Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Terrorisme

Necrologie

Vrouw, minister van Justitie, bang voor niemand

De naam ‘Reno’ was toeval. Haar Deense grootvader heette Rasmussen. Moeilijk. Hij prikte lukraak een stad op de landkaart toen hij in 1913 als emigrant in Amerika kwam. Reno? Oké, zo zou hij heten.

Aan subtiliteiten heeft zijn klein dochter Janet ook nooit gedaan. „Mijn vader was ervan overtuigd dat u een schurk bent en ik ben altijd kritisch over u geweest”, zei ze tegen de chef van het Openbaar Ministerie in Miami, toen die haar in 1973 een baan aanbood, betrekkelijk vers van Harvard. Dat is precies waarom ik u wil, antwoordde hij. Vijf jaar later werd ze zijn opvolger.

Toen Bill Clinton Janet Reno in 1993 vroeg om als eerste vrouw minister van Justitie te worden, wist hij dat hij geen diplomaat aan boord haalde. Wel iemand die rechtdoorzee was, juridisch volkomen onafhankelijk en bang voor niemand, zelfs niet – zou hij later ontdekken – als het de president was die haar onder druk zette.

Haar vuurdoop kwam na een maand, toen de religieuze en zwaarbewapende sekte van David Koresh zich in hun complex in Waco, Texas, verschanste. Na 51 dagen onderhandelen gaf ze het bevel voor een bestorming; 75 mensen kwamen om, onder wie 20 kinderen. Ze nam de volledige verantwoordelijkheid op zich en noemde het „de ergste dag uit mijn leven”. Die openheid was zelden vertoond.

In haar twee termijnen, tot 2001, stond ze in de schijnwerpers bij grote processen. Zoals tegen de dader van de bomaanslag in Oklahoma (1995), tegen de ‘Unabomber’ en tegen de spion Aldrich Ames.

En ze moest spitsroeden lopen, in Miami en Washington, tijdens de Cubaanse vluchtelingencrisis (2000). Reno besloot het jongetje Elian Gonzalez, de enige overlevende van een groep bootvluchtelingen, terug te laten brengen naar zijn vader in Cuba, omdat dat beter voor hem zou zijn. Dat ze zo de woede van de Cubaanse gemeenschap in haar geboortestad over zich afriep, nam ze voor lief.

Ook in de gevechten van Clinton en de Republikeinen hield ze het hoofd koel. De Republikeinen vonden haar te soft over een onroerendgoedschandaal in Arkansas tijdens Clintons gouverneursschap. Clinton zelf probeerde tevergeefs te voorkomen dat ze speciale onderzoekers in de Lewinski-affaire benoemde. „Ik ga mijn eed niet breken in deze zaak onder druk van wie ook”, zei ze daarover tegen het Congres.

Janet Reno leed al langer aan Parkinson. Ze overleed in Miami en werd 78 jaar.