Holocaustslachtoffers krijgen alsnog belastingvrijstelling

Duitsland betaalt de groep mensen sinds 2014 een vergoeding van maximaal 300 euro per maand voor kinderarbeid die zij tijdens de tweede Wereldoorlog moesten verrichten in gebieden die als ‘getto’ waren aangemerkt. De uitkering wordt op zichzelf niet belast, maar moest volgens de Belastingdienst wel worden opgeteld bij het inkomen. Ontvangers kwamen daardoor in een hoger belastingtarief terecht. Voor sommigen leidde het hogere inkomen bovendien tot verlies van huurtoeslag.

Het Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers is ‘verheugd’ en spreekt van een ‘simpele en elegante oplossing’ die Snel vanmiddag persoonlijk mededeelde. Het VBV noemde de houding van de fiscus eerder ‘immoreel’ en sprak van ‘fiscale vervolging’. Ondanks aandringen van de Tweede Kamer, die in de maag zat met de kwestie, hield het kabinet aanvankelijk voet bij stuk. Een speciale vrijstelling zou de poort open kunnen zetten tot andere vrijstellingen. De 86-jarige Inge Prenzlau liet het er niet bij zitten en spande een rechtszaak aan tegen de Nederlandse staat.

Vorige maand liet staatssecretaris van Financiën Menno Snel aan de Tweede Kamer weten toch een oplossing te willen zoeken. Die heeft hij nu gevonden. De uitkering wordt voortaan aangewezen als een zogenoemde 'uitkering van publiekrechtelijke aard'. Deze hoort niet bij het inkomen van de belastingplichtige en heeft daardoor geen gevolgen voor de heffing of hoogte van belasting, premies en toeslagen.

De oplossing die is gevonden, geldt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2016. ,,Het heeft helaas enige tijd geduurd voordat een oplossing kon worden gevonden”, aldus Snel. ,,Ik hoop dat hiermee nu een einde komt aan een periode waarin mogelijk gevoelens van onrechtvaardigheid zijn ervaren.”