Direct naar artikelinhoud

Waar zijn onze AOW-opbouwjaren gebleven?

In 2007 zijn wij uit Nederland vertrokken, ruim voor ons pensioen. Nu schrikken wij van de gevolgen. Wij hebben zelfs minder AOW-opbouw dan we destijds dachten. Waarom wordt er geen rekening gehouden met mensen zoals wij?

Ouderen nemen het ervan op de 50+-beursBeeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

U heeft gewoon pech. Niet alleen is de AOW-leeftijd opgeschoven, ook de AOW-opbouw is veranderd. Vroeger kregen Nederlanders vanaf hun 15de 2 procent AOW voor elk jaar dat ze in Nederland woonden. Na vijftig jaar is dat 100 procent AOW. Nu telt de overheid terug: 2 procent voor ieder jaar voorafgaande aan de AOW-datum.

Dat klinkt als bijna hetzelfde, maar dat is het niet. U bent nu 65 jaar en uw man is 59. Uw AOW-leeftijd is opgeschoven naar 66 jaar en 4 maanden en die van uw man (waarschijnlijk) naar 67 jaar en 6 maanden. Toen u in 2007 vertrok, had uw man 66 procent AOW opgebouwd en u 78 procent. Omdat u sindsdien in het buitenland woont, stokte daarna uw AOW-opbouw. Vervolgens schoof de AOW-leeftijd naar achteren. Daardoor loopt u nog eens zestien maanden AOW-opbouw extra mis.

De verhoging van de AOW-leeftijd kost uw man 2,5 jaar aan AOW-opbouw. Boven op de 'AOW-schade' van uw verblijf in het buitenland komt dus nog de schade van de verhoogde AOW-leeftijd. Door die latere pensioenleeftijd daalt uw AOW-uitkering met 2,8 procent en die van uw man met 5,2 procent. Dat betekent dat u straks samen minstens 800 euro minder per jaar aan AOW ontvangt.

Omdat u sindsdien in het buitenland woont, stokte daarna uw AOW-opbouw. Vervolgens schoof de AOW-leeftijd naar achteren

Wie inlogt bij de Sociale Verzekeringsbank (svb.nl) kan daar zijn persoonlijke AOW-opbouw bekijken. Er staat een percentage opbouw vermeld, met de bedragen in euro's erachter. Onderaan staat een opmerkelijk voorbehoud: 'Bent u geboren na 30 september 1956, dan kunnen wij niet precies opgeven hoeveel AOW u heeft opgebouwd. De regering heeft de AOW-leeftijd voor die mensen nog niet vastgesteld.'

Wie voor de AOW-leeftijd 'ik vertrek!' roept om pesto of wijn te gaan maken in Toscane, weet dus niet hoeveel AOW hij of zij krijgt. De opgebouwde rechten staan met potlood genoteerd en kunnen gedeeltelijk uitgegumd worden.

Emigranten kunnen wel iets doen tegen de uitholling van hun AOW-rechten, maar dat moeten ze dan doen binnen een jaar na hun vertrek. Zij kunnen ervoor kiezen vrijwillig AOW bij te verzekeren. Dat is een regeling waarbij de kosten volledig gebaseerd zijn op uw individuele bruto inkomen. Hoe lager het inkomen, hoe gunstiger de premie. Wie in het vertrekjaar minder dan 9.000 euro per jaar bruto-inkomen heeft, heeft zijn inleg binnen vijf AOW-jaren terugverdiend. In de jaren daarna geldt het bruto-inkomen in het buitenland. Vrijwillig verzekeren kan meestal niet langer dan 10 jaar. Het is in ieder geval gunstig voor de partner die in het buitenland geen of weinig inkomen heeft.

Wie al vertrokken is, kan terugkeren. U moet minstens een jaar in Nederland wonen voordat u opnieuw vertrekt. Dan kunt u zich daarna vrijwillig gaan verzekeren. Maar al dat gedoe, daar heeft u waarschijnlijk geen zin in. Zeker niet als u vanwege dat gedoe Nederland ontvlucht bent.