Direct naar artikelinhoud

Advocaten slachtoffers: uitspraken Wilders hebben intolerantie verergerd

De uitspraken van PVV-leider Geert Wilders over 'minder Marokkanen' hebben intolerantie in Nederland verergerd. Daarmee zijn ze voor de slachtoffers 'een voortdurende kwelling', betoogden de advocaten van de benadeelde partijen maandag op de vijfde zittingsdag van het proces-Wilders.

Geert Wilders in het Justitieel Complex Schiphol voor het vervolg van de strafzaak.Beeld ANP

De vier advocaten voerden het woord namens 15 personen en organisaties en zeiden daarbij dat de uitspraken van Wilders op de verkiezingsavond in maart 2014 tot grote maatschappelijke onrust hadden geleid. Advocaat Göran Sluiter: 'Wilders heeft zijn uitspraken in vele vormen herhaald. Daarmee heeft hij het effect ervan vergroot.'

De advocaten zeiden dat hun cliënten bang zijn geworden, dat ze een verslechtering in maatschappelijk klimaat ervaren en dat sommige vrezen voor hun toekomst. Sluiter haalde een rapport van het SCP aan om erop te wijzen dat Wilders' uitspraken hebben bijdragen aan een gevoel van uitsluiting. Volgens hem kunnen de vele opmerkingen van de PVV-leider over Marokkanen maar tot één conclusie leiden: 'Als er iets is wat Wilders graag doet, is dat het krenken en discrimineren van Marokkaanse-Nederlanders.'

Advocaat Lucien Nix zei namens de Raad Marokkaanse moskeeën dat het gevoel bestaat dat 'Marokkanen er nooit bij zullen horen, hoe ze zich ook maatschappelijk gedragen.' De uitspraken van Wilders legitimeren volgens hem een bepaalde negatieve bejegening van Marokkanen.

Later in de middag werd deskundige Tom Zwart gehoord. Hij is hoogleraar mensenrechten aan de Universiteit Utrecht en is door de verdediging aangedragen. Zwart zei dat hij ervan was geschrokken dat hij zichzelf terugzag als hoogleraar die voor Wilders zou pleiten. 'Die rol wil ik niet spelen.'

Zwart vertelde waarom er volgens hem weinig reden is om Wilders te veroordelen. Dat deed hij door te verwijzen naar de wetsgeschiedenis en naar vergelijkbare zaken. In het wetsartikel dat wordt gebruikt voor de vervolging van Wilders zijn 'nationaliteit en burgerschap' bewust weggelaten zei hij. Door de wetgever was het tegengaan van rassendiscriminatie beoogd. Alleen als er ook sprake is van een dermate belediging dat het opgevat kan worden als een raciale opmerking of als de belediging zeer ernstig is en daarmee alle Marokkanen in diskrediet worden gebracht, is vervolging gerechtvaardigd volgens Zwart.

De uitspraken van Wilders legitimeren volgens advocaat Lucien Nix een bepaalde negatieve bejegening van Marokkanen

Ook meende Zwart dat er eerst een poging moest zijn gedaan om de uitspraken buiten het strafrecht te pareren. Wilders had bijvoorbeeld als straf tijdelijk de toegang tot de Kamer ontzegd kunnen worden, als parlementsleden vonden dat zijn uitlatingen te ver gingen. Dit om het zware middel van strafvervolging te voorkomen.

Tot slot opperde Zwart, die een paar keer in botsing kwam met het Openbaar Ministerie over interpretaties van uitspraken, dat Wilders ook vrijspraak zou kunnen krijgen door te stellen dat zijn uitspraken grappend bedoeld waren. De hoogleraar had de 'minder-minder'-avond opnieuw bekeken en vond dat veeleer sprake was van een grap dan van kwetsende opmerkingen. 'Het zou niet mijn lol zijn, maar het was duidelijk bedoeld als grap. Ik herkende het als jolijt van een studentenvereniging.'

Het zou niet mijn lol zijn, maar het was duidelijk bedoeld als grap