Direct naar artikelinhoud
Column

Geen onderwerp ligt zo gevoelig op het Binnenhof als wachtgeld

Geen onderwerp ligt zo gevoelig op het Binnenhof als wachtgeld

Terwijl voor de ramen van onze Haagse redactielokalen de 1 mei-optocht passeert – langer dan andere jaren, flink wat SP-vlaggen – praat ik met SP-Kamerlid Ronald van Raak over zijn wetsvoorstel de wachtgeldregeling aan te pakken. Dat is de vergoeding die vertrekkende politici krijgen voordat ze nieuwe inkomsten hebben.

Geen toeval dat Van Raak uitgerekend vandaag met zijn plan komt. Een symbolische dag, vindt hij: geschikt om na te denken over sociale zekerheid. Hij wil geen halve maatregelen, de regelingen moeten worden afgestemd op wat nu in het gewone leven geldt. Dat betekent voor Kamerleden een halvering van het wachtgeld; ministers gaan er 67 procent op achteruit. Ook voor burgemeesters en wethouders wordt het een stuk minder. De duur wordt verkort van 38 maanden naar maximaal twee jaar, na een half jaar moet ‘alle arbeid’ aanvaard worden.

Dit heeft echt niks te maken met politici pesten, verzekert Van Raak, Kamerlid sinds 2006. Wat voor de gewone man goed genoeg is, moet dat ook voor ‘Den Haag’ zijn – dat is de gedachte. ‘Ik wil een einde maken aan de voorkeursbehandeling.’ Lukt dat niet, dan moet de WW omhoog. ‘Als de WW niet goed genoeg is voor politici, zou ik niet weten waarom die dat wel voor een ander is.’

Geen onderwerp zo gevoelig als wachtgeld. Dan gaat het al snel over Wassila Hachchi, de D66’er die met wachtgeld in de mist van de Clintoncampagne verdween. Of over Kathleen Ferrier (CDA), die een tijdje als wachtgeldkoningin bekend stond. Zeg wachtgeld en buiten het Binnenhof valt meteen het woord zakkenvullers. Op het Binnenhof zakt de toon meteen tot fluisterhoogte. Politici die de wachtgeldregeling hartstochtelijk willen verdedigen, zijn amper te vinden.

Terwijl daar toch alle reden voor is. De politicus heeft een hoog afbreukrisico – denk aan Halbe Zijlstra. Je kunt struikelen over kwesties die door je voorganger zijn veroorzaakt (Mansveld) of die later toch wat genuanceerder bleken te liggen (Verheijen). PVV’ers hebben sowieso vaak moeite na de politiek een baan te vinden. De wachtgeldregeling helpt hen die tijd te overbruggen.

Ronald van RaakBeeld ANP

Zonder fatsoenlijke wachtgeldregeling wordt de Kamer een huis voor financieel onafhankelijken en avonturiers, hoorde ik hoogleraar Wim Voermans al op de radio zeggen. Op gemeentelijk niveau speelt dat nog sterker. De lokale politiek is de afgelopen jaren verruwd en versplinterd, tussen college en raad groeien de tegenstellingen. Een op de vijf wethouders vertrekt voortijdig. Minder wachtgeld verkleint het animo wethouder te worden.

Minstens zo belangrijk: de wachtgeldregeling is een middel om de onafhankelijkheid van politici te borgen. Dat werkt aan twee kanten: enerzijds maakt wachtgeld het gemakkelijker weerstand te bieden aan de ijzeren fractiediscipline. Anderzijds maakt het de verleiding kleiner in de Haagse draaideur te stappen. Afzwaaiende Kamerleden verdwijnen vaak naar de belangenbehartiging; ze gaan naar een lobbyclub of koepelorganisatie, een sectorvertegenwoordiger of het bedrijfsleven om van daaruit de overheid te beïnvloeden. Voorbeelden genoeg van Kamerleden die al tijdens hun zittingsperiode beginnen met voorsorteren.

Alle reden dus om er niet aan te tornen. Maar Van Raak, die eerder aan de wieg stond van het Huis voor Klokkenluiders, is niet onder de indruk van die argumenten. Je gaat de politiek niet in voor het geld, zegt hij. ‘Jonge mensen zien de politiek nu als opstapje voor hun carrière. Daar is die niet voor bedoeld.’ Bovendien: tijdelijke contracten maken ook ander werk steeds onzekerder. Een gevoelsargument nog: ‘Politici schamen zich nu gebruik te maken van het wachtgeld. Schakel je dat gelijk met de WW, dan hoeft dat niet meer.’

SP’ers leven al volgens zijn voorschriften: SP’ers met wachtgeld storten daarvan een flink deel terug in de staatskas. Ze maken er overigens zo min mogelijk gebruik van: Roemer is burgemeester, Van Bommel is bestuursadviseur bij de gemeente Zwolle, Kooiman gaat naar de politiebond.

In 2009 mislukte een eerdere poging van Van Raak om het wachtgeld te versoberen. In een stuk op website The Post Online memoreert hij dat de Volkskrant zijn voorstel toen ‘een kwalijke vorm van effectbejag’ vond, dat ‘populistische vooroordelen’ zou voeden. Sindsdien is de regeling al wat aangepast. De stemming is veranderd, verwacht Van Raak. Wiegel zou er volgens hem wat in zien, Dijsselbloem ook. Een grote kostenpost is het niet. De afgelopen vijf jaar maakten 211 landelijke politici gebruik van wachtgeld, opgeteld 19.668.342 euro. Wat neerkomt op ruim 20 duizend euro per persoon per jaar.

Het voorstel van Van Raak heeft alvast één voordeel: het dwingt politici nog eens uit te leggen waarom ze echt geen zakkenvullers zijn.