Europarlement schroeft klimaatinzet lidstaten op

Gerbrandy zei vanmiddag ‘gemengde gevoelens’ te hebben bij het akkoord. Het ligt er en het is een stap vooruit, maar het is te weinig om de klimaatafspraken van Parijs (opwarming van de aarde beperken tot beduidend minder dan 2 graden) waar te maken. Maar omdat EU-voorzitter Bulgarije en diens opvolger Oostenrijk geen landen zijn met wie een betere deal mogelijk lijkt, wilde het Parlement niet langer wachten. Het stemde vanmiddag, nadat Gerbrandy in het voorafgaande debat gisteravond al had geconstateerd dat het Parlement, zoals wel vaker, tegen een lege voorzittersstoel praatte. De Commissie was, via Klimaatcommissaris Cañete, wel vertegenwoordigd.

Het besluit waar het nu om gaat betreft de uitstoot van de sectoren transport, afval, landbouw en gebouwen, samen goed voor bijna 60 procent van de Europese CO2-uitstoot. Nederland moet in deze sectoren zijn uitstoot tegen 2030 beperken tot 36 procent onder het niveau van 2005. De andere sectoren , goed voor nog eens 40 procent, vallen onder het emissie handelssysteem.

Volgens Gerbrandy zullen de lidstaten, gedwongen door de feiten, hun ambities al heel snel opnieuw moeten bijstellen. Brussel komt immers binnenkort met een verslag dat aangeeft in welke mate de huidige klimaatdoelen aansluiten bij de wens om de economie in 2050 volledig CO2-vrij te hebben.