Had ik hem maar een trap verkocht
Half vier 's nachts.
Ik wil naar bed, maar ik moet nog even Koos een plasje laten doen. Ik loop op straat en ik zie een jongen die een fiets aan het stelen is. Hij heeft zo'n grote betonschaar bij zich waarmee hij iets knipt en als hij mij ziet, zegt hij: "Sodemieter op!"
Koosje blaft niet.
Ik ook niet.
Ik sodemieter namelijk op.
Bang.
Koos wil niet meegetrokken worden, want hij wil nu wel een plas doen en, welja toe maar, ook een grote boodschap die ik in mijn angstige lulligheid, biddend dat de jongen me niet achterna komt, ook nog eens keurig met een poepzakje opruim, nog denkend: "Als hij komt, gooi ik dit poepzakje tegen hem aan."
En als ik me daarvoor ook weer te pletter schaam, loop ik zo snel als met zo'n hondje mogelijk is naar huis en ga daar op een stoel zitten.
Zelfverwijt is een vorm van schaamte, waarin je tevergeefs probeert te redeneren dat je toch ergens een held bent geweest, want je hebt iemand gered: jezelf.
Ik denk dat ik genees door zo'n honderd keer hardop 'klootzak!' tegen mezelf te zeggen, maar dat helpt niet, het bevestigt alleen maar wat ik ben.
Waarom die jongen niet corrigerend toegesproken?
Ik had toch wel iets kunnen doen in plaats van niets?
In bed kan ik de slaap niet vatten. Dat mijn dancing days over waren, wist ik, maar nu werd ik geconfronteerd met een vorm van lafheid waar ik mijn ouderdom de schuld van moest geven. Stramheid maakt laf.
O, wat had ik die jongen graag op zijn smoel geslagen! Steeds weer haal ik hem voor de geest, terwijl ik hem een trap verkoop. Ik had moeten zeggen 'Sodemieter op!' en hij had dan weg moeten rennen, net zo bang als ik.
Maar het gaat op mijn leeftijd niet meer om overwinningen, het gaat erom de steeds groter wordende reeks vernederingen met enige allure te accepteren; op een gegeven moment kom je in een rij te staan waarin je steeds meer naar achteren wordt geduwd en dat heb je te aanvaarden.
De volgende dag wil ik een nieuw slot kopen. "Een slot graag waar geen betonschaar doorheen kan!"
Ik krijg kettingen te zien die duurder zijn dan mijn fiets.
's Avonds overweeg ik op het darkweb naar een klein handwapen te zoeken.
Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.
Reageren? t.holman@parool.nl