Opinie

De misleidende bestrijding van nepnieuws door de EU

27-05-2018 16:48

STEUNT DR. SID LUKKASSEN EN DONEER

 

De Europese Commissie onthult wat ons te wachten staat. Op 26 april 2018 lanceerde de Commissie een document genaamd ‘Tackling online disinformation: Commission proposes an EU-wide Code of Practice’. Dit document verwijst in zijn rechtvaardiging naar het “recente schandaal rond Facebook/Cambridge Analytica”. Dat zou bewijzen hoe persoonlijke gegevens worden misbruikt voor electorale doeleinden, en dat het democratische proces (door overheidsingrijpen) moet worden veiliggesteld. Ook staat er: “Today the European Commission is taking steps forward in the fight against disinformation to ensure the protection of European values and security.”

Sociale media platforms onttrekken zich aan democratie

Hier worden twee zaken door elkaar gegooid. Allereerst: ja – big data en sociale media kunnen inderdaad leiden tot antidemocratische praktijken. Zoals ik dit in mijn proefschrift De Democratie en haar Media uiteenzette, weten verkiesbare kandidaten niet hoe zij door zoekmachines worden beïnvloed en in hoeverre hun zichtbaarheid daar positief of negatief is: zoekmachines opereren immers met algoritmes die vallen onder een bedrijfsgeheim. Wellicht worden onze profielen op sociale media gemonitord en ingezet om ons tactisch bloot te stellen aan politiek gekleurde informatie, zonder dat wij precies weten op basis van welke mechanismen dit geschiedt.

In dit opzicht heeft big data en het feit dat bedrijven als Facebook, Google en YouTube zo ongeveer monopolieposities hebben, aanwijsbare antidemocratische implicaties. Ze zijn dermate machtig in het sturen van publieke discussies dat er veel voor te zeggen is om ze meer transparant te maken en er een democratische controle op in te stellen. Bedrijven zoals bovenstaanden en zoals Twitter zijn qua zendbereik nexuspunten geworden in de Öffentlichkeit: zij zijn niet meer te vergelijken met een kroeg waar je ruzie krijgt tijdens een felle discussie en je vervolgens maar een nieuwe stamkroeg zoekt.

EU wil meer bevoegdheden

Deze analyse is echter iets compleet anders dan het verhaal over bestrijding van ‘nepnieuws’ c.q. ‘disinformatie’ – dit betekent feitelijk het sturen van discussies naar niet-polariserende berichtgeving. De Europese Commissie – of zo u wilt de EU – gooit deze zaken op elkaar om het gevoel van urgentie te verhogen en zo meer bevoegdheden naar zich toe te trekken op het vlak van mediawetgeving. Het voorstel om ons te ‘beschermen’ tegen nepnieuws zal uitdraaien op het bevorderen van mediakanalen die in politieke zin niet-populistisch zijn.

In hetzelfde document spreekt Eurocommissaris Julian King bijvoorbeeld over “pernicious and divisive content”. Wie bepaalt in godsnaam wat dat is? Wat al dan niet als “verdelend” geldt zal altijd afhangen van de heersende politieke kleur. Wat al dan niet “pernicious” is, hangt af van het maatschappijbeeld dat men qua ideaal nastreeft en is dus onlosmakelijk verbonden met een politieke opvatting.

Slotsom – naar een Nieuwe Zuil

Van begrippen als “pernicious” en “divisive” zal nooit een definitie ontstaan die niet politiek omstreden is. Daarom is het verkeerd om dit criterium te verheffen tot criterium van beleid. Vroeg of laat zal dit mediabeleid dan een middel worden voor de machthebber(s) om onwelgevallige meningen in de hoek van nepnieuws en disinformatie te plaatsen. Control the media, control the mind.

Allerlei algoritmes en moderatie maken nu al dat veel content (lees: kritische artikelen over terreuraanslagen, migratieproblematiek en de transferunie) geruisloos naar de achtergrond verdwijnt. We zijn geen eigenaars van deze platforms maar slechts gebruikers: dit betekent dat wij geen vrijheid van meningsuiting hebben maar slechts van toegestane meningsuiting. Om realistische en postprogressieve meningen te blijven ontplooien, is het van belang dat er een soeverein-realistisch medianetwerk ontstaat. Dit vergt de bouw van een Nieuwe Zuil.

 
Helaas: deze aanbieding is verlopen, maar probeer deze boeken eens