Direct naar artikelinhoud
COLUMN

Identiteitspolitiek? Nee, moslimhaat

Identiteitspolitiek? Nee, moslimhaat
Beeld Maartje Geels

We hebben er een nationale obsessie bijgekregen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen: identiteitspolitiek. Niet het fenomeen, maar het woord. Niemand weet wat het betekent, maar er wordt lekker mee gesmeten want het is een fijne stok om elke inhoudelijke discussie mee tot moes te slaan. 

Het valt in dezelfde categorie als 'radicaliseren' en 'polariseren'. Die woorden, die ook niemand begrijpt, worden ook in negatieve zin gereserveerd voor groepen die gemarginaliseerd zijn. Hun marginalisatie draait vaak om (een deel van) hun identiteit - sociaal-economische status, afkomst, religie - en speelt daarom een rol in hun politiek. Vrij logisch. Maar als die groepen zich rond hun identiteit organiseren zijn ze aan het 'polariseren' of 'radicaliseren' en bedrijven ze dus ook nog 'identiteitspolitiek'. Gediskwalificeerd.

Maar niemand vraagt zich af hoe vage vaktermen die niemand snel kan uitleggen hun weg vinden naar elk straatinterviewtje of politiek debat. Op de avond voor de verkiezingen besloot Jeroen Pauw 'identiteitspolitiek' centraal te stellen in zijn vragen. Ook al weet hij ook niet wat het betekent. Na een warrig gesprek over de dominantie van landelijk leiders in de debatten rond de gemeenteraadsverkiezingen concludeerde Pauw: "Dat is identiteitspolitiek hè?" Pauw zocht naar antwoorden, maar zijn gasten wisten het ook niet.

Ik stel voor dat we vanaf nu heldere woorden die we wel begrijpen gebruiken en wollige woorden die we niet snappen schrappen

Hij zette stug door: lokale partijen zouden de grote winnaars van de verkiezingen worden omdat zij het bijna nooit over 'de identiteitspolitiek' hebben. Weer een vragende blik naar de tafel. "Daar gaat het gewoon over het buurthuis", stamelde parlementair verslaggever Xander van der Wulp, in de hoop zo een stukje van de identiteitspolitieke puzzel te hebben gelegd. Uit wanhoop wendde de presentator zich tot ex-PVV'er en Haags raadslid Richard de Mos. Stuntelig vroeg hij: "Bij de vorige tafel ging het net, dat eh... die landelijke debatten allemaal van die identiteitspolitiek had, is dat bij jullie nog een thema geweest?" De Mos begon toen maar over zijn verkiezingsprogramma van 84 pagina's.

De Amsterdamse lijsttrekker van het CDA probeerde Bij1-lijsttrekker Sylvana Simons tijdens een debat via 'identiteitspolitiek' pootje te haken. Simons herinnerde hem eraan dat het CDA de identiteitspolitiek zo ongeveer heeft uitgevonden. "Nu meerdere identiteiten zich erin gaan roeren is het opeens een probleem."

Een woord dat deze verkiezingen bijna niet viel is 'moslimhaat'. Dat wordt vaak 'islamofobie' genoemd, maar ik ben voor helder taalgebruik: het is niet alleen angst, het is haat. Zo kreeg de PVV ongestoord een campagnefilmpje met bloederige letters die anti-islamboodschappen vormden op de buis. Wie de publieke omroep daarop aansprak, kreeg te horen dat deze niet over de inhoud van campagnefilmpjes gaat.

GeenStijl wist de populaire Marokkaans-Rotterdamse partijleider van Nida, Nourdin El Ouali, van de prijs voor Beste Raadslid van Nederland te beroven want 'de moslims' zouden niet winnen. De oproep om op een CDA'er te stemmen was pure moslimhaat, verpakt in lolligheid. Maar geen van de organisatoren vond dát het probleem. Erik van Bruggen van campagebureau BKB vond het zelfs 'het goed recht van GeenStijl om die oproep te doen'. John Bijl van het Periklesinstituut vond niet dat zijn verkiezingsavond was gesaboteerd door moslimhaat. Nee, hij vond dat de competitie was gekaapt 'door identiteitspolitiek'. De verwarring is compleet. Ik stel voor dat we vanaf nu heldere woorden die we wel begrijpen gebruiken en wollige woorden die we niet snappen schrappen. Misschien dat we ons dan ook druk gaan maken om werkelijk onrecht.

Seada Nourhussen schrijft wekelijks columns voor Trouw. U vindt ze hier.