Nu, bijna op de dag af vijf jaar later, staat er een nieuwe Arbeidswet in de steigers, bedoeld om de balans tussen flexwerk en vaste contracten te herstellen.
Die balans is namelijk zoekgeraakt, vindt minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken. 'Balans' werd daarom ook opgenomen in de werktitel van de nieuwe Arbeidswet, die voluit 'Wet arbeidsmarkt in balans' heet.
Die wens is geen verrassing, het werd als één van de eerste zaken aangestipt in het regeerakkoord.
Verschillen
Veel partijen zijn het erover eens dat werknemers sneller en makkelijker een vast contract moeten krijgen en dat er meer zekerheid voor flexwerkers moet komen. Maar bij de manier hoe dat moet gebeuren, worden de ideologische verschillen tussen werkgevers en werknemers goed zichtbaar.
Maak je een vast contract aantrekkelijker door vooral flex flink duurder te maken, of maak je vast ook iets minder vast zodat werkgevers iemand eerder voor onbepaalde tijd in dienst durven nemen?
Het vorige kabinet pakte vooral de flexibele kant aan, Koolmees kijkt nu ook naar het vaste dienstverband. Maar de eerste reacties laten nu al zien dat de sociale partners totaal niet op één lijn zitten.
"Op de lange termijn schiet het land hier niets mee op", zegt de voorzitter van vakbond CNV Maurice Limmen. “Wij zien dit niet als balans, maar als uit balans.”
Vanuit werkgeverskant klinkt de kritiek minstens zo fel. "Koolmees heeft zijn eigen route gekozen. Wat ons betreft de verkeerde kant op.", zegt Alfred van Delft van werkgeversorganisatie MKB-Nederland en VNO-NCW.
Dit wil het kabinet veranderen met de Arbeidswet:
- Ontslag ook mogelijk met combinatie van acht verschillende ontslaggronden, nu alleen toegestaan op basis van één reden. Ontslagvergoeding wordt dan ook hoger.
- Werkeloosheidspremie wordt voor werkgevers goedkoper wanneer werknemer vast contract krijgt in plaats van tijdelijk contract.
- Werknemers krijgen vanaf dag één ontslagvergoeding in plaats vanaf twee jaar.
- Opbouw van ontslagvergoeding wordt lager naarmate iemand langer dan tien jaar in dienst is.
- Kleine werkgevers krijgen compensatie voor ontslagvergoeding als zij bedrijf beëindigen wegens ziekte of pensionering.
- Proeftijd verlengd van twee naar vijf maanden.
- Opeenvolging van tijdelijke contracten wordt verruimd. Werkgevers mogen nu maximaal drie tijdelijke contracten achter elkaar geven in twee jaar tijd. Wordt drie jaar.
- Per cao kunnen afspraken worden gemaakt dat pauze tussen reeks tijdelijke contracten kan worden verkort van zes naar drie maanden.
- Werknemers die via een payrollbedrijf werken, krijgen zelfde loon als werknemers die in vaste dienst werken van opdrachtgever. Pensioenen tellen niet mee.
- Verplichte permanente beschikbaarheid van oproepkrachten wordt ingeperkt.
Ontslag
Misschien wel het meest ingrijpende van de nieuwe Arbeidswet is het voornemen het ontslagrecht aan te passen.
Nu kan een werknemer op basis van één van de acht redenen (grondslag in jargon) worden ontslagen. In de nieuwe plannen mogen verschillende redenen worden gecombineerd. Dat wordt uitgelegd als een versoepeling.
Werkgevers moeten erop kunnen vertrouwen dat zij een werknemer kunnen ontslaan wanneer dat "redelijkerwijs" aan de orde is, staat er in de toelichting van de wet.
Dat is een regelrechte gruwel voor de werknemers. "Dit is zeer ingrijpend. Hoe groot is dit probleem nou eigenlijk in de huidige situatie? We hebben geen idee, want de huidige wet is niet eens geëvalueerd. Er zijn weinig rechtelijke uitspraken dus we weten niet eens of er überhaupt een probleem is", zegt Limmen.
De werkgevers zijn vooralsnog voorzichtig optimistisch. "Wij vinden het logisch dat je meerdere redenen voor ontslag kunt aandragen bij de rechter", aldus Van Delft.
Op de lange termijn schiet het land hier niets mee op
Flex duurder
Een ander groot vraagstuk is de groei van het aandeel flexwerkers op de arbeidsmarkt, en dan met name werknemers die te maken hebben met payrolling en tijdelijke contracten.
De meest effectieve prikkel is een financiële, moet het kabinet hebben gedacht. De werkloosheidspremie wordt voor werkgevers namelijk goedkoper als ze een vast contract geven in plaats van een tijdelijk dienstverband.
Werkgevers krijgen zo een steuntje in de rug wanneer zij een vast contract geven, schrijft Koolmees. Maar daar denkt Van Delft heel anders over. "Waarom zouden we flex een halt toe moeten roepen? Inmiddels wordt iedere vorm als doorgeschoten gezien. Bedrijven hebben flexibele arbeid hard nodig. Dit kabinet wil die mogelijkheid nu dichtschroeien."
Een overwinningspuntje voor de werknemers, zou je denken. Maar Limmen is er allerminst zeker van dat deze maatregel tot meer vaste contracten gaat leiden. Flexwerk alleen duurder maken is niet genoeg, stelt hij.
Bovendien is er nog een andere contractvorm waarbij werkgevers niet over een vast contract hoeven na te denken: payrolling.
Ook die vorm wordt in de plannen duurder: werknemers die op payrollbasis werken, krijgen hetzelfde betaald als hun collega’s in vaste dienst bij de opdrachtgever. Dat geldt alleen niet voor de pensioenen. Een "lapmiddel" vindt de CNV-voorzitter dan ook. "De intentie is goed, het middel niet adequaat", aldus Limmen.
Dezelfde geluiden zijn te horen bij de veranderingen rond de ontslagvergoeding, het uitbreiding van de proeftijd en de verlenging van de periode voor opeenvolgende tijdelijke contracten. Waar de één tegen de maatregel is, gaat het voor de ander juist niet ver genoeg.
Deze wet maakt meer stuk dan ons lief is
Wantrouwen
Werkgevers en werknemers hadden de kans om er samen uit te komen, net zoals vijf jaar geleden bij het sociaal akkoord. Op basis daarvan wordt er dan wetgeving gemaakt en kunnen pijnpunten tegen elkaar worden uitgeruild. Zo’n compromis is naar de achterban makkelijker uit te leggen.
"Als de politiek zich vrij voelt om zo fundamenteel in te grijpen in de arbeidsmarkt, dan raakt dat aan het vertrouwen tussen de polder en de politiek. Ik hoor mijn leden al zeggen: als dat allemaal zo makkelijk kan, waarom zouden wij dan weer een eventueel volgend sociaal akkoord sluiten?", zegt Limmen.
Maar de sfeer aan tafel bij de sociale partners is slecht, wordt door meerdere bronnen bevestigd. Bovendien is er twee jaar vruchteloos overlegd om tot een akkoord te komen, het wantrouwen tussen werkgevers en werknemers is alleen maar gegroeid.
Een alomvattend akkoord op de arbeidsmarkt zit er niet in, liet Koolmees eind vorig jaar al weten.
Politiek aan zet
De politiek is daarom aan zet, klinkt het vanuit de coalitie. "We gaan de doorgeslagen flex aanpakken met maatregelen die het vorige kabinet nooit heeft kunnen nemen. Daar ben ik trots op", zegt D66-Kamerlid Steven van Weyenberg.
Tegelijkertijd hoopt hij dat er meer vaste banen komen door de maatregelen. "Het ontslagrecht leidt er nu toe dat mkb'ers geen mensen meer durven aan te nemen, daar gaan we wat aan doen. Een mkb'er staat echt niet op met de vraag hoe hij zijn personeel kan wegpesten."
"Alleen door flex minder flex te maken en vast minder vast kun je het dalend aandeel van vaste contracten stoppen. Dat is ook de les van de mislukte huidige wet", aldus Van Weyenberg.
Maar ook binnen de politiek is men verdeeld. Bij de PvdA wordt heel anders over de voorgenomen plannen gedacht. "Deze wet maakt meer stuk dan ons lief is", zegt Kamerlid Gijs van Dijk.
Vooral de aanpassing van het ontslagrecht, de langere periode voor tijdelijke opeenvolgende contracten en het verlengen van de proeftijd ziet men bij de PvdA niet zitten.
De partij diende eerder met GroenLinks en de SP zelf initiatieven in om flex duurder te maken en payroll aan banden te leggen. Die voorstellen gaan verder dan wat er nu in de kabinetsplannen staat. Van Dijk: "Koolmees zet een stap, maar het is niet voldoende."
Vijf jaar geleden was premier Mark Rutte vooral op zoek naar draagvlak bij de sociale partners en de politiek toen zijn kabinet de arbeidsmarkt wilde aanpassen. Dat woord komt nu in de 122 pagina tellende toelichting niet voor.