Direct naar artikelinhoud

Hoe konden de peilers er zo naast zitten bij uitkomst referendum over de Wiv?

De peilingen over de uitkomst van het referendum over de Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) blijken er flink naast te hebben gezeten. Het voorkamp zou op voorsprong hebben gestaan, maar daarvan bleek woensdag absoluut geen sprake. Na het tellen van bijna honderd procent van de stemmen staat het tegenkamp op 48,7 procent en het ja-kamp op 47,3.

De peilingen over de uitkomst van het referendum over de Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) blijken er flink naast te hebben gezeten. Het voorkamp zou op voorsprong hebben gestaan, maar daarvan bleek woensdag absoluut geen sprake. Na het tellen van bijna honderd procent van de stemmen staat het tegenkamp op 48,7 procent en het ja-kamp op 47,3.

Peter Kanne van onderzoeksbureau I&O Research is nog niet bekomen van zijn verbazing daarover. Zijn laatste peiling, een week voor het referendum gepresenteerd, wees uit dat 51 procent voor zou stemmen, 19 procent twijfelde en 30 procent tegen was. Nogal een verschil met het resultaat. 'Dit valt ver buiten de foutmarge.'

Ook Ipsos - dat dinsdag 53 procent voor, 34 procent tegen peilde - en Kantar Public - dat 9 maart veel niet-stemmers en twijfelaars peilde - gaven aan dat het voorkamp op voorsprong stond. 'Deze uitslag was verrassend', zeggen Sjoerd van Heck en Marianne Bank, onderzoekers bij Ipsos.

De omslag in het denken heeft volgens de opiniepeilers de laatste dagen voor het referendum plaatsgevonden. Alle peilingen wezen uit dat een grote groep kiezers nog niet wist wat te doen. Gewoonlijk verdelen die twijfelaars zich min of meer gelijkmatig over beide kampen. In dit geval lijkt het er volgens de opiniepeilers op dat alle twijfelaars tegen hebben gestemd. Ook een deel van de voorstemmers veranderde in het stemhokje van voorkeur. Onbekendheid met het onderwerp kan daarbij een rol hebben gespeeld. Kanne: 'Uit onze laatste peiling bleek dat de kennis kleiner was dan men aanvankelijk dacht.'

'De enige verklaring die ik kan bedenken is dat er de afgelopen week veel gebeurde dat van invloed kan zijn geweest', zegt Kanne. Hij noemt de uitzending van Lubach op Zondag waarin het gedraai van D66 rond het referendum werd behandeld.

In dezelfde periode kwam Facebook in opspraak vanwege slordige omgang met privégegevens en bleek de ING dubbele afboekingen te hebben uitgevoerd. Gebeurtenissen die twijfel zaaiden over de privacy van dataverkeer.

'Dat twijfelaars massaal voor het nee-kamp kiezen, is een onverwacht patroon', zeggen Van Heck en Bank van Ipsos. Ook daar wordt verwezen naar de turbulentie kort voor het referendum. Respondenten noemden ook de arrogante houding van het kabinet, en dan met name van premier Rutte die de belangstelling voor referenda vergeleek met tv-spelletjes en kantklossen. In dat geval zou er sprake zijn van een kantkloseffect.

De Ipsos-onderzoekers vermoeden dat een deel van de kiezers met een nee-stem heeft willen protesteren tegen het verdwijnen van het referendum als instrument.

Dat het referendum tegelijkertijd met gemeenteraadsverkiezingen werd gehouden, heeft waarschijnlijk vooral het aantal ja-stemmers positief beïnvloed. In de 45 gemeenten waar geen raadsverkiezingen waren, lag de opkomst veel lager en was het percentage nee-stemmers hoger. 'Die waren dus duidelijk meer gemotiveerd', concluderen Bank en Van Heck.

'We gaan de komende dagen nog nader onderzoeken wat hier gebeurd is', belooft Kanne. De peilingen voor de gemeenteraadsverkiezingen benaderden wel het uiteindelijke resultaat. Ook bij het Oekraïne-referendum van 2016 lagen de peilingen in de buurt van de uitslag.