De zwemleraren waren eerder schuldig bevonden aan dood door schuld door de rechtbank van Utrecht. Volgens de rechtbank had voorkomen kunnen worden dat het meisje zou verdrinken.
De zwemleraren, een 61-jarige man en twee vrouwen van 41 en 58 jaar, kregen eerder werkstraffen van zestig uur opgelegd. De drie gingen in hoger beroep, omdat er volgens de advocaat nog onvoldoende bekend was op welk tijdstip het meisje verdronk, en wie er toen toezicht hielden.
Volgens de verdediging lijkt het erop dat Salam, die niet kon zwemmen, na afloop van de zwemles stiekem is teruggegaan naar het bad en daar in het diepe is verdronken. Als dat zo is, waren de begeleidende docenten van de school verantwoordelijk, want het toezicht van het badpersoneel stopt op het moment dat de kinderen het water verlaten, aldus de advocaat van de zwemleraren.
Leerkrachten
In eerste instantie vervolgde het Openbaar Ministerie (OM) naast de zwemleraren ook twee leerkrachten. Zij werden vrijgesproken door de rechtbank, omdat hen volgens de rechter geen grove of aanmerkelijke schuld kan worden verweten. Het OM ging voor die vrijspraak eerder niet in hoger beroep.
Salam, die net in Nederland woonde, werd een kwartier na de zwemles door een bezoeker gevonden op de bodem van het zwembad. De andere kinderen waren toen al aangekleed. Het meisje werd naar het ziekenhuis gebracht en gereanimeerd, maar bleek al overleden.
De ouders stelden de school en het zwembad aansprakelijk voor de dood van hun dochter.
Wil jij elke ochtend direct weten wat je 's nachts gemist hebt en wat er die dag gaat gebeuren? Abonneer je dan nu op onze Dit wordt het nieuws-nieuwsbrief!