NU.nl sprak onder andere met Kamervoorzitter Khadija Arib, SP-Kamerlid Sadet Karabulut en CDA'er Pieter Omtzigt. "Het is een zwaar ambt", zegt Arib. "Het vraagt veel van jezelf en veel van het thuisfront, je partner en je kinderen. Dat kan Kamerleden soms opbreken."
Deze week was de verbazing op het Binnenhof zichtbaar. SGP'er Elbert Dijkgraaf maakte onverwacht zijn vertrek uit de Tweede Kamer bekend. Dijkgraaf zat al langere tijd thuis; oververmoeid, werd gezegd. Dinsdag bleek dat de SGP'er huwelijksproblemen heeft. "Als gevolg daarvan klopt de balans tussen werk en privé niet meer", schreef hij in zijn afscheidsbrief. Hij verlaat na acht jaar Kamerlidmaatschap het Binnenhof.
SP'er Nine Kooiman besloot vorige week te kiezen voor haar privéleven. Kooiman werd vorig jaar moeder en merkte dat ze moeite had om een balans te vinden tussen haar werk als Kamerlid en het moederschap.
Nieuwe generatie
Volgens Kamervoorzitter Arib heeft het vertrek van Kooiman en Dijkgraaf meerdere Kamerleden aan het denken gezet. "Ik hoor van Kamerleden: moeten we daar iets mee?"
Zij merkt dat er een nieuwe generatie politici is opgestaan die anders aankijkt tegen het Kamerwerk. "Vroeger zag je meer mannen in de politiek die tegen hun pensioen meer tijd hadden voor hun gezin. Maar de samenleving is veranderd", zegt Arib. Er zijn meer vrouwen in de politiek en door de emancipatie wordt ook van mannen een bijdrage in het gezinsleven gevraagd. "Je ziet dat zowel mannen als vrouwen ook tijd willen doorbrengen met hun partner en kinderen. Kwaliteit van leven is ook heel belangrijk."
Onlangs maakte VVD-politica Edith Schippers bekend na haar ministerschap niet meer terug te keren op het Binnenhof. Ook niet toen haar partij op zoek was naar opvolger van Halbe Zijlstra. "Je moet prioriteiten stellen in het leven en die liggen in deze afweging bij mijn dochter", zei ze tegen De Telegraaf.
GroenLinks-leider Jesse Klaver had in de formatie afgedwongen dat er geen formatiegesprekken zouden plaatsvinden op de vrijdag; dat was zijn papadag. Het kwam hem op veel steun, maar ook op veel kritiek te staan.
Het is een eervolle baan en als je gekozen wordt, heb je ook de plicht om alles te geven
Beschimpt en verketterd
Een rondje langs de Kamerleden leert dat parlementariërs niet graag praten over de werkdruk. Ze willen niet te boek staan als klagende Kamerleden. Dat is niet terecht, zegt Arib. "Het is een onderdeel van de werkdruk: politici worden beschimpt en verketterd, waardoor Kamerleden inderdaad misschien terughoudend zijn in het delen van hun zorgen over de werkdruk. Want dan wordt dat weer geïnterpreteerd als luiheid, of dat Kamerleden niet moeten zeuren. Dat vind ik pijnlijk."
SP'er Karabulut bevestigt dat het hard werken is, maar vindt dat niet meer dan logisch. "Het is een eervolle baan en als je gekozen wordt, heb je ook de plicht om alles te geven. Natuurlijk moet je daar dingen voor opofferen", zegt ze.
"Ik haal het niet in mijn hoofd om te klagen. Het ambt weegt bij mij zo zwaar, dat ik het enkel een eer vind." Het thuisfront weet dat. Ze probeert nu wel elke vrijdag haar kind van school te halen. "Maar dan zegt hij soms ook nog eens dat hij bij een vriendje wil spelen en beland ik alsnog tikkend achter de computer", zegt Karabulut lachend.
Omtzigt reist elke week op en neer vanuit Enschede naar Den Haag. Hij is op de drie vergaderdagen in de Hofstad en vier dagen thuis, waar het werk gewoon verder gaat. Is het vervelend? "Nee, wel als ik meer dan drie dagen in Den Haag moet zijn. Maar je weet dat het erbij hoort als je Kamerlid wordt."
Efficiënter
Karabulut, die twaalf jaar Kamerlid is, vraagt zich wel af of de Kamer niet efficiënter kan werken. "Is het nodig om overal een debat over aan te vragen? Moet alles stante pede?"
Volgens Arib kan het inderdaad met minder debatten, minder moties en minder Kamervragen. "Zelfreflectie over de hoeveelheid debatten die worden aangevraagd en moties die worden ingediend is van belang. De middelen zijn heilig, daar moeten we niet aan tornen. Maar Kamerleden moeten wel kijken hoe zij die middelen effectief in kunnen zetten", zegt de Kamervoorzitter. "Soms zie ik drie moties die van elkaar lijken te verschillen, maar op hetzelfde neerkomen."
Dat in korte tijd twee Kamerleden vertrekken vanwege een verstoorde balans tussen werk en privé is opvallend en doet de vraag rijzen of het Kamerwerk misschien zwaarder is geworden.
CDA'er Omtzigt zou het niet 'zwaarder' willen noemen, maar hij vindt wel dat het steeds lastiger wordt om informatie te krijgen. "Dan heb ik het over informatie over besluitvorming in de Europese Unie, maar ook over informatie van het kabinet. Ik wacht al vier maanden op informatie van staatssecretaris Snel!"
'Shinen'
Arib en Karabulut zien dat het werk anders is geworden. Arib: "Toen ik in 1998 Kamerlid werd zei Melkert [de toenmalige PvdA-fractievoorzitter red.] tegen mij dat ik de eerste vier jaar moest gebruiken om het vak te leren." Die tijd krijgen Kamerleden niet meer, zegt de Kamervoorzitter die na de Tweede Kamerverkiezingen meer dan tachtig nieuwe Kamerleden beëdigde.
Arib: "Nu moet je het in die eerste vier jaar laten zien, anders kan het zo zijn dat je de volgende keer geen verkiesbare plek krijgt. Ik hoor van collega-Kamerleden dat de partijcommissies die de kieslijst samenstellen beoordelen of je als Kamerlid wel genoeg in de publiciteit bent geweest. Dat maakt dat Kamerleden in die vier jaar die ze krijgen alles willen laten zien: debatten aanvragen, moties indienen, Kamervragen indienen, terwijl het niet altijd even effectief is."
Ook Karabulut vindt het belangrijk dat met name nieuwe Kamerleden de tijd en de ruimte moeten krijgen om erin te groeien. "Je hebt één Kamerperiode echt nodig om het vak een beetje te kunnen leren."
Ze ziet dat de drift om het nieuws te halen de afgelopen jaren een grotere rol in het Kamerwerk is gaan spelen. "Door het vergrootglas en de scoringsdrift worden Kamerleden ook weleens onzeker als zij hun collega's zien 'shinen' en als je ook nog eens door je partij daarop beoordeeld wordt, dan kun je je voorstellen dat mensen zichzelf compleet verliezen." Door ervaring weten de meeste Kamerleden wel de juiste balans te vinden en durven ze ook 'nee' te verkopen, ziet de SP'er.
Omtzigt vindt niet dat de omgang met de pers het Kamerwerk zwaarder heeft gemaakt. Hij vindt het vermoeiender om constant achter het kabinet aan te zitten om informatie te vragen die de Kamer al lang had moeten hebben. "Ik ben daar zo ontzettend veel tijd aan kwijt."
Ook vindt hij het vervelend dat sommige informatie die hij nodig heeft om zijn taak goed uit te oefenen, alleen vertrouwelijk mag worden ingezien in Den Haag. "Dan moet ik maandag al naar Den Haag voor twee A4'tjes." Aan verhuizen moet de CDA'er echter niet denken. "Het is goed dat er Kamerleden zijn die buiten de Randstad wonen."
Als regeringspartij kun je het niet maken om bijvoorbeeld wetgevingsdebatten te missen.
Versplintering
Waar Omtzigt zich wel zorgen over maakt, is de ontwikkeling dat er steeds minder grote partijen zijn. "Wij zijn met een fractie van negentien CDA'ers. Dat betekent dat je een grotere portefeuille hebt met meer onderwerpen en dus meer moet volgen."
Karabulut beaamt dat. Haar fractie telt veertien Kamerleden. "Ik heb drie grote portefeuilles: Defensie, Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel. Ik heb voor mezelf een plan: dit wil ik bereiken op mijn dossiers. Dat betekent dat je soms debatten moet missen. Dat is moeilijk."
Voor Omtzigt ligt het nog iets gecompliceerder. Zijn partij maakt deel uit van de coalitie met de VVD, D66 en ChristenUnie. "Als regeringspartij kun je het niet maken om bijvoorbeeld wetgevingsdebatten te missen."
Dat de fracties steeds kleiner worden, heeft ook tot gevolg dat de coalitieoverleggen, die op de achtergrond plaatsvinden, steeds moeilijker worden. Voor een meerderheid zijn meerdere partijen nodig. "Er moet veel meer worden afgestemd en dat is met vier partijen fundamenteel ingewikkelder dan met twee partijen."
Ondersteuning
Of er meer ondersteuning bij moet, daarover laat Omtzigt zich niet uit. Karabulut is daar heel helder in. "Ja, dat zou helpen."
Kamerfracties krijgen allemaal een budget van de Tweede Kamer toegewezen waar zij personeel van kunnen aannemen. Daaruit moeten secretaresses, voorlichters en ook inhoudelijke beleidsmedewerkers worden aangenomen. De Kamerleden, die als taak hebben de ministeries te controleren, moeten het vaak doen met een beleidsmedewerker, tegenover een minister met honderden ambtenaren.
Ook Arib maakt zich daar zorgen over. "Die scheve verhouding is een punt van zorg. Hoeveel ambtenaren een minister ondersteunen is niet te vergelijken met de ondersteuning die Kamerleden hebben."
Maar politici die zelf gaan vragen om meer geld voor ondersteuning, ligt gevoelig. Meerdere Kamerleden zeggen op achtergrondbasis terughoudend te zijn uit vrees voor negatieve reacties vanuit de samenleving.
Vanuit de Kamerorganisatie wordt er sinds kort extra ondersteuning aangeboden. "De commissies hebben nu kennisspecialisten die de Kamerleden van bijvoorbeeld de laatste stand van de wetenschap rond een bepaald onderwerp kunnen aanleveren", aldus de Kamervoorzitter.
Karabulut heeft die ondersteuning onlangs ontdekt, maar echt bekend is het nog niet. "Ik denk dat wij Kamerleden nog moeten leren daar gebruik van te maken."
Zelfdiscipline
Of het voldoende is om de werkdruk te verlagen, zal moeten blijken. Uiteindelijk zijn de Kamerleden zelf verantwoordelijk voor hoe druk zij het voor zichzelf maken. De debatten worden door de Kamerleden aangevraagd, de moties worden door de Kamerleden ingediend en Kamerleden besluiten om tot diep in de nacht te debatteren. Arib: "Het is aan de Kamerleden om daar zelfdiscipline in aan te brengen."
In juni debatteert de Tweede Kamer over de begroting van het parlement en over de eigen werkwijze. Arib verwacht dat de Kamerleden daar nog eens goed zullen kijken naar de eigen werkdruk en wat zij er zelf aan kunnen doen "om zuinig op zichzelf" te blijven. "Het Kamerwerk is prachtig", zegt de voorzitter. "Maar het heeft als nadeel dat je er helemaal verloren in kan raken."