Steeds meer Polen in Nederland
Den Haag
Dat blijkt uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat vandaag verschijnt. Het bureau ondervroeg hiervoor 1100 Polen die na de uitbreiding van de Europese Unie in 2004 naar Nederland zijn gekomen.
Sinds het begin van deze eeuw neemt het aantal Polen dat naar Nederland komt snel toe. Op 1 januari 2017 waren er ruim 160.000 Polen ingeschreven in het bevolkingsregister, tegenover ongeveer tweeduizend rond de eeuwwisseling. Daarnaast schat het SCP dat er nog ongeveer 90.000 Polen in ons land wonen en werken, zonder zich te hebben ingeschreven. Jaarlijks is de instroom ongeveer 23.000. Daar staat tegenover dat een groot deel van deze Polen ook weer terugkeert naar het land van herkomst.
Uit het SCP-onderzoek blijkt dat driekwart van de hier wonende Polen denkt over vijf jaar nog steeds in Nederland te wonen. Bijna een vijfde wil absoluut weer terugkeren naar Polen. Meer dan de helft van deze groep heeft inmiddels kinderen, die in Nederland opgroeien. Ook dat is fors meer dan aan het begin van deze eeuw.
zware beroepen
Polen zijn harde werkers, blijkt uit het rapport. Driekwart van deze groep werkt en met 6,7 procent is de werkloosheid lager dan het landelijk gemiddelde.
Ze komen voornamelijk via uitzendbureaus naar Nederland. Die werken heel gericht, met als doel mensen aan het werk te krijgen. Ze werken vaak in de industrie, bouw en land- en tuinbouw. Deze situatie brengt tegelijk een probleem met zich mee: arbeidsrelaties zijn vaak flexibel. Dat maakt de positie van veel Poolse migranten kwetsbaar.
Bovendien doen veel Polen slecht betaald en laagopgeleid werk. Bij Poolse vrouwen is dat probleem schrijnender dan bij mannen. Zij zijn vaker hoogopgeleid dan mannen, met een diploma op universitair of HBO-niveau. Hier staat tegenover dat Poolse vrouwen vaker dan mannen werken in laagopgeleide beroepen.
taal
De meeste Polen vinden Nederlands een moeilijke taal om te leren. Vooral diegenen die hopen permanent in ons land te blijven, investeren in het volgen van een taalcursus. Bijna de helft wil graag meer contact krijgen met autochtone Nederlanders. <
‘We hebben enkele Polen in vaste dienst en daarnaast is twee derde van de medewerkers op onze tuinen Pools’, vertelt Mieke Breugem. Met haar man runt ze een tuinderij in ’s Gravenzande. ‘Zij willen werk doen dat niemand anders wil doen. Naast de Polen hebben we hier vooral Letten rondlopen.’ Er wonen veel Polen in het Westland.
‘Polen is een moeilijk land’, stelt Breugem. ‘Er is vriendjespolitiek en corruptie. Als je werkloos bent, kun je je gezin niet voeden.’
Breugem ziet een verschuiving in de achtergrond van Poolse medewerkers: ‘Eerst waren het moeders met jonge en opgroeiende kinderen. Maar door acceptatie van anticonceptie neemt hun aantal af. Tegenwoordig hebben we vooral Poolse mannen en vrouwen die werken om in Polen een huis te kunnen kopen.’
Breugem: ‘Wie zijn zaakjes goed op orde heeft, kan de taal leren, een huis kopen en kinderen hier opvoeden. Ze beginnen een eigen bedrijf. Ze werken bijvoorbeeld in de techniek. Anderen beginnen een Poolse supermarkt of een Pools restaurant, gericht op de eigen mensen. Deze mensen burgeren behoorlijk goed in, ook al blijven ze wel Pools eten.’ Het gaat volgens Breugem wel om een kleine groep: ‘Het grootste deel gaat uiteindelijk terug naar Polen.’
‘De kerk zit elke zondag vol, de opkomst is enorm’, vertelt een Poolse die al meer dan dertig jaar in Nederland woont. Ze wil liever niet met haar naam in de krant. ‘Er zijn tientallen eerste communies en vormsels per jaar.’ Over de Poolse migranten die de laatste jaren komen, weet ze weinig. ‘Die zijn in de twintig of dertig. Het is normaal dat ze met elkaar optrekken.’
Volgens haar is het logisch dat Polen vaak niet goed Nederlands spreken: ‘Ze werken keihard, vaak in zware fysieke beroepen. Dan heb je ’s avonds geen energie meer om nog een cursus Nederlands te volgen. Of ze beginnen daar wel aan, maar kunnen het niet afmaken of leren de taal niet voldoende. Het gevolg is dat ze moeilijk kunnen doorstromen naar betere banen, waar juist Nederlands nodig is. Een grote groep Polen komt hier studeren, promoveren of werken als arts of ICT’er.’
‘Je merkt dat de Poolse gemeenschap verandert’, stelt ze vast. ‘Toen de eerste Polen naar Nederland kwamen, was de situatie moeilijker. Hun positie was destijds onzeker en ze werden uitgebuit. Tegenwoordig kennen ze de Nederlandse maatschappij beter. Ze hebben steeds vaker vaste contracten, kopen een huis in Nederland, en krijgen kinderen die hier naar school gaan.’