Feyenoorder Jan-Arie van der Heijden gleed halverwege de eerste helft bij een 0-0 stand in het strafschopgebied met zijn arm tegen de bal. Dat was niet opzettelijk, oordeelde Higler toen.
"Maar nu ik de beelden heb gezien, is de arm verder van het lijf dan ik dacht", erkende de arbiter bij de NOS. "Het was beter geweest om een strafschop te geven."
De scheidsrechter blijft erbij dat dit soort gevallen altijd moeilijk te beoordelen zijn. "Een handsbal beoordelen is misschien wel het lastigste wat er is. De bal gaat vaak per ongeluk tegen een arm en dan is de vraag hoe ver die arm is uitgestrekt."
In het geval van Van der Heijden werd Higler er door zijn assistent op gewezen dat er sprake van hands was. "Maar ik stond zelf dichtbij, had een goede positie. Ik was toen van mening dat zijn arm dichter bij zijn lijf was."
Van den Brom
Coach John van den Brom van AZ sprak na afloop tegen de omroep van een "warrige" scheidsrechter. "Ik denk niet dat hij een perfecte wedstrijd heeft gefloten. Hij onthoudt ons gewoon een strafschop, daar lijkt me geen enkele discussie over."
Desondanks vond de trainer dat zijn ploeg zelf ook niet goed had gespeeld. "Ik denk dat er sprake was van Kuipvrees. Gelukkig hebben we snel kans op revanche", keek hij vast vooruit op de bekerfinale, die op 22 april in de Kuip eveneens tegen Feyenoord wordt gespeeld.
"Hopelijk hebben we dan een topscheids en daarvan hebben we er maar één in Nederland: Björn Kuipers. Dat is de beste die we hebben."