Direct naar artikelinhoud
Column

Gezondheid als nieuwe religie, als pad naar het paradijs

Theodor HolmanBeeld Wolff

Ja, ik ben een baby-boomer.

Wie enigszins ongeschonden uit de oorlog kwam, ging kinderen maken. Mijn
ouders hadden elkaar vier jaar niet gezien; de een wist van de ander niet of hij nog leefde.

Negen maanden nadat mijn vader mijn moeder had gevonden, werd mijn broer geboren. Zes jaar later, als nakomertje, kwam ik ter wereld.

Ouderlijke oorlogsangst zorgde ervoor dat mijn generatie werd verwend.

We mochten alles, we deden alles. Seks, drugs en rock-'n-roll werd de definitie van de nieuwe vrijheid. Dat betekende ook een nieuwe moraal.

Houden van was niet voor eeuwig, de verruiming van de geest vonden we een noodzaak en rock-'n-roll stampte het ritme waarin we wilden leven.

De oorlog is nu lang geleden.

Preutsheid is populair. Vreemdgaan weer een schandaal. De nieuwste moraal is de moraal van opa en oma.

Wat me daarbij vooral ergert, is de constante aandacht voor gezondheid. Alsof een storing in de genen niet bestaat en de erfelijke belasting kan worden voorkomen door een snee volkorenbrood.

Gezondheid als nieuwe ­religie, als pad naar het paradijs, als schild tegen de dood. Ben je niet gezond, maar ziek, dan is dat je verdiende loon. 

Nu is dit bekend, maar die aandacht voor gezondheid zorgt voor de tweedeling. 

Wie rijk is, kan makkelijker voor zijn gezondheid zorgen. Hij kan die dure producten ­kopen.

Wie rijk is, zal langer leven.

Is dat onrechtvaardig?

Hoe gezonder we leven, hoe meer aandacht voor de dood. 

We weten namelijk niet meer hoe we met de dood moeten omgaan.

Iedere enigszins bekende Nederlander die een doodswens heeft, omdat hij ziek is, wordt uitgebreid geportretteerd.

Hoeveel program­ma's heb ik nu al niet gezien met stervende jongeren en euthanasie plegende ouderen? Elke avond zie ik wel iemand in een kist liggen of vertelt een bekende Nederlander hoe hij zich voorstelt te sterven.

Er wordt net gedaan of de dood een normaal onderdeel van het leven is, maar dat is het juist niet. Je kunt niet trainen voor de dood, je kunt het sterven niet oefenen.

Proberen de dood uit te ­stellen gaat ten koste van het genieten.

Genieten is lui en lekker; een voorschot op het paradijs waar je mateloos mag zijn. Mateloosheid brengt echter het sterven dichterbij. Dat weten wij genietende babyboomers.

Straks leeft de jeugd langer gezond, maar weet niet hoe.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl

Er wordt net gedaan of de dood een normaal onderdeel van het leven is