Direct naar artikelinhoud

Kabinet maakt gehandicapte werknemers goedkoper

DEN HAAG Het wordt voor werkgevers aantrekkelijker om mensen met een handicap in dienst te nemen. Zij mogen hen onder het minimumloon gaan betalen. Toch gaan de gehandicapte werknemers dan meer verdienen dan nu omdat zij van de gemeente een aanvulling tot het minimumloon kunnen krijgen. Wel verliezen zij hun recht op pensioen en bouwen zij minder aanspraak op voor de werkloosheidsuitkering en de arbeidsongeschiktheidsuitkering.

Dit stelt Tamara van Ark (VVD), staatssecretaris van Sociale Zaken voor aan de Tweede Kamer. Komend najaar volgt een wetsvoorstel dat volgend jaar juli van kracht moet worden voor gehandicapten die daarna aan het werk gaan. Van Ark benadrukt dat het voorstel ‘eenvoudiger’, ‘eenduidiger’ en goedkoper is voor wekgevers.

Nu krijgen werkgevers subsidie als zij een gehandicapte werknemer in dienst nemen. Die subsidie vergoedt hen het verschil tussen de productie, die vaak laag is, en het betaalde loon, dat meestal rond bijstandsniveau ligt. Ook de werkgeverspremie voor bijvoorbeeld pensioen worden vergoed. Pas bij vijf dagen werken per week kan een gehandicapte op het minimumloon komen. Deze regeling blijft gelden zolang de gehandicapte werknemers hun baan houden.

In de nieuwe wet krijgen gehandicapte werknemers die straks een baan vinden loon naar productie. Hoe hoog de productie en het bijgehorende loon is, wordt volgens het ministerie van Sociale Zaken onafhankelijk vastgesteld. Als het loon onder het minimumloon komt, kan de gemeente dat aanvullen tot het minimumloon. Omdat dat ook geldt als maar een dag per week wordt gewerkt, kan de gehandicapte werknemer door de combinatie van loon en uitkering meteen een hoger inkomen krijgen dan nu. Volgens Van Ark weet de gemeente meteen wie recht heeft op een aanvullende uitkering. De gehandicapte hoeft dus niet zelf om de aanvulling te vragen.

Toch denkt Van Ark hiermee ook te bezuinigen. Volgend jaar al 10 miljoen euro, oplopend tot 40 miljoen euro aan het eind van de kabinetsperiode in 2021 en 500 miljoen op lange termijn, 2050. De besparing wordt gebruikt om op termijn tienduizend extra ‘beschutte werkplekken’ te creëren bij bijvoorbeeld sociale werkplaatsen, belooft Van Ark.

Die besparing komt voor de helft, 250 miljoen euro, uit het wegvallen van sociale premies, zoals pensioenpremie. Die worden straks niet meer voor de gehandicapte werknemers betaald, omdat zij onder het minimumloon worden betaald. Zij krijgen later dus geen pensioen. Ook bouwen zij minder aanspraak op voor de werkloosheidsuitkering en de arbeidsongeschiktheidsuitkering.

De andere helft, ook 250 miljoen euro, wordt bespaard op gehandicapte niet-uitkeringsgerechtigden, ‘nuggers’, die werk vinden. Als nuggers straks werk vinden krijgen zij loon naar productie, dus onder het minimumloon. Maar als zij spaargeld hebben of een partner die werkt, krijgen zij geen aanvulling van de gemeente.

Cedris, de vereniging van sociale werkplaatsen, is fel tegen het wetsvoorstel. ‘Ook voor de mensen die wél een aanvulling krijgen, betekent dit dat iemand nooit een volwaardig werknemer wordt’, zegt Cedris-voorzitter Job Cohen, ‘Hij blijft zijn hele loopbaan gedeeltelijk afhankelijk van een uitkering. Bovendien wordt de uitvoering verlegd van de werkgever naar de kwetsbare werknemer, met een groot risico op schulden.’