Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Wie aan de grond zit, wordt in Rotterdam verstoten. Burgemeester, doe iets!

  •  
31-03-2018
  •  
leestijd 9 minuten
  •  
196 keer bekeken
  •  
38693333030_2d317ec2c8_k

© cc-foto: Sjaak Kempe

Open brief aan Ahmed Aboutaleb: Ik herinner mij nog Uw uitspraak dat in Rotterdam niemand op straat slaapt
Hoogedelachtbare heer,
Neen, ik kom U niet aan Uw hoofd zeuren over de islam. Ik wil bij U een echt Rotterdams probleem aankaarten.Teveel politici waarmee U het ongeluk hebt te moeten werken, slagen er al voldoende in met hun culture wars de aandacht af te leiden van de echte problemen in Rotterdam.
Waarom doe ik dat als bewoner van Uw buurgemeente? Rotterdam heeft een bijzondere plekje in mijn hart, getuige mijn voorlaatste boek Rotterdam, Bruid van de Maas, van prehistorie tot nu. Een belangrijke lijn daarin is de democratisering van het leven in de stad en de emancipatie van de gewone mensen. Ook spelen de grote Rotterdammers een rol die zich hebben ingezet voor sociale rechtvaardigheid en een behoorlijke volkshuisvesting.
Ik herinner mij nog Uw in deze traditie passende uitspraak dat er in Rotterdam niemand op straat slaapt.
In Rotterdam slaapt niemand op straat
Dat – zo blijkt afdoende – is meer wens dan werkelijkheid. Dakloosheid en het gebrek aan opvang voor mensen zonder huis is een wezenlijk probleem waaraan ook in Rotterdam onvoldoende aandacht aan wordt besteed.
Krijgt de tering, tieft op
In ons land zwerven momenteel tienduizend daklozen rond, die nergens hulp krijgen. Zij hebben geen recht op enige opvang of steun omdat zij niet verslaafd zijn en evenmin lijden onder psychische problematiek. Daarom krijgen zij van de autoriteiten – ook de Rotterdamse – te horen dat zij zelfredzaam zijn. Voor een daklozenpas komen zij niet in aanmerking. In rond Rotterdams vertaald betekent dat: ‘Bedankt voor het betalen van belasting en premie. Krijgt de tering. Tieft op.’
Brandpunt Plus zond daar een paar dagen terug een interessante reportage over uit. Die kunt U hier zien. Ik wijs U in het bijzonder op de heer Johan Tokkee (ik hoop dat ik zijn achternaam goed spel), Rotterdammer door een scheiding op straat geraakt en nergens welkom, ook niet bij het Leger des Heils. U zult bijvoorbeeld leren dat het daklozen niet is toegestaan om ’s nachts te liggen op de bankjes in het Centraal Station. Dan worden ze weggestuurd.
De heer Tokkee werd zo wanhopig dat hij zich bij U gemeld heeft, dat wil zeggen op het stadhuis aan de Coolsingel. Hij weigerde weg te gaan voor er iets voor hem werd geregeld. Men heeft toen de politie gebeld, die zoals U weet bij Uw kantoor naast de deur zetelt, en een menigte agenten heeft hem met harde hand en pepperspray verwijderd. U kunt dat zien vanaf minuut 18.27.
Een particuliere stichting, die zich het lot aantrekt van wat ze vergeten of economische daklozen noemt, heeft voorlopig een kamertje voor hem gevonden. Maar nogmaals: de overheid doet voor deze mensen niets Zij komen tot de ontdekking dat als je in Nederland echt geen kant meer op kunt, het veelgeroemde vangnet ook eens wordt weggetrokken.
Uiteindelijk was het een officier van justitie die voor de gebutste Johan een bed heeft geregeld. Hem wordt wel lokaalvredebreuk en verzet tegen een ambtenaar verweten. Als hij het nog een keer doet, komt hij voor het hekje. U hebt ongetwijfeld de vragen van GroenLinks over deze kwestie al gezien. Misschien heeft het college daar al antwoord op gegeven. Dat weet ik niet. Een speurtocht op Rotterdam.nl leverde niets op. Voor de goede orde: ik bedoel deze vragen.
Schandaal De bejegening van Johan is een schandaal en toont de overheid op zijn slechtst. Ik zou nu enkele opmerkingen kunnen maken over de voornemens van Uw stad om 20.000 sociale huurwoningen af te breken maar daar kunt U niets aan doen. Dat is de schuld van Leefbaar Rotterdam. Toch is dit feit in het licht van het bovenstaande relevant.
Het wordt tijd dat U eens werk maakt van Uw bewering dat er in Rotterdam niemand op straat slaapt. Er moet toch ruimte te vinden zijn voor deze daklozen, bijvoorbeeld in de leegstaande en gesloten asielzoekerscentra in de Rijnmond. Is daar geen plek en een adres te vinden voor de overal weggetrapte daklozen die de fout hebben gemaakt niet aan de drugs te gaan en die vooralsnog weigeren gek te worden van wat hen wordt aangedaan? Of dat je zo´n leeggehaald oudemanhuis daar een tijdje voor gebruikt bij wijze van antikraak of zo. Waar een wil is, is een weg. En de goede bestuurder laat zich niet stoppen door de dichtregel: ‘Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren’. Over de ‘weemoed die niemand kan verlaren en die des avonds komt wanneer men slapen gaat’ zullen we het dan maar niet hebben.
Ik had deze brief naar het stadhuis kunnen sturen maar daar loopt hij ongetwijfeld ergens vast. De arrogantie van de macht heeft die van de zo gesmade regenten uit de jaren zestig van de vorige eeuw ruimschoots overtroffen. Ik ben oud genoeg om die vergelijking te kunnen maken.
Met tekenen van verschuldigde hoogachting,
Han van der Horst
Naschrift: PS Op eerste paasdag – toen de rest van de brief al een tijd online stond, ontving ik van Mattthijs Sandmann, scheidend gebiedscommissielid in Rotterdam Noord, een mail met daaraan toegevoegd een brief die hij al in 2016 aan de gemeenteraad schreef. Dit zonder resultaat. Eerst volgt de mail, daarna de brief aan de gemeenteraad. Beide stukken, hoogedelachtbare heer, beveel ik nadrukkelijk in uw aandacht aan.
“Uw open brief aan de burgemeester raakt bij mij een gevoelige snaar. De nooit ingeloste belofte ‘Niemand slaapt op straat’ is voor mij de reden dat ik mij uit de actieve gemeentelijk politiek terugtrek. (deze periode maak ik nog wel af, volgende week mijn laatste vergadering). Ik heb de burgemeester gesproken, de wethouder de heer de Jonge – nu vicepremier -, gemeenteraadsleden, hoge ambtenaren.
Uiteindelijk heb ik in februari 2016 de gehele gemeenteraad van Rotterdam aangeschreven en de lokale pers (zie de bijlage bij deze email). Daarmee heb ik bewust het risico genomen dat ik mijn eigen partij, Leefbaar Rotterdam, hiermee ‘onder de bus zou gooien’. Helaas, politiek kan altijd nog rotter dan je durft vermoeden. Geen partij is geïnteresseerd. Ook PvdA, GroenLinks, D66, CDA, NIDA, VVD, Partij van de Dieren, ChristenUnie geven niet thuis. Zelfs de lokale pers laat het onderwerp liever liggen. Daklozen zijn geen potentiële kiezers.
In mijn brief aan alle fracties kunt u lezen hoe de gemeenteraad de burgemeester op het verkeerde been heeft gezet waardoor hij tot zijn uitspraak kwam, dat in Rotterdam ‘niemand op straat slaapt’. De gemeenteraad heeft december vorig jaar nog wel unaniem een motie van GroenLinks aangenomen die ‘er voor moet zorgen dat er nooit meer daklozen worden weggestuurd omdat de nachtopvang vol is’. Vlak voor de verkiezingen: de uitvoering van de motie laat men graag aan de volgende raad over….. men is erg blij met zichzelf vanwege het aannemen van de zoveelste motie. Er is nog niks veranderd”
***
“Geachte leden van de Gemeenteraad,
Op 15 mei 2014 heeft u met algemene stemmen de Motie ‘Niemand Slaapt Op Straat’ aangenomen (Bijlage 1). Deze motie is nog niet afgedaan. In het belang van de geloofwaardigheid van de Rotterdamse politiek verzoek ik u om deze motie in te trekken of aan te passen door de wethouder te vragen de motie naast zich neer te leggen en – indien opportuun – een nieuwe motie in te dienen.
Toelichting De motie ‘Niemand Slaapt Op Straat’ is in zijn opdracht een uitstekende motie. De motie geeft het stadsbestuur de opdracht het aantal mensen in de stad dat is aangewezen op een zwervend bestaan niet te laten toenemen. Deze opdracht van de motie dekt echter niet de titel ‘Niemand Slaapt Op Straat’. Uitvoering van de opdracht leidt niet tot het resultaat dat er niemand meer op straat slaapt, de motie beoogt alleen te voorkomen dat het aantal straatslapers nog verder toeneemt.
De discrepantie tussen titel en opdracht van de motie zou minder ernstig zijn indien het daaruit voortvloeiende misverstand beperkt was gebleven tot de binnenkant van de muren van ons stadhuis. Helaas heeft de motie ook onze burgemeester op het verkeerde been gezet. In het kader van de bed, bad, brood discussie in de eerste helft van 2015 verklaarde de burgemeester van Rotterdam: ‘bij ons slaapt niemand op straat’ (Bijlage 2). Deze uitspraak is vervolgens breed uitgemeten in de regionale en landelijke pers.
Nu is het mij er in het geheel niet om te doen om schuldigen aan te wijzen of om verwijten te maken. De schrijver van de motie, de wethouder die aan de bel kan trekken, de gemeenteraad die de motie aanneemt of de burgemeester die de inhoud van de motie beter kan lezen. Het zal allemaal wel. Maar wel wil ik de gemeenteraad vragen om de schade aan de geloofwaardigheid van de Rotterdamse politiek niet nog groter te maken.
Ik heb deze kwestie reeds enkele maanden geleden voorgelegd aan een aantal betrokkenen en ik heb gezien dat er de afgelopen maanden hard gewerkt is om te trachten het probleem te tackelen op de meest plezierige wijze: door de motie alsnog in zijn totaliteit te realiseren, inclusief de titel. Door er voor te zorgen dat er werkelijk voor iedereen die dat nodig heeft in Rotterdam een slaapplek beschikbaar is, zou ook de titel van de motie en daarmee de uitspraak van de burgemeester alsnog werkelijkheid kunnen worden. Helaas is dit (nog) niet gelukt en zal het ook op de korte termijn niet gerealiseerd worden dat er in Rotterdam niemand meer op straat hoeft te slapen.
Wethouder Hugo de Jonge heeft in de Commissie Werk en Inkomen, Participatie en Volksgezondheid van 9 december 2015 uitgesproken ‘eindelijk eens werk te willen maken van niemand slaapt op straat’. De wethouder heeft aangegeven ‘te willen gaan sturen op een 95% bezettingsgraad van de opvang, in plaats van op de huidige 100% bezettingsgraad’. Sturen op 100% heeft er namelijk in geresulteerd dat de druk op de nachtopvang het afgelopen jaar maanden boven de 100% zat, met weigeringen en uitlotingen als gevolg. Naar verwachting zal ‘het sturen op 95% bezetting’ de huidige capaciteitsproblemen in ieder geval verminderen.
De gemeenteraad heeft stappen in de goede richting gezet. Onder andere met de motie ‘Doorontwikkeling Nachtopvang’ die het college verzoekt ‘onderzoek te doen naar een andere inrichting van de nachtopvang in Rotterdam en de raad hier voor 1 juli 2016 over te informeren’.
Helaas is de realiteit ook dat Rotterdam er (nog) niet in is geslaagd om voor het gehele jaar in de (nacht)opvang diezelfde flexibiliteit te realiseren die onze opvang wel in de wintermaanden heeft. ‘Niemand slaapt op straat’ bestaat vooralsnog alleen gedurende de wintermaanden.
Naast het capaciteitsprobleem spelen nog twee andere kwesties die oplossing behoeven als Rotterdam ieder die er voor in aanmerking komt een dak boven het hoofd wil bieden. Een eerste hobbel is het gegeven dat de capaciteit van de nachtopvang noodzakelijkerwijs verdeeld is over een groot aantal opvangplekken verspreid door heel Rotterdam. Het is voor een dakloze uiteraard niet doenlijk om alle opvanghuizen van Rotterdam af te lopen. Aan beltegoed en aan de juiste telefoonnummers ontbreekt het meestal ook. Als het voor een dakloze niet bekend is waar er plek is, is het vanzelfsprekend weinig betekenisvol dat er plek is. Raadslid Michel van Elck heeft hiervoor zijn idee ‘het bioscoopsysteem’ ingebracht als een mogelijke oplossingsrichting. De wethouder heeft op de commissievergadering toegezegd hier ook serieus naar te zullen gaan kijken.
Een tweede probleem is dat een substantieel aantal daklozen psychiatrische problemen heeft die te complex zijn voor de reguliere opvang van het Leger des Heils, maar welke problemen voor een recht op opname in de crisisopvang weer niet complex genoeg zijn. De crisisopvang is alleen beschikbaar voor gewelddadige of suïcidale mensen en in geval van direct gevaar. Een tussenoplossing bestaat niet, of er zijn ellenlange wachtlijsten. Deze mensen vallen tussen de wal en het schip en slapen dus ook als er bij het Leger des Heils wel een slaapplek beschikbaar is toch noodgedwongen op straat.
Ik heb het met opzet niet over de zogenaamde ‘zorgmijders’. Daklozen die er zelf voor kiezen om op straat te slapen. Als Rotterdam een plek biedt voor iedereen die opvang wenst en er voor in aanmerking komt, mogen wij met recht zeggen dat er bij ons niemand op straat slaapt. Op straat slapen is in die gevallen ‘het recht op het maken van een eigen keuze’. Gezien het bovenstaande, de motie, de uitspraken in de media en het voorlopig nog een utopie zijn van ‘niemand slaapt op straat’ is het niet uit te leggen dat de gemeenteraad een motie met de titel ‘Niemand Slaapt Op Straat’ als afgedaan zou beschouwen. Niet aan de daklozen die gedwongen op straat moeten slapen en ook niet aan de medewerkers in de daklozenzorg die dagelijks met de tekorten in de opvang geconfronteerd worden.
Ik hoop derhalve dat u mijn verzoek wil inwilligen, uw geloofwaardigheid overeind houdt, en de motie ‘Niemand Slaapt Op Straat’ intrekt of aanpast door de wethouder te vragen de motie naast zich neer te leggen en – indien opportuun – een nieuwe motie in te dienen. Misschien slaagt Rotterdam er op een later moment alsnog in om onze daklozen niet alleen in de wintermaanden maar ook in de rest van het jaar een bed, bad en brood te bieden. Het zou een geweldige prestatie zijn! Ik zie uit naar uw reactie.
Hartelijke groet, Matthijs Sandmann Rotterdammer Gebiedscommissielid in Noord.”
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.