Het komt niet vaak voor dat een wethouder van een grote stad ronduit zegt dat de integratie van vluchtelingen geen succesverhaal is. Volgens wethouder Froukje de Jonge (CDA) van Almere rust daar een taboe op, het onderwerp is te gepolariseerd. De Jonge: ‘Veel gesprekken stranden in: deug je wel of deug je niet. Maar gemeenten moeten niet iets vinden, maar dingen doen voor nieuwkomers.’ En het moet toch gezegd, vindt ze. ‘Als gemeente krijgen we een taakstelling toegewezen en moeten wij zorgen voor onderdak, dat mensen de taal leren, werk vinden en meedoen in de samenleving. En daar zijn we by far nog niet goed genoeg in.’
De integratie van migranten is in Almere geen succesverhaal?
‘Ik heb het dan over de 700 vergunninghouders (erkende vluchtelingen, red.) die we toegewezen hebben gekregen. Niet over mensen met een migratieachtergrond, de helft van onze bevolking, want dat zijn gewoon Almeerders. Voor 700 vluchtelingen moeten we voor huisvesting, werk en integratie zorgen.’
Is het gelukt genoeg woningen te vinden voor die 700?
‘Uiteindelijk is het gelukt, maar het was een grote opgave, het legde een flink beslag op de hoeveelheid sociale huurwoningen. De wachttijd voor een sociale huurwoning is in Almere acht jaar. Jaarlijks komen er circa 1.300 sociale huurwoningen in onze gemeente beschikbaar. We kunnen er omheen draaien, maar 700 vergunninghouders – dat leidt gewoon tot verdringing. We hebben ons wel sterk ingezet om de wachtlijst niet simpelweg op te laten lopen. We hebben extra woningen bijgebouwd, containerwoningen neergezet, kantoorgebouwen omgekat. We hebben dus de koek vergroot, maar de wachttijd voor een sociale huurwoning voor Almeerders liep toch op.’
Hoe legt u dat uit aan bewoners?
‘Ik had geen zin in zo’n kokende zaal met mensen want dan werkt het gesprek niet. Dus hebben we bijeenkomsten georganiseerd met groepen burgers van ongeveer vijftien. Dan praat je met mensen die zich benadeeld voelen omdat bijvoorbeeld hun eigen kinderen al jaren geen woning kunnen krijgen. Daar vertel ik altijd het verhaal over hoe we creatief op zoek zijn naar nieuwe oplossingen. Tijdens één van deze bijeenkomsten werd een mevrouw heel emotioneel, ze vroeg me: “Als er al jaren zo’n lange wachtlijst is, waarom worden jullie dan pas creatief met oplossingen zoeken als er een groep uit Verweggistan komt?” Ik weet niet wat jullie dan zouden zeggen… Maar ik zat met mijn mond vol tanden.’
Voorstelbaar...
‘Daarna zijn we begonnen met mensen, vaak zijn het jongemannen, bij elkaar te zetten in een woning. Daar ben ik nu wel weer van terug aan het komen, want als je vier Syrische mannen bij elkaar zet, dan leren ze niet zo snel Nederlands.’
Vluchtelingen aan het werk helpen is ook moeilijk?
‘Ja, zij willen wel, maar ze hebben veel ondersteuning en begeleiding nodig. In het begin krijgt elke vergunninghouder een bijstandsuitkering, dat is logisch. Maar na 5 jaar zitten ze daar nog steeds in, en na 10 jaar nog steeds. Tot nu toe is de uitstroom twintig personen op de groep van 700 mensen, dat is maar drie procent en dat moet echt veel beter.’
In andere gemeenten gaat het niet veel beter. Dat weet u, als voorzitter van de themagroep vergunninghouders van de G40-gemeenten. Waarom is het zo moeilijk deze mensen uit de bijstand te krijgen?
‘Het ligt niet aan de inspanning van de gemeenten, die doen erg hun best en steken er ook eigen geld in. Het ligt ook niet aan de medewerking van werkgevers, die komen zich hier in Almere zelfs aanbieden. Gebrek aan werk is dus niet het probleem. Ik denk dat we enorm onderschatten hoe het is als je noodgedwongen je land moet verlaten en dan hier komt en binnen een half jaar een huis krijgt, een bijstandsuitkering, leenkrediet, en inrichtingskrediet. Als een gemeente dan zegt: zo, nu gaan we aan de slag, dan zeggen mensen met hun hoofd wel ja, maar met hun hart niet. Ze zijn nog niet geland. Mensen zijn geen machines, ze moeten de tijd krijgen voor acceptatie.’
We verwachten te veel van vluchtelingen?
‘Er heerst een schromelijke overschatting van wat mensen op de korte termijn kunnen. In het publieke debat spreekt men van hoogopgeleide Syriërs, maar die zijn niet hier in Almere en ook niet in de andere steden die ik spreek. Uit een assessment die wij doen blijkt dat slechts één tot twee procent HBO/WO-niveau heeft.’
‘Wat ook meespeelt is dat onze samenleving wezenlijk anders is. Veel mensen zijn gewend om als ondernemer gewoon een winkeltje te beginnen of iets op straat te gaan verkopen. Dat kan hier allemaal niet, al die regels zijn heel vervreemdend voor mensen.’
En met de culturele integratie gaat het ook moeizaam?
‘Ja. Bij inburgering gaat het vaak over taal, maar dat is maar het begin. We laten een inburgeringsverklaring tekenen maar dat is alleen maar papier en raakt niet het hart. Iemand tekent makkelijk een papiertje dat iedereen hier voor de wet gelijk is en dat homoseksualiteit daarbij hoort, maar laat iemand maar eens twee zoenende mannen zien… Daarover praten, dat doen we helemaal nog niet en dat hoort er wel bij. Deze mensen hebben niet alleen een afstand tot de arbeidsmarkt, maar ook tot het leven hier.’
Als we u zo horen is het een heel moeilijk verhaal, waar volgens u ook nog eens een taboe op rust. Weet u wel in welke richting we het moeten zoeken?
‘Wij moeten dit niet lichtzinnig opvatten. Het is een hele ingewikkelde opgave, geen kwestie van mensen die niet hun best doen. Het gaat over het beïnvloeden van gedrag, keuzes, het hoofd en het hart van mensen. Van mensen die uit een totaal andere samenleving komen.’
‘We moeten vergunninghouders in elk geval niet als een groep beschouwen, dat gaat zeker niet werken. We moeten goed kijken wie we voor ons hebben. Welk toekomstperspectief heeft iemand? We moeten mensen ook helpen om het toekomstperspectief realistischer te maken. Als je arts was, betekent dat niet dat je hier ook als arts aan de slag kan.’
‘Wij weten ook dat mensen de taal niet leren als ze drie jaar met elkaar in een klasje zitten met mensen die ook geen Nederlands spreken. Als je aan het werk gaat, spreek je daar Nederlanders en doe je ook ervaring op met de Nederlandse omgangsnormen. In taal moeten we ook investeren, en dat niet aan vrijwilligers overlaten.’
Wat kan een gemeente?
‘Daar ligt de sleutel. Maar gemeenten moeten hier veel beter in worden. Wat we echt missen is wetenschappelijk onderzoek naar wat werkt en wat niet werkt. Er is wel hoop. Ten eerste nemen wij het veel serieuzer, zetten we in op intensieve aandacht en begeleiding.’
‘Ten tweede hebben gemeenten de afgelopen jaren een meer samenhangend pakket van beleidsterreinen gekregen. Als we straks ook nog de regie over inburgering erbij zouden krijgen, dan hebben we de "total package". De grootste valkuil is stoppen met aandacht geven. We moeten accepteren dat we mensen langer moeten volgen.’
De boodschap is niet dat u als gemeente meer middelen van het rijk wilt?
‘Alleen meer geld gaat het niet oplossen. Al is het wel zo dat we per 1 januari het opvangen van vergunninghouders uit gemeentelijke middelen moeten betalen, en dat begrijp ik niet. Er wordt toch iets bijzonders van gemeenten gevraagd? Maatwerk bieden en aandacht geven kost ook geld, het is niet eerlijk om tegen gemeenten te zeggen: haal dat maar uit je gemeentebudget. Ik heb zelf aan mijn gemeenteraad een voorstel moeten schrijven waarin staat dat we alleen de meest kansrijke 40 procent gaan bemiddelen. Om een idee te geven: we hebben de laatste drie jaar 1,4 miljoen euro extra besteed aan opleiding en bemiddeling naar werk.’
‘Landelijk moeten we wel het vereiste taalniveau verhogen. Het niveau dat mensen moeten halen om een inburgeringsverklaring te krijgen is eigenlijk te laag om in de meeste beroepen te kunnen functioneren. Mensen zijn in Nederland heel erg gewend om in teams te werken, communicatie is in wat je ook doet heel erg belangrijk.’
En hoe krijgen we hier nu een normaal en niet gepolariseerd gesprek over?
‘We moeten realistischer zijn. Je kunt makkelijk zeggen: we moeten iedereen op de vlucht voor oorlogsgeweld opvangen, maar we moeten kijken naar wat we mensen dan bieden. Alléén veiligheid, alléén een dak boven je hoofd en alléén een minimaal inkomen – we moeten echt meer doen.’
Daniel van Heijningen is redacteur bij www.socialevraagstukken.nl en Marcel Ham hoofdredacteur.