Direct naar artikelinhoud

Achmea en CZ waarschuwen: premie voor zorg gaat weer stijgen, mede doordat hun reserves opraken

De premies voor de zorgverzekering zullen in 2019 meer stijgen dan het afgelopen jaar het geval is geweest. Daarvoor waarschuwen verzekeraars Achmea en CZ, samen goed voor ruim de helft van alle verzekerden.

Het logo van CZ.Beeld ANP

Beide bedrijven noteerden verliezen: CZ sloot 2017 af met een verlies van 140 miljoen, de zorgtak van Achmea legde 175 miljoen euro toe op de basiszorgverzekeringen.

Dat zorgkosten stijgen is zo ongeveer een natuurwet: door de vergrijzing gebruiken mensen langer en meer zorg, nieuwe technologieën en medicijnen maken de zorg beter, maar vaak ook duurder, en de stijgende lonen van de honderdduizenden mensen die in de zorg werken helpen ook niet mee de kosten te drukken.

Daar komt volgend jaar nog een extra factor bij die de premies opdrijft, zeggen de zorgverzekeraars. Dat zeggen ze overigens niet voor het eerst: hun reserves raken op.

Alle zorgverzekeraars zetten elk jaar een deel van hun reserves in om de premie te dempen. Zij bieden de basisverzekeringen dus onder de kostprijs aan. Dit jaar zet CZ bijvoorbeeld 258 miljoen euro van het eigen vermogen in om de zorgpremie zo laag mogelijk te houden. Dat scheelt 6 euro per klant per maand. Maar die buffer slinkt razendsnel, waarschuwt CZ. 'De demping van de premie in 2019 is daardoor onzeker.' Ook Achmea weet niet of het volgend jaar nog kunstmatig de premieverhoging kan verzachten.

De verhouding tussen de financiële reserve van een verzekeraar en zijn financiele verplichtingen heet solvabiliteit. Dat percentage is bij beide verzekeraars vorig jaar hard gedaald. Bij CZ ging het van 173 procent naar 149 procent en bij de zorgtak van Achmea van 154 procent naar 142 procent. Beide verzekeraars streven naar een solvabiliteit van rond de 135 procent. Bij ongewijzigd beleid is de kans dus groot dat beide verzekeraars volgend jaar door die ondergrens schieten.

Kort gezegd moet een zorgverzekeraar zoveel vermogen aanhouden dat het bedrijf nog zeker drie maanden zou kunnen functioneren als alle inkomsten wegvallen. De Nederlandsche Bank (DNB) ziet erop toe dat de verzekeraars voldoende geld in kas houden.

Dat de verzekeraars nu al waarschuwingen laten klinken, terwijl ze pas eind dit jaar besluiten hoe hoog hun premie in 2019 wordt, is een poging tot 'verwachtingsmanagement', zegt zorgeconoom Wim Groot. 'In 2017 vielen de zorgkosten mee, daarom stegen de premies dit jaar niet zoveel. Dat was een eenmalige meevaller en de verzekeraars bereiden ons er nu vast op voor dat de premie volgend jaar zal tegenvallen.'

De verzekeraars houden meer reserves aan dan strikt noodzakelijk, zegt Groot. 'Zij willen niet het risico lopen dat ze na een tegenvaller onder verscherpt toezicht van DNB komen te staan. De toezichthouder kan zich dan met van alles en nog wat gaan bemoeien.'