Direct naar artikelinhoud

Dijsselbloem versus De Graaf: bonje rond RvS-benoeming

Dijsselbloem versus De Graaf: bonje rond RvS-benoeming
Beeld ANP

Het kabinet is op zoek naar een nieuwe vicepresident van de Raad van State. Verrassend: oud-PvdA-minister Dijsselbloem mengt zich in de strijd.

De zeventig kaarsjes staan pas in oktober bij hem op de taart, maar nu al draait de discussie over de opvolging van Piet Hein Donner, vicevoorzitter van de Raad van State ofwel onderkoning van Nederland, op volle toeren. Hamvraag: gaat de baan naar de beste kandidaat of naar de sollicitant waarmee de vier regeringspartijen het beste kunnen leven? En kan dat ook dezelfde kandidaat zijn?

Met Donners zeventigste verjaardag in het vooruitzicht, die hem wettelijk verplicht te vertrekken, heeft het kabinet deze maand de vacature voor zijn opvolger opengesteld. Voor de tweede keer op rij is die advertentie openbaar gemaakt, zodat in principe iedereen kan solliciteren. Kandidaten hebben nog een week de tijd. Daarna is het aan minister Kajsa Ollongren (D66, binnenlandse zaken) om de knoop door te hakken.

In de profielschets wordt ‘ervaring’ en ‘inzicht’ verlangd in vraagstukken over de EU – een nieuwe passage

De opvolging staat garant voor Haagse speculaties, met als hardst rondzoemende naam die van D66-senator en oud-vicepremier Thom de Graaf (60). Over zijn benoeming, die na decennia confessionelen en een enkele sociaaldemocraat aan het roer een primeur zou zijn voor D66, zou tijdens de formatie van vorige zomer al overeenstemming zijn bereikt. Dat is niet ongebruikelijk als een nieuwe coalitie zo'n prominente vacante post ziet aankomen. Zo'n belofte verbreken ligt lastig.

In stilte afhandelen

Liefst zou het kabinet de opvolging in stilte afhandelen, terugdenkend aan hoe snel de vlam de vorige keer in de pan sloeg. Toen, in 2011, werd Donner door het kabinet waar hij als minister van binnenlandse zaken zelf deel van uitmaakte, benoemd als vicepresident. De vraag was hoe Donner zou omgaan met wetgeving die hij als minister had voorgesteld; de Raad is naast ’s lands hoogste algemene bestuursrechter vooral de belangrijkste adviseur van het kabinet.

Het ziet ernaar uit dat het kabinet inmiddels kan fluiten naar een geruisloze verkiezing van Donners opvolger. De persoon in kwestie die het vuurtje oppookt, heet namelijk oud-minister van financiën Jeroen Dijsselbloem (52). De Volkskrant en NRC schreven dit weekend te weten dat de PvdA’er op aandringen van de Raad belangstelling heeft ontwikkeld voor de post. Hij zou premier Rutte en een aantal partijleiders over zijn sollicitatieplannen hebben ingelicht.

Als het klopt dat Dijsselbloem zich meldt op verzoek van de Raad, dan brengt dat het kabinet in een lastig parket. Want dient de voorkeur van de belangrijkste adviseur van het kabinet op gebied van wetgeving en bestuur niet leidend te zijn? Officieel niet: de Raad wordt gehoord, zo staat in de wet, maar uiteindelijk kiest de minister. Alleen: als publiekelijk bekend is dat die voorkeuren afwijken, kleeft aan een benoeming al snel het beeld van vriendjespolitiek.

Zo hielp het Donner én het kabinet niet dat in 2011 uitlekte dat er binnen de Raad sympathie leefde voor toenmalig voorzitter van de Sociaal-Economische Raad Alexander Rinnooy Kan, nu D66-senator. Dat gegeven kan landbouweconoom Dijsselbloem gesterkt hebben in zijn overtuiging dat hij kans maakt. De Graaf is weliswaar jurist, wat blijkens de profielschets de 'voorkeur' geniet, maar een harde eis is het kennelijk niet; Rinnooy Kan studeerde econometrie en wiskunde.

Wat verder opvalt: in de huidige profielschets wordt van kandidaten verlangd dat zij ‘ervaring’ en ‘inzicht’ hebben in vraagstukken met betrekking tot de Europese Unie – een passage die in 2011 niet in de vacaturetekst stond. De Raad van State controleert of Nederland zich houdt aan de Europese begrotingsregels. Meer dan bekend terrein voor Dijsselbloem, die vijf jaar voorzitter was van de Eurogroep.

Lees ook: Gaat de opvolging bij de Raad van State net zo regentesk als de vorige keer?

Hans Goslinga schrijft elk weekend een beschouwing over de staat van onze politiek en onze democratie. 'De Haagse Beek stroomt er ondergronds. Maar wie ter hoogte van het Witte Paleis aan de Kneuterdijk, waar de Raad van State huist, scherp luistert, kan de ongerustheid horen opborrelen.'