Dat staat in een uitspraak op Rechtspraak.nl.
Een Limburgs echtpaar spande een zaak aan over het afschaffen van de zogenoemde 'aanrechtsubsidie'. De vrouw heeft geen inkomen en het echtpaar stelt dat de heffingskorting in de inkomstenbelasting voorziet in een bestaansminimum.
Belasten van het bestaansminimum zou volgens hen onder meer in strijd zijn met het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. De rechter is het daar niet mee eens.
De 'aanrechtsubsidie' heet officieel de 'overdraagbare algemene heffingskorting voor de minstverdienende partner' en deze wordt geleidelijk afgeschaft. Daar zijn christelijke partijen zoals het CDA en de SGP het niet mee eens. Zij betoogden vorig jaar dat gezinnen met één kostwinner onevenredig zwaar worden geraakt door de afbouw van deze subsidie.
Vóór 2009 kon de partner die het minste salaris verdient de algemene heffingskorting volledig uitbetaald krijgen, zolang inkomstenbelasting voor de fiscale partners niet negatief uitviel.
Het vierde kabinet-Balkenende besloot de korting geleidelijk af te bouwen voor wie na 1962 is geboren. Daarmee wilde het kabinet arbeidsdeelname stimuleren.