Volgens de onderzoekers is er bij de leden sprake van een "zekere mate van straffeloosheid", omdat ze weten dat hun acties doorgaans niet tot een strafrechtelijk onderzoek of een strafproces leiden.
Het laatstgenoemde komt doordat acties niet altijd worden opgeëist en slachtoffers vaak geen vervolgstappen zetten.
Daarnaast blijkt uit gesprekken met de politie en de AIVD dat de groeperingen 'veiligheidsbewust' zijn. Zo worden voorafgaand aan confrontaties bijvoorbeeld onderling afspraken gemaakt over het dragen van zwarte en gezichtsverhullende kleding. Door de identieke kledingstukken is het lastig te bewijzen wie wat heeft gedaan.
Aandachtspersonen
Het is niet bekend hoe vaak de groeperingen, die regelmatig samenwerken, zich schuldig maken aan overtredingen en misdrijven. Volgens de onderzoekers gaat het om onder meer vandalisme, brandstichting en het oproepen tot strafbaar gedrag.
In de periode van 2015 tot en met oktober 2017 waren bij de politie 182 leden van extreemlinkse groeperingen in beeld. Uiteindelijk zijn dertig tot veertig van hen aangemerkt als 'aandachtspersoon'. Het ging hierbij om personen die zich inzetten voor antifascisme, mensenrechten, milieuzaken en dierenrechten.
Wil jij elke ochtend direct weten wat je 's nachts gemist hebt en wat er die dag gaat gebeuren? Abonneer je dan nu op onze Dit wordt het nieuws-nieuwsbrief!