Dat geldt voor slechts 17 procent van de Nederlanders tussen de 50 en 64 jaar en 9 procent van de 65-plussers, zo blijkt dinsdag uit een enquête van Kantar TNS en Rabobank onder ruim veertienhonderd mensen.
Volgens de onderzoekers kan het riskant zijn om meer dan 40 procent van het inkomen te reserveren voor de kosten van wonen, omdat er dan te weinig overblijft voor andere noodzakelijke uitgaven.
"Wellicht vinden jongeren hoge woonlasten nu nog geen probleem, omdat ze geen kinderen hebben of omdat ze verwachten in de toekomst meer te verdienen", vermoedt Rabo-econoom Nic Vrieselaar.
Daarnaast kan de krapte op de woningmarkt een rol spelen. Om woonruimte te bemachtigen, zijn Nederlanders bereid meer uit te geven.
"Om jongeren daadwerkelijk te helpen, is het vooral belangrijk de schaarste en betaalbaarheidsproblematiek in de vrijehuursector aan te pakken, omdat steeds meer Nederlanders op zulke huizen zijn aangewezen", denkt Vrieselaar.
Volgens de bank zijn heldere hypotheeknormen van belang, omdat sommige huizenkopers zich anders voor een langere tijd zouden vastleggen aan woonlasten van 40, 50 of misschien zelfs 60 procent van het inkomen. Dit maakt hen kwetsbaar in tijden dat het in financieel opzicht tegenzit.