Kabinet aanwezig bij jaarlijkse herdenking Armeense genocide: ‘Daden zeggen meer dan woorden’

Het kabinet is dinsdag voor het eerst aanwezig in Armenië bij de herdenking van de Armeense genocide van ruim honderd jaar geleden. Staatssecretaris Menno Snel (Financiën) is erbij nadat de Tweede Kamer hierop had aangedrongen.

In 1915 werden in het toenmalige Ottomaanse Rijk honderdduizenden Armeniërs vermoord. Turkije ontkent dat er sprake was van doelbewuste volkerenmoord. De Tweede Kamer erkende de genocide in februari en vroeg het kabinet toen ook naar de herdenking in Armenië te gaan.

Elke vijf jaar zal nu een kabinetslid aanwezig zijn bij de herdenking in de Armeense hoofdstad Jerevan. Nederland is eerder wel met een ambassadeur en een Tweede Kamerlid bij deze herdenking geweest. Het kabinet erkent de genocide met zijn aanwezigheid niet. Het blijft spreken van de kwestie van de Armeense genocide.

In Nederland wordt de genocide op deze dag herdacht in Assen bij het Armeens monument. De herdenking is georganiseerd door de Samenwerkende Armeense Organisaties.

‘Wie de geschiedenis geen recht doet kan niet naar de toekomst kijken’

Kamerlid Joel Voordewind is woordvoerder Armeense Genocide namens de ChristenUnie. Voordewind noemt de aanwezigheid van een Nederlands bewindspersoon bij de herdenking “een belangrijke stap”.

“Het is belangrijk voor Armenië en de nabestaanden”, aldus Voordewind in Goedemorgen Nederland. “Als we de geschiedenis geen recht doen kunnen we ook niet naar de toekomst kijken. Turkije moet de Armeense genocide erkennen.”

De Kamer spreekt over een Armeense genocide, terwijl het Kabinet nog steeds ‘Armeense kwestie’ of ‘de kwestie van de Armeense genocide’ gebruikt. “Dat moet het kabinet zelf weten”, reageert Voordewind. “Maar het is een heel duidelijk statement, en soms zeggen daden meer dan woorden.”

Voorzichtig wegens Turkije

“Ik denk niet dat het ter plekke veel uitmaakt wie er zou komen”, zegt politiek commentator van De Telegraaf Wouter de Winther. “De staatssecretaris van financiën is niet de eerste persoon waarvan je verwacht dat die daar zou zijn., maar er gebeurt wel iets wat eerder niet gebeurde.”

“Wij kiezen hier onze eigen woorden”, vervolgt de Winther. “Als we willen spreken over de Armeense genocide moeten we dat gewoon doen. In Den Haag wordt daar heel voorzichtig over gedaan vanwege Turkije. Daar moeten mensen zich minder van aantrekken.”

Door: Redactie