Mieren op Fiji blijken al drie miljoen jaar te tuinieren

De mieren planten zaadjes, bemesten ze met hun eigen uitwerpselen en urine en als de planten volwassen zijn, gaan ze erin wonen.

Nieuw onderzoek wijst nu uit dat de samenwerking tussen de planten en mieren al zo’n drie miljoen jaar stand houdt. Het betekent dat de mieren al lang voordat mensen in Zuidwest-Azië op het idee kwamen om landbouw te gaan bedrijven, aan het ‘boeren’ waren. Dat schrijven onderzoekers in het blad Nature Plants.

De boom in
Het onderzoek draait om de mier Philidris nagasau. Deze mier houdt zeker zes plantensoorten uit het geslacht Squamellaria in zijn ‘tuintje’. De planten uit dit geslacht groeien niet in aarde, maar op bomen. De mieren verzamelen zaadjes van deze planten en planten ze in de breuken en gaatjes in de schors van de boom. “De planten koloniseren drie of vier boomsoorten, die aantrekkelijk zijn voor de mieren omdat ze óf heel toegankelijke nectar produceren óf een heel zachte schors bezitten, zodat de mieren de scheuren die in de schors ontstaan gemakkelijk breder kunnen maken,” vertelt onderzoeker Susanne Renner.

Hier zie je een boom waarin de mieren 'tuinieren'. De mooie kamertjes die de door hen gecultiveerde planten creëren, zijn goed zichtbaar. Afbeelding: Guillaume Chomicki.
Hier zie je een boom waarin de mieren ‘tuinieren’. De mooie kamertjes die de door hen gecultiveerde planten creëren, zijn goed zichtbaar. Afbeelding: Guillaume Chomicki.
Appartementencomplex
De zaailing creëert vervolgens een soort kamertje – ook wel domatium genoemd – voor de mieren. De mieren gaan dat kamertje binnen om zich van hun uitwerpselen en urine te ontdoen. Zo bemesten ze in feite de zaailing. Omdat de mieren meerdere zaadjes in de boomschors planten, ontstaan er meerdere van dit soort kamertjes. En die kamertjes groeien naarmate ook de plant groter wordt. Zo ontstaat een soort appartementencomplex dat uiteindelijk meerdere mierenkoloniën herbergt. In sommige kamertje wordt continu gepoept en geplast. In andere kamertjes wonen de larven van de mieren. “Men vindt vaak tientallen koloniën in één boom,” stelt onderzoeker Guillaume Chomicki. “Al die individuen zijn het nageslacht van één koningin, wiens nest zich in het centrum van het systeem bevindt.”

Nu zijn er natuurlijk wel meer planten en mieren die in symbiose leven. Maar de samenwerking tussen Squamellaria en Philidris nagasau is zo gespecialiseerd geworden dat de mieren echt niet meer zonder de planten en de planten echt niet meer zonder de mieren kunnen. Dat is ook niet zo verwonderlijk, aangezien de samenwerking al zo’n 3 miljoen jaar een succes is.

Bronmateriaal

"A longstanding relationship" - Ludwig-Maximilians-Universität München

Fout gevonden?

Voor jou geselecteerd