Direct naar artikelinhoud

OPCW-inspecteurs nemen eerste monsters in Douma

Het Syrische Douma.Beeld AFP

Een week na aankomst in Douma hebben inspecteurs van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) zaterdag onderzoek gedaan naar sporen van een mogelijke gifgasaanval. Er zijn monsters genomen die voor onderzoek naar het OPCW-laboratorium in Rijswijk worden gestuurd.

Toen het team van inspecteurs ruim een week geleden arriveerde, kreeg het nog geen toestemming om onderzoek te verrichten. Rusland maakte zaterdag al bekend dat de OPCW-missie in Douma was aangekomen. Woordvoerster Maria Zacharova van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken noemde het oponthoud dat de missie tot nu toe gekenmerkt had onaanvaardbaar. 

De slachtoffers kwamen binnen nadat een helikopter een vatbom zou hebben gedropt

Frankrijk beschuldigt Rusland er juist van voor de vertraging verantwoordelijk te zijn. Samen met het Verenigd Koninkrijk vreest Frankrijk dat de missie vertraagd werd om bewijsmateriaal voor een chemische aanval te laten verdwijnen.

Gifgasaanval

Hoewel het nog niet bevestigd is, lijkt het erop dat de Syrische stad Douma op 7 april is getroffen door een chemische aanval. Beelden toonden slachtoffers met vergiftigingsverschijnselen die passen in het beeld dat bij zo'n aanval hoort. Het eventuele type gebruikte gas kan uitsluitsel geven over de dader.

Volgens de organisatie die de medische zorg regelt in Oost-Ghouta zijn er ten minste zeventig doden geregistreerd. Een andere organisaties hield het op 49 doden. Videobeelden en foto’s tonen tientallen slachtoffers. Ook zijn er ruimtes te zien waar vele doden liggen opgebaard.

De slachtoffers kwamen binnen nadat een helikopter een vatbom zou hebben gedropt. Het Syrische leger heeft vaker van dit brute middel gebruikgemaakt. Ook chemische middelen zijn eerder zo ingezet, zoals vorig jaar in Khan Sheikhoun in het noorden van Syrië.

Trump liet via Twitter weten dat de Syrische regering ‘een hoge prijs’ zou betalen voor deze ‘dwaze chemische aanval’. Dat heeft Syrië geweten. De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hebben in de nacht van 13 op 14 april precisiebombardementen uitgevoerd als vergelding.

Lees ook: De VS, het VK en Frankrijk bombarderen opslagplaatsen chemische wapens in Syrië

De Amerikaanse generaal Joseph Dunford verklaarde na afloop van de aanval dat drie doelen zijn geraakt: een wetenschappelijk onderzoekscentrum in de buurt van Damascus, een wapenopslag ten westen van Homs en een opslag- en commandocentrum in de buurt van het tweede doel.

Lees ook: Nederland had moeite met aanval tegen Syrië, zegt minister Blok

Minister Stef Blok plaatste vandaag de kanttekening "dat het kabinet moeite had in te stemmen" met de verklaring. "Omwille van de NAVO-solidariteit heeft het kabinet echter besloten uiteindelijk in te stemmen."

Lees ook: Kinderombudsman: wachten is onacceptabel, haal kinderen terug uit Syrië

De overheid moet alles op alles zetten om kinderen van Nederlandse uitreizigers in Syrië op te halen. De afwachtende houding van het kabinet, dat niets doet omdat het gebied te gevaarlijk is, is onacceptabel, vindt Kinderombudsman Margrite Kalverboer