een speelplaats waar bij een hevige regenbui water kan staan, of aan een rotonde waar in het midden ruimte is om overtollig regenwater op te vangen. Dat is slim gebruik maken van de ruimte."
Sluijter ziet dat sinds het jaar 2000 in Nederland een nieuwe categorie buien ontstaat, waarbij een "hoge neerslagintensiteit" gekoppeld is aan een grote omvang. "Als er dan ook nog weinig wind staat regent zo'n bui helemaal leeg op één plek." Waar dat precies gebeurt, is volgens de klimatoloog gebaseerd op toeval. "Dit wordt de komende jaren alleen maar erger", voorspelt Gastkemper. "Met dit soort buien moeten we min of meer voor de eeuwigheid rekening mee houden."