Direct naar artikelinhoud

Kan Italië zijn erfgoed redden van de aardbevingen?

Italië is het openluchtmuseum van de wereld én het ligt in een gevarenzone voor aardbevingen. Hoe redt het zijn erfgoed van de hogere schalen van Richter?

Scherven van een neergestort fresco van Giotto buiten de Sint Franciscusbasiliek in Assisi na de aardbeving van 1997.Beeld ap

Daar hangt-ie, het opschrift dat Decius Marius Venatius Basilius in het jaar 484 op het allerberoemdste gebouw ter wereld liet nagelen. Geen toerist die erop let uiteraard, en geef ze eens ongelijk - er is hier wel wat mooiers om op de selfie mee te gaan. 'Decius Marius who? No thank you, sir. Not interested.'

En toch vertelt dit opschrift meer dan zijn onopvallende plekje in het Colosseum doet vermoeden. Het vertelt iets over de natuurkracht die als een rode draad door de geschiedenis van Italië loopt. De natuurkracht bovendien waaraan het amfitheater zijn iconische, ingestorte vorm dankt. 'Decius Marius Venatius Basilius', staat er op de plaquette, 'stadsprefect, patriciër en consul, herstelde op eigen kosten de arena en de balkons die door de destructieve kracht van de verwoestende aardbeving werden geruïneerd.'

Het gold in de Oudheid, het geldt in 2016: elke keer dat de Italiaanse grond trilt, sneuvelen tientallen kerken, paleizen, fresco's, eeuwenoude fonteinen, marmeren standbeelden, middeleeuwse bibliotheken of antieke amfitheaters. Kijk alleen al naar de San Paolo-basiliek in Rome, die in het jaar 801 voor het eerst zijn dak verloor vanwege een aardbeving, maar ook drie weken geleden weer zijn deuren moest sluiten vanwege aardbevingsschade.

Of denk aan de scheve toren van Pisa, die na een aardbeving in 1980 22 minuten lang bleef doortrillen. Aan Assisi in 1997 waar fresco's van Cimabue en Giotto van de muren vielen. Of nog verser in het geheugen: de naar schatting vijfduizend kerken, klokkentorens, aquaducten, stadsmuren en andere historische gebouwen die eind oktober schade opliepen bij de aardbevingen van Norcia.

'We hebben in Italië te maken met een onmogelijk probleem', zegt de emeritus hoogleraar aardbevingsbestendig bouwen Federico Mazzolani. 'Nergens is meer Unesco-werelderfgoed aanwezig dan in Italië en van alle Italiaanse regio's is alleen Sardinië nooit door een aardbeving getroffen. Dat is geen goede combinatie.'

Het is wel een combinatie die Italië gepokt en gemazeld heeft in de antiseismische bouwkunde. Zo was de Romein Plinius de Oudere de eerste die ooit melding maakte van een aardbevingsbestendige tempel en zo was Mazzolani een kleine twee millennia later een van de eersten die een historisch gebouw uitrustte met moderne anti-aardbevingstechniek: de San Giovanni Battistakerk in Carife, nabij Napels.

De scheve toren van Pisa, die na een aardbeving in 1980 22 minuten lang bleef doortrillen.Beeld afp

Autogordels

Hoe ontwikkeld de kunde ook is, aardbevingsbestendig bouwen blijft complex, zegt Mazzolani. Enerzijds is het nodig dat gebouwen kunnen bewegen - kunnen ademen - omdat materialen uitzetten en krimpen als de temperatuur schommelt. Maar zodra er een grote schok komt, moeten diezelfde gebouwen juist in een klap hun adem kunnen inhouden.

'Hoe we dat doen, zal ik je proberen uit te leggen', zegt Mazzolani. 'Denk aan een doos. Dankzij het dak dat alle muren verbindt, gedragen kerken zich vaak als zo'n grote, kartonnen doos. Als de ene zijkant naar rechts gaat, bewegen ook alle andere zijkanten mee naar rechts. Voor het normale ademen van een kerk is dat goed, maar bij een grote schok gaat het precies daar mis en stort alles in.

'Daarom rusten wij gebouwen uit met een soort autogordels. Als de kerk gewoon rustig en geleidelijk beweegt, zoals je bijvoorbeeld doet om iets uit het dashboardkastje te pakken, is er niets aan de hand. Maar als er opeens een botsing is, blokkeren de riemen en kun je geen kant meer op.'

Geen ranglijst

Italië heeft geen prioriteitenlijst van erfgoed dat aardbevingpreventie nodig heeft, zegt hoogleraar Claudio Modena van de universiteit van Padua. 'Er is wel een initiatief om de kwetsbaarheid van 'strategische en relevante' gebouwen in kaart te brengen, maar dat gebeurt op lokaal niveau. Het is een gigantisch werk gezien het aantal waardevolle gebouwen en de omvang van de delen van Italië die gevaar lopen.' Maar, zegt hij ook, veel gebouwen zijn al voorzien van constructies om ze tegen aardbevingen te beschermen.

Die veiligheidsriemen heten Shock Block Transmitter Units. Ze zien eruit als een metalen versie van het kinderspeelgoed K'nex, maar dan verstopt op de daken, onder de arcade of achter het triforium van een kerk, zodat bezoekers niet zien dat de façade van het gebouw in werkelijkheid via een netwerk van oleodynamische pompen vastzit aan de zij- en achterkant ervan.

Maar, benadrukt Mazzolani, al het cultureel erfgoed is anders gebouwd. Wat werkt bij het aardbevingsbestendig maken van een kerk in Ascoli Piceno, kan juist averechts werken bij de eeuwenoude universiteitsbibliotheek in Napels en omgekeerd. Zo stortte de Sint-Franciscusbasiliek in Assisi in 1997 juist in doordat het gebruikte gewapende beton om de kerk te versterken achteraf te zwaar bleek.

Daarom is er nog veel meer techniek voorhanden. Zo wordt ook veel gebruik gemaakt van zogenoemde Foundation Anchor Plates, een soort ondergrondse ankers om een bouwwerk extra stevigheid te geven, in de verte te vergelijken met de schroefjes waarmee je een wankele IKEA-kast aan de slaapkamermuur vastmaakt.

'En dan heb je het alleen nog maar over de relatief simpele techniek. Er zijn ook veel geavanceerdere systemen', zegt hoogleraar bouwkunde Gian Michele Calvi van de universiteit van Pavia, die tevens oprichter is van het toonaangevende European Centre for Training and Research in Earthquake Engineering, dat onder meer advies geeft aan de trillende gedeeltes van Groningen.

9 monumenten die zeker niet verloren mogen gaan (+)

Bij gebrek aan een officiële lijst kiest Wieteke van Zeil in de aardbevingsgevoeligste gebieden van Italië negen monumenten die zeker niet verloren mogen gaan. Bekijk ze hier.

Duur

'Het probleem van de meer geavanceerde systemen is dat ze beduidend duurder zijn', zegt hij. 'Neem de Base Isolators. Daarbij geven we een gebouw eigenlijk een tweede, onafhankelijk bewegend fundament, zodat wanneer de aarde trilt het gebouw zelf recht blijft staan. Erg effectief, maar te duur om op grote schaal toe te passen.'

Verder zijn er de steeds populairder wordende Shape Memory Alloy Devices, zegt hij. Dat zijn goed verankerde stukken metaal die dankzij ingebouwde mechaniek kunnen worden teruggeduwd naar hun oorspronkelijke vorm, net zoals een springveer terugfloept naar zijn startpositie. Als een muur dreigt om te vallen, weerhoudt het terugbuigende metaal hem daarvan - handig bij bijvoorbeeld klokkentorens.

'Ook hier is de prijs een probleem', zegt Calvi. 'We zijn wereldwijd voorlopers in ons vakgebied, maar ondanks al die kennis doen we het als land erg slecht. Technisch is in Italië enorm veel mogelijk, economisch veel te weinig. Je ziet het bij elke aardbeving weer. Er wordt veel gepraat, er is veel aandacht en er worden veel beloftes gedaan, maar na zes maanden is dat allemaal weer vervlogen. Let maar op. Politici zullen het nu beloofde geld uiteindelijk aan iets anders uitgeven. Een kerk aardbevingsbestendig maken is duur en levert electoraal gezien simpelweg te weinig op.'

We zijn wereldwijd voorlopers in ons vakgebied, maar ondanks al die kennis doen we het als land erg slecht
Hoogleraar bouwkunde Gian Michele Calvi

De kosten van het aardbevingsbestendig maken verschillen per monument. Het verstevigen van een woonhuis kost al snel 1.000 euro per vierkante meter, voor eeuwenoude kerken en paleizen moet je rekenen op een veelvoud daarvan. Dat komt vooral doordat het erfgoed niet alleen tegen aardbevingen moet worden beschermd, maar ook tegen andere Italiaanse gevaren als overstromingen, uitlaatgassen, ondergrondse metrolijnen en flitsende selfiesticks. Tel daarbij op dat Italië een waslijst aan werelderfgoed bezit, nauwelijks economische aardbevingshulp vanuit Brussel krijgt, maar wel de grootste begrotingsschuld van Europa heeft, en je begrijpt de politieke terughoudendheid.

'Het echte probleem is niet zozeer de techniek, maar het geld', zegt ook professor Mazzolani. 'Dat zie je ook bij de bescherming van kunstwerken zelf.' Zo worden steeds meer standbeelden de laatste paar jaar klaargestoomd om het trillen des tijds te weerstaan door hun sokkels aan te passen. De Bronzen van Riace in Reggio Calabria staan bijvoorbeeld op speciaal voor hen ontwikkelde voetsteunen met daarin meerdere geavanceerde schokdempers verstopt. Eenzelfde plan ligt klaar om de fragiele enkels van Michelangelo's David te beschermen tegen aardbevingen. Dankzij tientallen minieme kogellagers in zijn sokkel moet hij straks kunnen meedansen met zowel horizontale als verticale trillingen.

Een kerk aardbevingsbestendig maken is duur en levert electoraal gezien simpelweg te weinig op
Hoogleraar bouwkunde Gian Michele Calvi

'Ook hier zie je: dit gebeurt alleen bij de belangrijkste kunstwerken in Italië. De rest wordt vanwege kostenoverwegingen aan zijn lot overgelaten.' Ter illustratie: de nieuwe sokkel van David kost minstens 200 duizend euro; een bedrag dat niet elk museum voor al zijn beelden kan ophoesten, zeker niet zonder steun uit Rome of Brussel.

'Er is in dit land genoeg werelderfgoed dat beschermd moet worden, net zoals er genoeg natuurgeweld is om het tegen te beschermen', zegt Calvi. 'We hebben alleen gebrek aan een essentieel ingrediënt en dat is de politieke wil. Het beschermen van onze schatten krijgt te weinig prioriteit. Maar als niemand zijn portemonnee trekt, storten ze een voor een in - zelfs het Colosseum ja. En dat zou niet alleen een ramp zijn voor Italië, maar voor de hele wereld.'

Of zoals de Britse dichter Lord Byron ooit schreef na een wandeling door Rome: 'While stands the Coliseum, Rome shall stand; When falls the Coliseum, Rome shall fall; And when Rome falls - the World.'

Er is in dit land genoeg werelderfgoed dat beschermd moet worden, net zoals er genoeg natuurgeweld is om het tegen te beschermen
Hoogleraar bouwkunde Gian Michele Calvi
Duur