Direct naar artikelinhoud

Onderzoek: Vlees wordt in supermarkt 25 tot 53 procent te goedkoop verkocht

De werkelijke kosten van rund-, varkens- en kippenvlees liggen veel hoger dan waarvoor het in de supermarkt wordt aangeboden. Tel bij de winkelprijs de klimaatschade, de milieuvervuiling en de verstrekte subsidies op, en de carnivore consument zou tientallen procenten meer betalen. Vooral varkensvlees is veel te goedkoop: inclusief verborgen kosten zou het 53 procent duurder zijn.

De slachterij van de duurzame varkensvleesproducent Westfort Vleesproducten in IJsselstein.Beeld Marcel van den Bergh

De echte prijs van vlees

Dit is de conclusie van adviesbureau CE Delft in het vandaag verschenen rapport De echte prijs van vlees. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de organisatie Natuur & Milieu. Voor rundvlees zouden consumenten volgens de onderzoekers gemiddeld 40 procent bovenop de winkelprijs moeten betalen. Kip zou ruim een kwart duurder moeten zijn wanneer de externe kosten niet – zoals nu – worden betaald door de de belastingbetaler. 

Het houden van dieren voor hun vlees is slecht voor het klimaat en het milieu, omdat hiervoor grote hoeveelheden eiwitrijk veevoer, land en water nodig zijn. Bovendien stoten boerderijdieren veel broeikasgassen uit. Het grootste probleem is volgens CE Delft de milieuschade door mest. Via de uitwerpselen van het vee worden water en lucht vervuild met fosfaat en stikstof (vooral ammoniak).

Landbouwminister Carola Schouten zei begin dit jaar te gaan onderzoeken hoe externe kosten door de overheid kunnen worden verlaagd. Volgende week maakt ze bekend welk voedselbeleid ze wil voeren. 

Lees verder onder de grafieken

Plantaardiger dieet

De auteurs stellen dat de overheid de ‘maatschappelijke kosten meer zou moeten doorberekenen in de prijs van vleesproducten’ om consumenten aan te zetten tot een plantaardiger dieet. Vorige week kwam de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur met dezelfde boodschap. De raad adviseert de overheid de btw op vlees (en zuivel) te verhogen naar 21 procent.  

Diverse deskundigen noemen het onderzoek belangrijk en de uitkomsten herkenbaar. Adrian de Groot Ruiz van True Price – dat bedrijven helpt de echte prijs van hun producten vast te stellen – vindt dat de studie vooral inzicht biedt in de verborgen milieukosten. Daarmee wordt de ‘echte’ prijs van vlees nog onderschat, want volgens hem kleven er ook nog verborgen sociale kosten aan de vleesproductie. Zoals die van mensenrechtenschendingen in de landen die veevoer produceren en de gezondheidsschade door het eten van te veel (rood) vlees. De onderzoekers van CE Delft vinden ook dat hun prijsschattingen aan de conservatieve kant zijn, omdat ze de verborgen kosten van overmatig antibioticagebruik, bodemuitputting en de afnemende biodiversiteit niet hebben meegerekend.

Milieuonderzoeker Hans Blonk vindt het bezwaarlijk dat CE Delft biologisch en niet-biologisch vlees op een hoop gooit, omdat dit vergelijkbaar zou scoren op klimaat- en milieudruk. ‘Vergelijken tussen productiesystemen is nu niet mogelijk’, zegt hij. ‘Terwijl er zeker wel verschil is tussen de schadelijke effecten van gangbare en biologische veeteelt en tussen één en drie Beter Leven-sterren.’ Ook vindt Blonk het jammer dat vleesvervangers zoals vegaburgers niet beoordeeld zijn. ‘Die hebben ook verborgen kosten.’


Donderdag kwam de melkveehouderij met plannen om zichzelf te verduurzamen. De sector gaat de aanvoer van veevoer uit het buitenland afbouwen, meer weiland per koe beschikbaar stellen en mest over kortere afstanden transporteren. Het advies rept niet over de omvang van de veestapel, die volgens een recent overheidsadvies hoe dan ook moet krimpen om de klimaatdoelen van Parijs te halen. De plannen zorgen desondanks ‘voor een minder intensieve melkveehouderij’, denkt Natuur & Milieu.

Deze varkensslachter probeert de conservatieve varkensindustrie duurzamer te maken

In de conservatieve varkensindustrie was duurzaamheid lang een vies woord. Een varkensslachter uit IJsselstein probeert dat te veranderen met soja uit Mozambique. Dat is soms hard werken.