Bennett kritisch na Giro-weekend Israël: alleen de Israëlische kant gezien

Ze zijn opgelucht dat het erop zit. De aanslagen of incidenten waarvoor de renners op voorhand vreesden, bleven uit gedurende de start van de Giro in Israël. Toch was na afloop niet iedereen zo gelukkig met de primeur in het Midden-Oosten. "Ik ben blij dat we naar Europa gaan nu."

George Bennett, kopman van Lotto-Jumbo deze ronde, windt er geen doekjes om. De Nieuw-Zeelander had maar weinig op met het verblijf in Israël. "Als je alleen naar de show kijkt, was het heel mooi. Maar er was ook een gemis. Ik heb heel veel Israëlische vlaggen gezien en niet een Palestijnse vlag. Een gemiste kans."

Bennett had graag gezien dat de Israëliërs een brug hadden geslagen, net als Noord- en Zuid-Korea deden tijdens de Olympische Winterspelen. "Ze hadden kunnen laten zien dat ze wel kunnen samenwerken."

Robert Gesink is het niet eens met zijn ploegmaat. "Het was weer een keer wat anders, drie dagen Israël. Het is uiteindelijk goed verlopen, goed georganiseerd."

Mooi was het niet, vond Gesink. "Er was vandaag niet heel veel te zien. Behalve veel zand en een paar kamelen."

Maar een extra passage over Palestijns grondgebied hoefde voor hem ook zeker niet. "Ik denk dat we juist heel blij moeten zijn dat het allemaal goed verlopen is. Natuurlijk hadden we door Palestina kunnen rijden, maar ik weet niet hoe gevoelig dat allemaal ligt. Als het daardoor een lastiger verhaal wordt..."

'We zijn hier om te sporten'

"Kijk, wij zijn hier om te sporten. En voor ons is het belangrijk dat we een veilige koers hebben. Daarom snap ik de keuze wel dat we niet door gebieden rijden waar die veiligheid niet gegarandeerd is. We moeten wel op wegen fietsen waar goed te fietsen is."

Maandagochtend vliegt het peloton al vroeg richting Sicilië. Bennett kan niet wachten. "Ik ben heel blij dat we naar Europa gaan. Ik wil weer een cappuccino en een croissant. Ik denk dat het hele peloton dat wil."

Over één aspect waren Bennett en Gesink het roerend eens: de supporters langs de kant van de weg en ook de wind maakten het fietsen extra gevaarlijk de afgelopen dagen.

"Er stonden wel veel mensen gisteren. Heel, heel veel mensen. Bijna beangstigend veel. Ze snappen hier natuurlijk niets van fietsen. En als ze langs de kant staan en ze kijken door hun spiegelreflexcamera, lijken we nog ver weg, maar dat zijn we dan soms niet."

'Heel blij dat ik nog leef'

Een dag later kwam Gesink versnellingen tekort. "Ik reed volgens mij tachtig aan het uur. Met honderdvijfentwintig omwentelingen. Dan kun je op een gegeven moment niet harder."

Bennett genoot ook daar niet echt van. "Ik ben heel blij dat ik nog steeds leef. Het was een hele hectische etappe. In de laatste tien kilometer waren er ook nog veel rotondes. Het was niet nodig. Volgens mij willen ze per se drama en spektakel. Als er nog meer van dit soort ritten zouden zijn, krijgen ze dat spektakel ook nog."